‘Banken staan voor tweede fase van herstel’
Banken en verzekeraars hebben zich hersteld van de crisis, maar moeten nu een tweede fase van herstel inzetten waarbij ze hun interne kosten drukken en de rendabiliteit verhogen. Die boodschap komt van gouverneur Luc Coene van de Nationale Bank.
De Nationale Bank van België presenteerde deze namiddag zijn jaarlijks rapport over de stabiliteit van de financiële sector in ons land. Gouverneur Coene gaf meteen aan dat de omgevingsfactoren moeilijk zijn. Vooral de lage rente speelt de sector parten. Die zorgde ervoor dat de netto rente inkomsten, de belangrijkste inkomstenbron van de Belgische banksector, in 2013 verder daalden. De banken konden wel hun commissie-inkomsten verhogen, meerwaardes op activa boeken, en 1,3 miljard euro inkomsten uit hun marktenzalen puren. Mede daardoor realiseerden de Belgische banken in 2013 een gezamenlijke nettowinst van 3,28 miljard euro, dubbel zo veel als een jaar eerder.
De operationele kosten van de banken daalden lichtjes, maar onvoldoende in de ogen van de Nationale Bank. “De kosten van de banken blijven hoog”, zei directeur Jean Hilgers, “Met een cost/income-ratio van 62,4 procent zitten de Belgische banken boven het Europees gemiddelde.”
Kapitaalbuffers
“Als de banken hun kapitaalbuffers willen versterken door winst opzij te zetten, moeten ze hun rendabiliteit optrekken”, vindt Coene, “De banken staan voor een tweede fase in het herstelproces: de kosten moeten naar beneden en de efficiëntie omhoog.”
Met de kapitaalratio’s van de Belgische banken is het vrij goed gesteld, maar dat is vooral een gevolg van de balansafbouw de voorbije jaren, waardoor het totaal aan risicogewogen activa daalde van 408 miljard euro in 2009 tot 339 miljard euro vorig jaar. Het eigen vermogen is evenwel nauwelijks toegenomen. “Bepaalde banken zullen de komende jaren nog een inspanning moeten doen om de normen van Bazel III te halen”, zei Coene.
Verzekeringssector
Ook de verzekeringssector lijdt onder de lage rente. Vooral de tak-leven ziet de premies ineenschrompelen, van 20,7 miljard euro in 2012 tot 15,8 miljard euro in 2013. Daardoor gaat ook de rendabiliteit achteruit. In 2013 realiseerde de Belgische verzekeringssector een nettowinst van 1,4 miljard euro, tegen 2,4 miljard euro een jaar eerder. Ook de verzekeringsmaatschappijen zullen hun kostenstructuur aan de verminderde omzet moeten aanpassen, luidt de boodschap van de NBB.
Systeemrisico’s
De Nationale Bank wees voorts nog op twee potentiële systeemrisico’s, die nauwlettend opgevolgd worden. In de eerste plaats is er de overwaardering van de Belgische vastgoedmarkt. De huizenprijzen blijven stijgen in België en ook de kredietomloop van hypothecaire leningen blijft toenemen.
De Nationale Bank heeft sinds begin dit jaar de risicoweging voor Belgische hypothecaire leningen met 5 procentpunten opgetrokken (uitsluitend voor banken die een intern risicomodel gebruiken om de minimum kapitaalvereisten voor deze portefeuille te berekenen). Door deze maatregel is het gemiddelde risicogewicht gestegen tot 15 procent. Dat impliceert dat deze banken verplicht zijn meer kapitaal aan te houden voor hun woonkredieten, waardoor ze in geval van een correctie op de huizenmarkt de klap beter moeten kunnen opvangen.
In de tweede plaats waarschuwde de Nationale Bank voor de grote blootstelling van banken en verzekeraars aan Belgisch overheidspapier. Bij de banken zit 60 miljard euro of 49 procent van hun portefeuille overheidspapier in Belgische staatsobligaties. Bij de verzekeringsmaatschappijen gaat het eveneens om 60 miljard euro, wat neerkomt op bijna 60 procent van de portefeuille. Dat houdt een concentratierisico in.
Overheidsobligaties
Eerder gingen in Europa stemmen op om ook aan overheidsobligaties een risicogewicht toe te kennen. Gouverneur Coene vindt dat echter bijzonder complex: “Wie gaat beslissen over het risicogewicht van die obligaties, en volgens welke criteria? Ik vrees dat we daar nooit uit geraken. Een andere mogelijkheid is het opleggen van concentratielimieten. Op die manier kun je evengoed de blootstelling beperken. Maar daar zijn we nog ver van. De technische discussies moeten nog beginnen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier