Nederlanders gaan niet alleen voor benzine maar ook voor bier
steeds vaker de grens over naar Duitsland en België, waar de accijnzen lager zijn.
De accijnsverhoging op bier in Nederland kost de overheid geld en is schadelijk voor de werkgelegenheid. Dat blijkt uit onderzoek van bureau Regioplan in opdracht van brancheorganisatie Nederlandse Brouwers.
Nederlanders gaan niet alleen voor benzine maar ook voor bier steeds vaker de grens over naar Duitsland en België, waar de accijnzen lager zijn. Ze doen daar dan tegelijkertijd andere boodschappen. Volgens het cijferwerk van de onderzoekers kost dat 2000 banen bij winkels en horeca en komt hierdoor ook de werkgelegenheid bij de brouwers zelf onder druk te staan.
De accijnsverhoging pakt ook negatief uit voor de Nederlandse staatskas. In 2013 leverde de accijnsverhoging op bier 24 miljoen euro extra op. Daar staat volgens de onderzoekers een groter verlies aan btw-inkomsten tegenover van 28 miljoen euro.
Begin dit jaar is de bieraccijns in Nederland verhoogd met 5,75 procent. De brouwers roepen de overheid op deze verhoging terug te draaien en de belasting af te stemmen op de tarieven in de buurlanden. (Belga/TE)
Dat zal gunstig uitpakken voor de overheidsfinanciën, de
werkgelegenheid en het midden-en kleinbedrijf in de grensstreek, stellen zij. (Belga/TE)
