Bedrijfsleiders geloven nog in Europese sprookjes

© belga

Ondanks de Griekse crisis, gelooft 61 procent van de Europese bedrijfsleiders dat Europa in 2030 nog meespeelt met de economische grootmachten.

Toch maakt 72 procent van de bedrijfsleiders zich tegelijk zorgen. Dat blijkt uit de resultaten van een enquête bij bijna 2000 bedrijfsleiders die Booz & Company, de Europese Raad en Insead deze week hebben voorgesteld. De studie vormt de discussiebasis tijdens het eerste jaarlijkse forum The State of the European Union dat op 29 juni in het Brusselse Egmontpaleis plaatsvindt.

De managers vinden dat Europa in economische zaken – monetair (78%), budgettair (64%) en industrieel beleid (48%) – meer impact mag hebben dan de nationale staten. Sociale bevoegdheden liggen gevoeliger: 62 procent van de Europese bedrijfsleiders wil een gemeenschappelijk sociaal model in de EU, maar de meningen over welk model verschillen nogal. Van ruim 40 procent mag Europa in sociale zaken ook het voortouw nemen. Het zijn overigens vooral de respondenten uit de landen die al lang bij de EU zitten of uit de eurozone komen die meer geneigd zijn om bevoegdheden naar de EU over te hevelen.

Zowat een op de vier bedrijfsleiders gelooft dat een structureel trage economische groei van bijna 2 procent per jaar de norm is in Europa. Om de economie in Europa een nieuwe boost te geven, vinden zij innovatie en kmo’s de sleutels. Volgens 95 procent moet Europa daar zijn geld en energie in steken. Over de noodzaak aan investeringen in innovatie is iedereen het eens; maar over de uitwerking niet. Over de EU-doelstelling bijvoorbeeld om 40 tot 80 procent van de gebruikte energie tegen 2050 te halen uit duurzame energie, zijn de meningen verdeeld: 37 procent denkt dat EU niet voldoende uitvoerende macht heeft, 25 procent gelooft dat de Europese bedrijven het slachtoffer zullen worden van die politiek, 38 procent denkt dat de Europese bedrijven beter worden van het Europese energiebeleid.

Als stimulans voor economische groei schuift 85 procent ook meer begrotingsdiscipline naar voren. Opvallend: slechts 34 procent gelooft in de uitbreiding van de EU met landen als Turkije om de economische groei aan te zwengelen. Ook opvallend: vooral de landen met de laagste schuldgraad geloven in het effect van begrotingsdiscipline op de economische groei. Dezelfde landen zijn ook het meest te vinden voor een verstrenging van het Stabiliteitspact. Landen waar daarvoor minder steun te vinden is, zijn Spanje, Frankrijk, Griekenland, Ierland en het Verenigd Koninkrijk.

Slechts een op de twee bedrijfsleiders gelooft dat crisissen kunnen worden vermeden door het uitbreiden van het financiële vangnet voor landen van de eurozone. Aan de andere kant valt voor de europessimisten te noteren dat in Duitsland nog altijd 76 procent van mening is dat het monetaire beleid beter in handen blijft van de ECB dan van de Bundesbank.

R.B.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content