Belgische wijnbouw groeit met horten en stoten

LODEWIJK WAES "Massaproductie zal hier nooit komen." © jonas lampens
Alain Mouton
Alain Mouton Journalist

September is de oogstmaand voor de Belgische wijnbouwers. De sfeer in de sector, die in tien jaar is vertienvoudigd, zit goed. Maar ook niet meer dan dat. Het blijft een zeer kapitaal- en arbeidsintensieve sector, het duurt lang voor een wijnbedrijf rendabel is en de opbrengst varieert enorm, ondanks de klimaatverandering die voor de wijnbouw gunstig lijkt. Kan extern kapitaal voor extra ademruimte en minder stress zorgen?

In de tuin rond het wijnkasteel Genoels-Elderen in het Zuid-Limburgse Riemst heerst een opvallende rust. Maar die is slechts schijn. Achter de muren is het alle hens aan dek. De wijnpersen draaien op volle kracht. Het is half september en dat betekent dat de wijnoogst aan de gang is. Dat is vroeg, in vergelijking met enkele jaren geleden. “Toen we hier dertig jaar geleden met wijnbouw begonnen, plukten we de druiven in oktober. Soms zelfs tot 5 november”, zegt Joyce van Rennes, die met haar man het domein van meer dan 22 hectare wijnstokken beheert. “Nu beginnen we voor het tweede jaar op rij eind augustus. Eind deze maand is alles binnen.”

De oorzaak van de vroegere oogst is de klimaatverandering. Experts zeggen dat de opwarming van de aarde meer kansen biedt voor de wijnbouw in België. De wijngrens is de voorbije decennia een paar honderd kilometer naar het noorden verschoven. Zijn dat ideale omstandigheden voor de Belgische wijnbouw om sterk te groeien en rendabeler te worden?

België is een jong, maar snel groeiend wijnland. In 2006 telde ons land amper 72 hectare wijnland, nu is dat meer dan 700 hectare. De opbrengst steeg navenant: van 220.000 naar bijna 2 miljoen liter in 2020. In 2015 waren er 103 wijnbouwers in België, ondertussen zijn dat er 238. “Ik ken weinig sectoren die zo’n cijfers kunnen voorleggen”, zegt Lodewijk Waes, voorzitter van de vzw Belgische Wijnbouwers en eigenaar en beheerder van een domein in Zwijnaarde bij Gent. “De wijngrens loopt van het zuiden van Groot-Brittannië over België naar Duitsland met de Moezelvallei en draait af richting de Balkan. Die grens verschuift langzaam naar het noorden door de klimaatopwarming. De uiterste limiet wordt wellicht het noorden van Nederland. 2013 was een kantelpunt. Toen zijn er na veel warme zomers meer mensen in de sector gestapt. Door de klimaatopwarming krijgen de wijnstokken meer zonuren, wat goed is voor de rijping van de druiven. Je hebt gemiddeld 10 graden op jaarbasis nodig. Dat is een positief effect. Maar zomaar zeggen dat de klimaatopwarming goed is voor onze wijnbouw: nee. Het weer is nu veel grilliger, met een latere voorjaarsvorst, stormen met hagel en lange droogteperiodes.”

2013 was een kantelpunt. Toen zijn er na veel warme zomers meer mensen in de sector gestapt’

Lodewijk Waes, vzw Belgische Wijnbouwers

Dat bevestigt Joyce van Rennes: “Veel druiven hebben dit jaar geleden onder de zonnebrand, terwijl de zomer voordien heel vochtig was. In zo’n situatie is het aan te raden wat bladeren weg te halen, zodat de weinige warmte en zonneschijn de druiven toch bereikt. Maar in hete zomers is dat dan weer gevaarlijk. Je moet soms gokken. We hebben 100 kilometer aan wijnstokken, het moet haalbaar zijn in te spelen op die extreme toestand. Dat is niet zoals een amateur met een halve hectare die gewoon wat druiven afdekt zodat ze niet verbranden.” Ook Martin Bacquaert, wijnmaker bij Entre-Deux-Monts (20 hectare, 120.000 flessen per jaar), de grootste producent in het West-Vlaamse Heuvelland, is genuanceerd: “Ik juich de opwarming niet zomaar toe. Ze is erg nadelig voor wijnmakers in zuidelijke Europese regio’s, wij hebben er minder last van. Wij hebben hier dan weer te maken met een wispelturig product met grote verschillen tussen de jaargangen.”

