België zonder e-commerce: een reis naar het absurde in 11 fictieve situaties

© TT
Christophe Charlot redacteur Trends - Tendances

Staking na staking bij bpost. Faillissementen van onlinewinkels, boekenuitgevers en ‘dark kitchens’. Een inkrimping bij veel detailhandelaren. De sluiting van het laatste Belgische agentschap voor de ontwikkeling van e-commercesites. Lange rijen in sommige winkels en aan de NMBS-loketten. Nieuwe bedrijven die aan de overkant van de grens worden gelanceerd. Zo zou het ‘e-commercevrije België’ van Paul Magnette eruit kunnen zien. Onze collega’s van Trends-Tendances beschrijven elf fictieve situaties waardoor we de werkelijke gevolgen van zo’n maatregel kunnen begrijpen, mocht die worden genomen.

Disclaimer

Dit artikel is een fictieve weergave van hoe België er in 2025 zou kunnen uitzien, wanneer e-commerce in 2022 verboden zou zijn geweest voor zowel Belgische spelers als buitenlandse giganten. Deze reis naar het absurde is gebaseerd op de woorden van PS-voorzitter Paul Magnette in het tijdschrift Humo. Deze fictieve situaties werden bedacht met de hulp van achttien specialisten en spelers uit de sector. En hoewel ze fantasierijk zijn, zijn ze gebaseerd op reële actuele situaties en op de beschikbare cijfers. De beschreven scènes zijn echter niet wetenschappelijk en houden wellicht geen rekening met tegengestelde ontwikkelingen die nu onmogelijk te kwantificeren zijn, bijvoorbeeld een mogelijke verschuiving van activiteiten naar buurtwinkels. Hun enige doel is een beter inzicht te verschaffen in de realiteit van de huidige e-commerce, die in het Belgische ecosysteem alleen al veel verder gaat dan de onlineverkoop door Amazon.

Het eerste land ter wereld worden zonder e-commerce. De verklaring van de voorzitter van de Parti Socialiste heeft de afgelopen week veel inkt doen vloeien (zie kader onderaanWat heeft Paul Magnette gezegd?). Zo’n idee is niet alleen onmogelijk uit te voeren, maar zou ook de hele economische structuur van ons land fundamenteel ontwrichten. Het zou het leven van particulieren en bedrijven op zijn kop zetten, waarschijnlijk met veel onvermoede gevolgen. Een België zonder e-commerce zou niet alleen een land zijn dat Amazon en alle grote internationale verkopers afwijst. Het zou een staat zijn die een groot aantal van zijn bedrijven zou verzwakken. Niet alleen de onlinewinkels, maar ook de logistieke spelers, de producenten, de digitale specialisten, de administraties, enzovoort. Honderdduizenden banen zouden worden getroffen, duizenden bedrijven zouden verdwijnen, zonder dat er enige zekerheid bestaat dat hun activiteiten of hun personeel zullen worden overgeheveld naar de traditionele spelers, zoals de socialistische voorzitter zou hopen.

Trends-Tendances heeft zich voor u (en voor Paul Magnette) een duik voorgesteld in een België van 2025 dat e-commerce volledig zou hebben verbannen. Een fictieve situatie waarin alle vormen van onlinehandel verboden zouden zijn, zowel voor de Belgische spelers als voor de grote buitenlandse groepen. Een ‘reis in absurditeit’ in de vorm van elf verzonnen verhalen.

1. Ten minste 8.000 e-commercebedrijven weggevaagd

26. Het nummer op de bon van Catherine voorspelt niet veel goeds. Ze weet dat ze bijna een uur zal moeten wachten voordat ze met haar Forem-adviseur kan spreken. Maar ze zal die tijd gebruiken om haar samenvattingen te herlezen voor het mondeling examen statistiek de volgende dag. Catherine moet schitteren op die test om haar diploma te halen en haar carrière te veranderen. Want ondanks tien jaar in een Brusselse e-commercestart-up en alle expertise die ze daar vergaarde, bestaat haar job niet meer. Weggenomen, samen met alle andere e-commercebedrijven, toen Paul Magnette een einde maakte aan de e-commerce in België. Veel profielen zoals dat van Catherine zijn in de kou blijven staan.

Volgens Inoopa, een bedrijf dat gespecialiseerd is in semantische analyse, telde België in 2021 8.000 pure player-bedrijven. Dat zijn bedrijven met onlineshops maar zonder verkooppunt. Voorbeelden zijn eFarmz, Kazidomi en Newpharma, die respectievelijk 80, 50 en 250 mensen in dienst hadden. Inoopa schat het aantal directe banen bij spelers die zich volledig toeleggen op onlineverkoop op 9.400. Sinds het einde van de e-commerce hebben sommige werknemers hun vaardigheden kunnen gebruiken bij grote Belgische groepen, banken en exploitanten. Anderen zijn naar elders in Europa gegaan om de buitenlandse e-commerce te versterken. Helaas hebben sommigen van hen geen nieuwe baan gevonden. Zij moeten een nieuwe richting proberen te vinden.

2. Duizenden bedrijven verzwakt

Naast de pure spelers heeft de uitstap uit de e-commerce ook gevolgen gehad voor een groot aantal spelers die zich rond bedrijven in de digitale niche hadden geschaard: ontwikkelaars van onlineshops, specialisten in onlinereclame, enzovoort. Gelukkig zijn sommige bureaus erin geslaagd zich om te scholen en helpen ze nu detailhandelaren om klanten te trekken. Soms op een verrassende manier door het concept van de sandwichman nieuw leven in te blazen.

Duizenden traditionele bedrijven hebben zich moeten afsnijden van de ‘e-commerce-arm’, terwijl ze werden aangemoedigd op het web gebaseerde activiteiten te ondernemen. In Wallonië hadden de ministers, zowel van de PS als van de MR, massaal hun steun verleend aan dat beleid van bedrijfscheques waarmee een groot deel van de ontwikkeling van websites en e-commerce kon worden gesubsidieerd. In de loop der jaren had Wallonië kolossale bedragen toegekend. Die bedragen zullen in 2022 verdwenen zijn, samen met hele delen van de activiteiten van traditionele bedrijven. Volgens de cijfers van Inoopa vertegenwoordigde de e-commercesector in 2021 “46.000 webwinkels, die toebehoren aan 38.000 Belgische bedrijven”, zegt CEO Jean-Pol Boone. Boekhandels, kruideniers, verkopers van kleding en schoenen, enzovoort. Welke detailhandelaar had in 2022 nog niet een deel van zijn activiteiten naar de e-commerce verlegd? Voor Buddy Buddy, een Brusselse kmo die biologische spreads aanbiedt, vertegenwoordigde e-commerce in 2021 20 procent van zijn activiteiten. Voor andere traditionele bedrijven was het nog veel meer. “In 2021 vertegenwoordigde e-commerce tussen 70 en 80 procent van onze groep”, zegt Thibault Léonard, de CEO van Mardaga Publishing en oprichter van Primento, een specialist in eBooks. Om nog maar te zwijgen van de omwentelingen in groepen zoals Delhaize die, volgens woordvoerder Roel Dekelver, in 2022 tussen 100 en 200 mensen in dienst zal hebben die zich volledig zullen toeleggen op de ontwikkeling van e-commerce.

3. Horeca opnieuw verzwakt

14 februari 2025. Nadège geeft plankgas. Ze moet bij de afhaalbalie van een restaurant in het centrum zijn voordat ze naar huis gaat. Ze verliet haar werk 35 minuten eerder. Dit jaar viert ze haar eerste Valentijnsdag met François. Een paar jaar geleden zou ze meer tijd hebben gehad om naar huis te gaan, de tafel te dekken en het chique driegangenmenu te laten bezorgen. Maar het vertrek van Deliveroo (40 werknemers in België) en Uber Eats van de Belgische markt heeft de situatie veranderd. Voorbij zijn de dagen dat Nadège drie of vier keer per maand eten liet bezorgen. Natuurlijk gaat ze soms op restaurant eten, maar heel zelden. Als gevolg daarvan verliest het restaurant 80 procent van de bestellingen die Nadège vroeger plaatste. Het verdwijnen van de e-commerce heeft niet alleen de zaken van Uber Eats, Deliveroo en Takeaway pijn gedaan, maar ook die van de restauranthouders, die tijdens de covid-jaren al hadden geleden. “In 2021 vertegenwoordigde de verkoop van afhaal- en bezorggerechten 15 procent van het bedrijf”, herinnert Thomas Mémurlin zich, medeoprichter van de Luikse keten Huggy’s Bar (250 werknemers).

En hoe zit het met de dark kitchens? Ten tijde van Paul Magnettes ‘anti-e-commercetoespraak’ waren die restaurants zonder eetzaal in volle ontwikkeling. Ondernemers hadden hun hele bedrijfsmodel gebouwd op de bereiding van gerechten die uitsluitend bestemd waren voor thuisbezorging. Met het verbod op e-commerce moesten die bedrijven sluiten zodra de duizenden koeriers van Deliveroo, Uber Eats en Takeaway hun fietsen in de garage zetten.

4. Herhaalde stakingen bij bpost

Op 10 januari 2025 gaan meer dan 3.000 mensen de straat op in Brussel. De werknemers van de afdeling Parcels & Logistics van bpost protesteren tegen het nieuwe herstructureringsplan, het derde sinds de sluiting van de e-commerce in België. Het postbedrijf heeft al drie jaar moeite om de daling van de e-commerceactiviteit een halt toe te roepen. De drastische daling van het aantal pakketten weegt op de resultaten van het bedrijf. Het zag zich genoodzaakt opnieuw een deel van zijn personeel te ontslaan, dat begin 2022 in België nog 26.000 mensen telde. Bpost had zich op het ogenblik van het plan van Magnette volledig geherpositioneerd om de golf van onlinehandel te omarmen. Door partnerschappen aan te gaan met buitenlandse reuzen zoals Amazon of bol.com en door aanbiedingen te ontwikkelen voor lokale onlinebedrijven, werkte het bedrijf aan een verschuiving om de scherpe daling van het postverkeer te stoppen. Anderzijds heeft de verzending van pakjes een ware explosie gekend dankzij de onlineverkoop. In 2020 zijn in België 336 miljoen pakjes verstuurd, aldus het Belgisch Instituut voor Postdiensten en Telecommunicatie (BIPT).

Op straat spuwt Marc, een van de personeelsleden, zijn woede in zijn megafoon. Hij wijst ook op de concurrentie en wat hij noemt de “smokkel” van PostNL, waarvan de bestelwagens nog steeds op Belgisch grondgebied rijden met “een aanzienlijk deel van de pakketten die e-commerce zijn”. De Belgische regering worstelt met het opzetten van een effectieve pakketfilter. Hoewel Amazon en andere niet meer rechtstreeks in het land kunnen leveren, hebben de consumenten zich georganiseerd om online te kopen en hun goederen in het geheim te laten leveren. Controles door douanebeambten en etiketten met inhoudsverklaringen zijn niet voldoende. Voor Marc “dient die smokkel alleen de belangen van PostNL en de buitenlandse bezorgers die een deel van de business van Amazon, bol.com of Zalando in België hebben opgegeven, hebben teruggewonnen, en er via de achterdeur toch in slagen”.

5. Grensbedrijven buiten België

30 juli 2025. Op het terras van een Brussels etablissement aan de Louizalaan toont Cédric Donck een glimlach die hij al een tijdje kwijt was. De afschaffing van e-commerce heeft hem en de 400 leden van zijn Virtuology-groep, die gespecialiseerd is in digitale marketing en e-commerce, getroffen. Zijn ecosysteem van start-ups was opgebouwd rond onlinereclame en de conversie van webverkeer. “Driekwart van onze omzet is op de een of andere manier verbonden met e-commerce”, vertelde hij ons in februari 2022. “De dag dat e-commerce van de Belgische markt verdwijnt, kunnen wij de winkel sluiten”, zei hij. Toen het plan van Magnette van kracht werd, kon Donck een beroep doen op zijn Franse en Malagassische filialen om een deel van het bedrijf te behouden. Maar Virtuology is niet langer actief op onze markt. Het bedient grote Franse distributiegroepen, buitenlandse e-commercespelers, enzovoort. Zijn Belgische klanten zijn allemaal verdwenen of kunnen niet langer aan e-commerce doen.

Cédric Donck is erin geslaagd het verbod op e-commerce te boven te komen. “De vraag naar onlineshopping bleef zeer groot op de Belgische markt”, herinnert hij zich. “Daarom ben ik een postbusfirma begonnen in Nederland en Frankrijk, langs de grenzen. Belgen zijn bereid tot 30 kilometer te reizen om hun pakjes in ontvangst te nemen en te blijven profiteren van de levering, tegen een goede prijs, van producten die ze in België niet meer kunnen vinden.” Donck is blij dat hij de werknemers van zijn vroegere start-ups heeft kunnen behouden.

6. Verlaten pakhuizen, Alibaba in Duitsland

De vrieskou trotseren, over lege kratten stappen en vliegende rommel ontwijken die door de luchtstromen wordt meegevoerd. Dat moet je doen als je in februari 2025 op de luchthaven van Luik door de magazijnen van Cainiao Network loopt, de logistieke arm van de Chinese e-commercegigant Alibaba. Een paar containers lijken haastig te zijn achtergelaten. De luchthaven van Luik, ooit een vlaggenschip voor logistiek vanuit Azië, verloor die status toen België de e-commerce verhinderde. De eind 2021 ingehuldigde magazijnen aan de rand van de luchthaven van Luik zijn stilgevallen. Alibaba is verhuisd naar Keulen, waardoor de Belgische werknemers in de kou zijn komen te staan. Zo’n 200 directe banen zijn verloren gegaan. Om nog te zwijgen van de ooit gekoesterde hoop dat de locatie een Europees knooppunt zou worden dat rechtstreeks werk zou bieden aan 900 mensen en onrechtstreeks aan 3.000 mensen.

7. Schaarste van duizenden producten

“Dezelfde trui, in het rood, heb je die niet?” vraagt een klant aan Audrey, de verkoopster van een kleine winkel in het centrum van Doornik. “Helaas niet, we hebben ze alleen in blauw, groen en roze”, antwoordt ze. “Vroeger kon u hier bestellen en morgen thuis ontvangen, maar wij kunnen niet langer e-commerce doen.” In het midden van de koopjesperiode is Audrey teleurgesteld dat ze niet alle producten kan aanbieden die haar klanten willen. Ze weet dat deze vrouw haar auto zal nemen om Luik te verlaten en elders de rode trui zal vinden. Internationale retailgiganten hebben zich daar gevestigd en hebben een zeer ruim aanbod, dat kleine winkels niet kunnen bieden. “In de modewereld verliep in 2021 naar schatting 40 procent van de verkoop via e-commerce”, analyseert Pierre-Alexandre Billiet, de CEO van Gondola, een mediagroep die gespecialiseerd is in retail. “Om de consumptie op hetzelfde peil te houden, moeten de winkels die dat kunnen, hun ruimte met 50 tot 100 procent uitbreiden.”

Het verdwijnen van de e-commerce in België komt dus ten goede aan de grote, vaak buitenlandse, spelers. De kleintjes hebben noch de ruimte, noch het geld om hun gamma uit te breiden. In 2025 zullen veel kleine detailhandelaren hun deuren sluiten omdat zij niet in staat zijn de klant een optimale ervaring of een ruime keuze te bieden.

“Het einde van de e-commerce betekent ook een ineenstorting van de diversiteit”, zegt Laurent Alexandre, auteur en futuroloog. “Zonder spelers zoals Amazon kunnen veel boeken met een gespecialiseerde inhoud niet bestaan”, argumenteert Thibault Léonard, de CEO van Mardaga publishing. “Boeken over hartritmestoornissen of korte therapieën kunnen niet in kleine buurtboekhandels worden aangeboden. Zonder e-commerce zullen die boeken verdwijnen.” En met hen heel wat kleine niche-uitgevers.

8. Algemene prijsstijgingen

“225 euro voor deze stoofpot? Dat is meer dan 35 euro meer dan voorheen”, zegt Denis boos terwijl hij naar de kassa van een winkel in het centrum van Namen gaat. De winkel biedt een veelheid aan modieuze culinaire accessoires en doet het goed. Het verkeer is aanzienlijk toegenomen sinds de sluiting van de e-commerce: gemiddeld 20 procent meer bezoekers per maand, en een explosie tijdens de feestdagen. De winkel biedt kwaliteitsproducten aan. Daarom kwam Denis hier zijn cadeaus kopen voor Kerstmis 2025. Maar hij merkte dat alle prijzen aanzienlijk waren gestegen. “Het was onvermijdelijk”, zegt Damien Jacob, e-commercespecialist en oprichter van de firma Retis. “Hoewel Amazon 200 miljoen referenties aanbood, werd de keuze aanzienlijk beperkt. Net als de concurrentie. De prijzen zijn dus onvermijdelijk gestegen.”

Enkele producenten die hun product uitsluitend hadden ontwikkeld voor een online-aanbod, moesten zich tot doorverkopers wenden. Ze hebben hun verkoopprijs verhoogd om de commissie van de tussenpersonen te kunnen betalen. Dat voelt de Belgische consument in zijn portemonnee. “Het volume-effect en de schaalvoordelen van de e-commerce verdwijnen. Dat leidt tot een daling van de koopkracht en verarming”, merkt Stéphane Mallard, Frans auteur en futuroloog, op. “Consumenten zullen demonstreren in de straten van Brussel en de herinvoering van Amazon in België eisen”, zegt Laurent Alexandre .

9. Monsterrijen bij de NMBS en de pretparken

Martine is ongeduldig in het station van Luik-Guillemins: de rij lijkt eindeloos. Maar ze is gedwongen te wachten bij een van de slechts twee loketten die open zijn. Sinds enkele jaren is het niet meer mogelijk een treinticket te bestellen via de mobiele applicatie van de NMBS. Het e-commercevrije België heeft de transport-, reis-, vrijetijds- en amusementssector ertoe gedwongen opnieuw verkooppunten voor tickets te openen. Zo zag de NMBS zich in 2024 genoodzaakt de 44 loketten ze in februari 2021 had gesloten te heropenen.

De meeste themaparken, zoals Walibi of Pairi Daiza, hebben ook extra loketten moeten heropenen, waardoor hun bezoekers soms in zeer lange rijen moeten aanschuiven. Natuurlijk worden hun kaartjes nog steeds verkocht aan de kassa’s van supermarkten en in de meeste boekhandels in het land. Maar parkbeheerders willen de commissies aan tussenpersonen minimaliseren. Dat komt omdat de onlineverkoop hen betere marges bood, ondanks de computerinvesteringen. Sommige attractieparken hebben zich georganiseerd om de verkoop van hun tickets te bundelen via speciale winkels, maar die liggen verspreid over de grote steden. Ze trekken niet het verre cliënteel aan dat vroeger zijn tickets online kocht.

10. Wedergeboorte van callcenters, ook ‘s nachts

De derde verdieping van dit gebouw in Evere is ‘s nachts helder verlicht. Binnen staan rijen bureaus waarachter een heleboel operatoren bezig zijn, met koptelefoons en microfoons op hun hoofd. Hun baas is opgetogen: de sluiting van de e-commerce in België heeft hem in staat gesteld zijn callcenter uit te bouwen. Tientallen kleine en grote industriële ondernemingen doen een beroep op zijn operatoren voor het beheer van bestellingen van onderdelen of machines van buitenlandse bedrijven. Dankzij e-commerce waren ze erin geslaagd “een einde te maken aan bestellingen via e-mail en fax”, aldus Simon-Pierre Breuls, directeur van Universem en oprichter van Ariane Consulting. “Zij hoefden hun teams niet langer te vragen om zelf het ERP-systeem (geïntegreerde beheersoftware, nvdr) in te voeren, wat een bron van fouten en efficiëntieverlies was. Orders werden ingevoerd via het web, gekoppeld aan het ERP-systeem en aan de voorraad, die automatisch een inkooporder naar de leverancier kon sturen wanneer de voorraad bijna op was.

Volgens de Business Maturity Barometer van Digital Wallonia had 37 procent van de Waalse bedrijven met meer dan tien werknemers in 2020 geautomatiseerde verbindingen met hun partners tot stand gebracht. Maar aangezien België zichzelf tot land zonder e-commerce heeft verklaard, moesten de ondernemingen andere oplossingen vinden. Telefonische bestellingen hebben ze uitbesteed aan callcenters voor alle buitenlandse bestellingen die tussen 19 en 7 uur vallen. Sommige hebben zich in België ontwikkeld, maar een groot deel van de industriële bedrijven doet een beroep op buitenlandse onderaannemers, in landen zoals Madagaskar of Tunesië.

11. Legers van vrachtwagens en rijen van auto’s

Uitgerust met camera’s en sensoren leveren de Belgische wegen elke seconde miljoenen gegevens aan de algoritmen en statistici van dit Gentse analyse-instituut, dat zijn personeelsbestand heeft uitgebreid sinds het einde van e-commerce op Belgisch grondgebied. In opdracht van de overheid om de ecologische gevolgen van het plan van Magnette te bestuderen, heeft het drie jaar lang moeite gedaan om duidelijke tendensen vast te stellen. Houdt de toename van het aantal personenauto’s op de wegen en het vrachtverkeer naar de stadscentra verband met het verdwijnen van de e-commerce? Was e-commerce zo vervuilend? Al in 2022 konden specialisten geen duidelijke trend vaststellen en waren de studies tegenstrijdig. Alain Etienne, medeoprichter van het e-commercebedrijf Kazidomi, verklaarde: “Wat veel vervuiling veroorzaakt, zijn bestellingen die vanuit verschillende magazijnen worden verzonden. Het centraliseren van de zendingen is de sleutel: het is beter om één bpost-busje te hebben dat vijftig pakjes levert dan vijftig particulieren die rondrijden.”

In een studie van het Franse tijdschrift Capital van eind 2020 werd het milieueffect van e-commerce als “rampzalig” omschreven. “De stapel bestellingen heeft het equivalent gegenereerd van 1.347 reizen rond de wereld met de auto. En dan hebben we het nog niet eens over het vrachtwagenverkeer om de pakjes te leveren, of het energieverbruik van de netwerken en datacentra. Omgekeerd beweerde een studie van het New Yorkse adviesbureau Oliver Wyman (maar gefinancierd door Amazon) in 2021 dat een aankoop in de non-food e-commerce tussen 1,5 en 2,9 keer minder CO2 genereerde dan een aankoop in een fysieke winkel. De reden? Het gebruik van de eigen auto van een consument om naar de winkel te gaan. Volgens dezelfde studie vertegenwoordigde e-commerce slechts 0,5 procent van het wegverkeer in stedelijke gebieden, terwijl de fysieke handel verantwoordelijk was voor 11 procent van het verkeer.

Die verhouding proberen de Belgische autoriteiten in 2025 eindelijk te meten dankzij de vele sensoren en intelligente camera’s. Maar voor deze woedende expert “was de grote fout van Paul Magnette een standpunt in te nemen tegen e-commerce, met ongefundeerde ecologische en maatschappelijke argumenten. De waarheid is dat in 2022 geen enkele e-commercespeler zijn cijfers vrijgaf. En er waren geen sluitende studies om het effect van e-commerce op het verkeer en het milieu vast te stellen. Het verbod op e-commerce was gebaseerd op puur dogmatische situaties.”

Wat heeft Paul Magnette gezegd?

In Humo van 8 februari 2022:

“De langdurig zieken zijn het grote probleem. En die sector zal dat probleem nog verergeren. Daarom wil ik na de kernuitstap graag de e-commerce-uitstap realiseren. Laat België maar een land worden zonder e-commerce, met échte winkels en bruisende steden. Onze kledingshops en boekenwinkels kunnen steeds moeilijker opboksen tegen de Amazons en Zalando’s.”

Op de RTBF op 8 februari 2022:

“We zullen niet onmiddellijk volledig uit de e-commerce stappen, maar ik denk dat het een debat verdient. Te vaak vragen wij ons niet meer af wat er achter dat soort sector schuilgaat. We vergeten dat daarachter een milieu-impact schuilgaat die soms catastrofaal is. Wij vergeten dat daarachter catastrofale arbeidsomstandigheden schuilgaan en dat wij vooral moeten blijven strijden voor de verdediging van de rechten van de werknemers en de kwaliteit van de werkgelegenheid.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content