Brussel is niet de grote winnaar van de Tourstart

De Tourstart in Brussel © Belga
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

De start van de Ronde van Frankrijk in Brussel zorgt ontegensprekelijk voor een economische return voor de hoofdstad. Maar de echte financiële winnaar is de Tourorganisator ASO die zijn kas opnieuw met miljoenen euro’s ziet aandikken, dankzij het bedrag dat steden als Brussel voor een Tourstart ophoesten. Maar ook dankzij de tv-rechten.

In tegenstelling tot veel andere sporten hangt er altijd een zweem van geheimzinnigheid rond de bedragen die in het wielrennen rondgaan. De precieze lonen van de renners zijn onbekend. Peter Sagan verdient “ongeveer 6 miljoen euro”. Meer wordt niet gecommuniceerd. Het is niet anders met de bedragen die steden moeten betalen om een Tourstart te mogen organiseren.

Officieel worden geen exacte cijfers verspreid, maar Brussel zou 5 miljoen euro hebben betaald aan de organisator ASO (Amaury Sport Organisation) om de Grand Départ 2019 toegewezen te krijgen. Daarmee worden de kosten van de organisatie en de logistiek niet gedekt. Daarvoor zouden de stad Brussel (1,5 miljoen euro), het Brussels Gewest (1 miljoen euro) en de Nationale Loterij (1,3 miljoen euro, eigenlijk federaal geld) hebben opgehoest. Verder moesten er op het parcours allerlei herstellingen worden uitgevoerd. Prijskaartje: 2 miljoen euro. Ten slotte is er nog de kostprijs voor het gratis openbaar vervoer op 6 en 7 juli in Brussel: 250.000 euro. Alles samen loopt de factuur voor de Tourorganisatie dus op tot 11 miljoen euro.

Economische return

Dreigt Brussel daar niet zijn broek aan te scheuren? Nee, want er is een economische return van miljoenen euro’s: toerisme, horeca, shopping, een positief imago voor de stad. De Brusselse hotels zijn dit weekend voor 90 procent volzet. Normaal gezien is dat begin juli 60 procent.

Deloitte onderzocht de economische return van de Tourstart in Utrecht in 2015: 34 miljoen euro. Daarmee werden de kosten van de organisator ruimschoots gedekt. Meer nog, er was zelfs een economische bonus. Brussels Major Events extrapoleerde de analyse van Deloitte naar Brussel. Conclusie: de Tourstart zal 60 miljoen euro opbrengen. Een winst van bijna 50 miljoen euro dus.

Toch wil dat niet zeggen dat de hoofdstad de grote winnaar van de Tourstart is. Wim Lagae (Sporteconoom KU Leuven) waarschuwde dat de cijfers over economische return met een korrel zout moeten worden genomen. Ze zouden weleens een stuk lager kunnen liggen. Onder meer door een verdringingseffect. De wielerfans die Brussel en omgeving innemen, komen gewoon in de plaats van andere toeristen en shoppers die liever wegblijven.

Citymarketing

Sporteconomen zijn eerder geneigd de Tourorganisator ASO als grote winnaar van de start aan te duiden. Een passage van de Tour met start en/of aankomst is zeer begeerd. Er zijn lange wachtlijsten van steden en gemeenten. Zij zien daar ideale citymarketing in. Tijdens de wedstrijd bestaat 60 procent van de beelden niet uit het volgen van het koersverloop maar uit beelden van een stad of een landschap.

Bij ASO is men zich daar zeer bewust van en kandidaat-start- en -aankomstplaatsen worden tegen elkaar uitgespeeld. Met wat gelobby kunnen ze soms een gunstprijs bedingen, zoals ex-premier Yves Leterme dat deed voor de start van een Tourrit in Ieper in 2014. De West-Vlaamse stad zou 125.000 euro hebben betaald, een derde minder dan de normale prijs. Voor een aankomst betaalt een stad 500.000 euro. Met zo’n twintig aankomstplaatsen is dat kassakassa voor ASO.

De directe inkomsten uit enkel de bedragen die steden betalen aan de organisator kunnen tijdens een Ronde snel oplopen tot 1520 miljoen euro. Daarnaast zijn er nog de tv-rechten. Daarvan gaat zo goed als alles naar de organisator. De tv-rechten voor de Ronde van Frankrijk zouden meer dan 60 miljoen euro bedragen. Dat is peanuts in vergelijking met de mediarechten voor de Britse Premier League-voetbalcompetitie (5,1 miljard pond of 5,7 miljard euro), maar nog altijd bijna het dubbele van het budget van de grootste wielerploeg: Ineos (37 miljoen euro).

Online volgen

de kijkcijfers voor de Tour dalen wel al een tijdje. Maar ASO past daar een mouw aan. De wedstrijden van ASO (naast de Tour ook Luik-Bastenaken-Luik en Parijs-Roubaix) kunnen online worden gevolgd. Volgens ASO zijn er 12,6 miljoen unieke bezoekers op de website en tijdens de Ronde worden 1,2 miljard euro aan videobeelden bekeken. Dat is voor de organisator veel belangrijker geworden dan de gemiddeld 12 miljoen kijkers voor de rechtstreekse tv-uitzendingen.

Dat businessmodel maakt dat ASO de grote winnaar van de Tourstart is. De groep boekt jaarlijks een winst van 30 miljoen euro en dat is vooral aan de Ronde van Frankrijk te danken. Andere evenementen die ASO organiseert (de marathon van Parijs, zeilwedstrijden, golftornooien,…) zijn veel minder rendabel. ASO beheert de winst conservatief. De investeringen worden tot een minimum beperkt. Het gros van de winst gaat via dividenden naar de telgen van de discrete eigenaars van ASO, de Franse familie Amaury.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content