Belgische wijnbouw groeit met horten en stoten

Dat verklaart de groeipijnen van de sector. Op de lange termijn wint de Belgische wijnbouw aan belang. Maar na heel goede jaren als 2018 en 2020 kwam een kletsnat rampjaar 2021. De productie daalde met 27 procent tot ongeveer 1.350.000 liter (zie grafiek Schommelingen in groei Belgische wijnsector).

Dat betekent dat een stabiele en hogere rentabiliteit niet gegarandeerd is. Joyce van Rennes: “In 2018 kenden we een topjaar met 160.000 flessen – normaal gezien één fles per wijnstok. In 2021 waren dat er amper 20.000. Je moet daar rekening mee houden. Via de wijnhandel nemen enkele toprestaurants onze producten af. Die moeten constant een voorraad hebben. Is onze wijn daar uitverkocht, dan verdwijnt die van de kaart en is het erg moeilijk opnieuw voet aan de grond te krijgen in die restaurants.”

De regel van drie keer tien

Volgens Lodewijk Waes geldt voor het rendabel verbouwen van wijn de regel van drie keer tien, los van de klimaatverandering: “Je hebt tien hectare nodig, je moet tien jaar wachten voor je winst kan maken en je verkoopt je fles niet onder 10 euro. Je moet rekening houden met een startjaar of een voorbereidend jaar met grondbewerking. Het tweede jaar kan de aanplant beginnen en pas het derde jaar heb je 30 procent van een normale productie druiven. Het vierde jaar zit je aan 70 procent oogst en vanaf het vijfde jaar heb je een normale productie. Pas na zeven jaar kun je beginnen met de commercialisering, zonder tegenvallers. De kwaliteit van de stokken neemt ondertussen gestaag toe. Kortom: ik investeer en de volgende generatie zal ervan genieten.”

In een natte zomer is het aan te raden wat bladeren weg te halen, maar in hete zomers is dat gevaarlijk. Je moet soms gokken’

Joyce van Rennes, wijndomein Genoels-Elderen

Waes wijst op de zware startinvesteringen: “De grond kost 75.000 à 100.000 euro per hectare of meer. Los daarvan moet je rekenen op 35.000 à 40.000 euro per hectare voor materiaal en plantgoed, plus nog een investering in een pers en vinificatie.”

Ook Martin Bacquaert wijst op de zware investeringen. “Het blijft een arbeids- en kapitaalintensieve sector. Je moet rekenen op één werkkracht per 3 tot 4 hectare. We zijn gestart in 2005 en de uitbreiding gebeurde langzaam. Er is ook zeer weinig landbouwgrond beschikbaar.”

Entre-Deux-Monts is een rendabel wijndomein. Het haalde in 2021 een brutomarge van 1,1 miljoen euro en boekte een winst van bijna 450.000 euro, blijkt uit de balans die werd neergelegd bij de Nationale Bank. Het jaar voordien bedroeg de winst 390.000 euro. Het eigen vermogen is met 1,6 miljoen euro stevig. “Je moet ook constant opvolgingsinvesteringen doen. Dat is geen probleem als je een zekere marge hebt. Maar een nieuwe bottelmachine kost 60.000 euro en een ontbladeringsmachine 40.000 euro. Daarnaast denken we aan een nieuw gebouw van 500.000 euro.”

De productie van het wijnkasteel Genoels-Elderen kende in 2021 een rampjaar. “Maar financieel was het winstgevend door onze buffervoorraad”, weet Joyce van Rennes. “De omzet bedroeg 1,7 miljoen euro, de winst 888.000 euro.”

Maar de rentabiliteit van domeinen als Entre-Deux-Monts en Genoels-Elderen is niet de norm. Een domein van meer dan 10 hectare, zoals Aldeneyck (270.000 euro in 2021), boekt mooie winsten. Maar kleine spelers hebben vaak rode balansen. Volgens cijfers van de vzw Belgische Wijnbouwers moet je de sector in drie groepen opdelen (zie tabel Drie groepen wijnbouwers). Eerst zijn er de hobbyisten die minder dan 4 hectare verbouwen. Dat is 12 procent van de Vlaamse en 7 procent van de Waalse wijnboeren. “Als hobbyist kun je niet verwachten je activiteit winstgevend te maken”, is het strenge oordeel van Paul Vleminckx, eigenaar van Chardonnay-Meerdael in Oud-Heverlee (8 hectare) en in Vlaanderen ooit pionier in de productie van mousserende wijnen. “Ik kan begrijpen dat mensen met een wijngaard van pakweg een halve hectare thuis een vakantiegevoel willen creëren. Maar als je twee of drie jaar een slechte oogst hebt, is het voorbij.”

JOYCE VAN RENNES
JOYCE VAN RENNES “Met externe investeerders komt er soms snel een te grote tijdsdruk.”© jonas lampens

Een tweede groep is de middenklasse met 4 tot 10 hectare. 64 procent van de Vlaamse wijnbouwers valt in die categorie, in Wallonië is dat 51 procent. Ten slotte zijn er de grote wijndomeinen van meer dan 10 hectare die ook het winstgevendst zijn. Daarvan zijn er vijftien in België: een kwart van de Vlaamse wijngaarden en 42 procent van de Waalse. Lodewijk Waes: “Die cijfers wijzen op een van de grenzen voor de groei van de wijnbouw in dit land: oppervlakte. In Wallonië is dat veel minder een stressfactor dan in Vlaanderen. Mijn domein van 5 hectare is verspreid over verschillende percelen.”

Externe middelen

Volgens Martin Bacquaert kunnen landbouwers die druiven verbouwen en doorverkopen aan een wijndomein een deel van de oplossing zijn. “Entre-Deux-Monts haalt een deel van de druiven bij een externe druiventeler die geen eigen wijn maakt, uiteraard enkel in België. Het probleem is dat bepaalde oorsprongsbenamingen niet worden toegekend omdat niet alle druiven van het domein afkomstig zijn. Dat is vreemd. Positief is dan weer dat fruitboeren die daarnaast ook wijn verbouwen steeds meer de switch maken naar zuivere wijnbouw.”

Kunnen bijkomende externe middelen een duwtje in de rug zijn, waardoor de Belgische wijnsector niet langer een nichemarkt blijft? Kapitaal is aanwezig in België. Kapitaalkrachtige ondernemers en bedrijfsleiders kopen wijndomeinen in Frankrijk en Italië. Dat zou evengoed in België kunnen. Dat gebeurt al voor een deel. In het Vlaams-Brabantse Linden kocht Urbain Vandeurzen een kasteel en plantte er een wijngaard. Hij verkocht zijn bedrijf LMS in 2012 voor 700 miljoen euro. Dat wijndomein hoeft dus niet zo snel mogelijk rendabel te zijn.

Een ondernemer als Vandeurzen kan zijn domein gemakkelijker draaiend houden omdat hij eerder al fortuin maakte. Hetzelfde geldt voor de vader van Joyce van Rennes, de oprichter van Genoels-Elderen, die eind jaren tachtig zijn groothandel in horeca-artikelen verkocht en het geld in Limburgse wijn investeerde. Of voor Paul Vleminckx, die in 1994 met Chardonnay Meerdael van start kon gaan nadat zijn familiebedrijf in mosterd en mayonaise was overgenomen door Vandemoortele. Is hier een investeringsmarkt? De meningen zijn verdeeld. Vleminckx: “Ik zou daar toch mee opletten. Het enthousiasme is groot om er ofwel zelf mee te beginnen ofwel iemand te steunen. Maar het blijft risicovol.”

Door de klimaatopwarming hebben we hier een wispelturig product met grote verschillen tussen de jaargangen’

Martin Bacquaert, wijndomein Entre-Deux-Monts

Lodewijk Waes zegt ja: “In Vlaanderen zijn er altijd industriëlen geweest die droomden van een wijngaard, maar ze zijn naar Frankrijk getrokken. Ze zien het zelfs als een prestigeproject. Een wijndomein met uitstraling kán in België. Meer en meer domeinen doen hier bovendien aan crowdfunding, bijvoorbeeld om een vinificatieruimte te bouwen. Vin de Liège heeft zo in twee weken 100.000 euro ingezameld.”

Waes wijst er verder op dat het rendement op de investering op lange termijn hoger is dan vroeger door de professionalisering in de sector. “Belgische wijnboeren grijpen meestal terug naar klassieke druivenrassen die in het verleden bewezen hebben rendabel te zijn en omdat de consument ermee vertrouwd is, zoals chardonnay, pinot noir en pinot gris. Maar sinds de jaren zeventig zijn er nieuwe rassen. Dat zijn de zogenaamde hybride rassen, kruisingen van wijnrassen die resistenter zijn tegen ziektes. Die nieuwe rassen moet je tot vijf keer minder besproeien. En ze verhogen de opbrengst.”

Groeimarge in export

Slechts 0,5 procent van de Belgische wijnconsumptie zijn Belgische wijnen. Een Belg drinkt gemiddeld 32 liter wijn per jaar. Dat komt neer op één klein glas Belgische wijn per jaar. “Het is een typisch eindejaarscadeau”, weet Paul Vleminckx. “Belgische wijnen zijn prijziger en zullen dat blijven”, zegt Waes. “We moeten blijven kiezen voor het hogere segment. Massaproductie zal hier nooit komen.”

Dat is ook de mening van Joyce van Rennes, die ervoor waarschuwt Belgische wijndomeinen niet als investering te zien met louter een focus op snelle return. “Wat als je extern kapitaal binnenhaalt en de aandeelhouders hun participatie als een belegging zien die snel moet renderen? Gaan ze dan de druk opvoeren? Met twee compagnons of meer wordt het er ook niet gemakkelijker op een domein te beheren”, zegt ze. “We willen elk jaar een kwaliteitsproduct afleveren. Als je echt rendabel wilt zijn en kwaliteit wilt leveren, mag er geen te grote tijdsdruk zijn. Maar die komt er soms snel met externe investeerders.”

Van Rennes wijst erop dat de opbrengst in de champagnestreek 120 hectoliter per hectare bedraagt. In Australië en andere wijnlanden is dat zelfs 240 hectoliter. In België bedraagt het rendement 40 hectoliter per hectare. “Dat is een bewuste keuze. De klant wil de terroir, de streek waarvan de wijn afkomstig is, proeven in het eindproduct. Dat kan niet meer als je kiest voor grote volumes.”

Van Rennes pleit ervoor dat de sector blijft inzetten op kwaliteitsvolle producten die ook in het buitenland beginnen aan te slaan en meeprofiteren van het positieve imago van bier en chocolade op onze afzetmarkten. “De Belgische mousserende wijn is van topkwaliteit en dat moeten we meer promoten”, zegt Van Rennes. “De export van de Belgische wijnen is nog beperkt, maar er is een grote groeimarge.” Genoels-Elderen heeft afnemers in Nederland, en zelfs in Japan. “De Scandinavische landen hebben een toenemende interesse in onze wijnen”, aldus Van Rennes. “De keuze van de importeur is daarbij cruciaal. In Londen heeft die ons assortiment de Michelinrestaurants binnengebracht.”

MARTIN BACQUAERT
MARTIN BACQUAERT “Het blijft een arbeids- en kapitaal-intensieve sector.”© jonas lampens

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content