Axel Smits (topman PwC Belgium): ‘Het is groeien of verdwijnen’

AXEL SMITS "We groeien sinds onze start in België 99 jaar geleden." © KRIS VAN EXEL
Hans Brockmans
Hans Brockmans redacteur bij Trends

PwC Belgium boekte vorig jaar een omzetstijging van 10 procent. Voor topman Axel Smits is stagnatie geen optie. Enkel de grootste financiëledienstenbedrijven maken voldoende winst om investeringen in dure technologie mogelijk te maken.

De omzet van het professionele dienstenbedrijf PwC Belgium steeg vorig boekjaar met 10 procent naar 340,9 miljoen euro. “We groeien sinds onze start in België, 99 jaar geleden”, zegt Axel Smits, die in december werd herverkozen als voorzitter. “Stagnatie is geen optie. Met schaalgrootte kunnen we sterk investeren, vooral in technologie. De kleinere sectorgenoten zullen allicht moeten consolideren om bij te kunnen benen of ze zullen verdwijnen.”

Adviseurs worden advocaten

De grootste tak van PwC is Tax & Legal Services (TLS). Die afdeling haalde een omzet van 136,3 miljoen euro, een stijging met 10 procent. Vennootschapsjuristen werden overstelpt met vragen over de fusie- en overnamemarkt. Fiscalisten kregen heel wat vragen over accijnzen, btw en andere fiscale onzekerheden rond de brexit.

Het advocatenkantoor PwC Legal (17 miljoen euro omzet en 117 medewerkers) is niet financieel geïntegreerd in PwC. Vorig jaar kwamen er veertig PwC TLS-adviseurs in sociaal recht bij. “Zo kunnen ze optreden in de rechtbank”, legt Smits uit.

Assurance (audit en verwante diensten) is de tweede tak, met een omzet van 131,3 miljoen euro (+1%), waarvan de bedrijfsrevisoren 85,7 miljoen euro (+4%) binnenhaalden. PwC blijft de leidende bedrijfsrevisor in België. “Audit is een verzadigde markt”, geeft Smits toe. Er is wel veel beweging omdat de Europese Commissie bedrijven sinds 2017 verplicht regelmatig van auditkantoor te veranderen. “Ik sta achter die hervorming”, zegt Smits. “Het is niet vanzelfsprekend dat een bedrijf honderd jaar met hetzelfde kantoor werkt. Het probleem is dat de rotatietijd verschilt van land tot land.”

Het gevolg is dat bedrijven in elk land van bedrijfsrevisor veranderen als één land waar ze actief zijn hen dat verplicht. “Het kan dus dat een multinational elke drie jaar een nieuwe revisor kiest”, weet Smits. “Die rotatietijd is te kort. Het kost heel wat tijd om een onderneming grondig te leren kennen. PwC is de grootste in de bankensector, maar we weten dat we over enkele jaren die klanten verliezen. We moeten dan heel wat medewerkers omscholen naar een andere expertise. Het risico bestaat dat hele ploegen mee overstappen van het ene revisorenkantoor naar het andere. Zo ondermijn je de hervorming. Ik beschouw de eerste rotatieronde als een verkenningsfase, waarin we leren van de fouten en de regelgever hopelijk het systeem bijstelt.”

AXEL SMITS
AXEL SMITS “Iedereen spreekt over de digitale ontwrichting van de cijferberoepen, maar we blijven een people’s business.”© KRIS VAN EXEL

De adviesmarkt groeide vorig jaar met 5 procent. Daarom is de omzetstijging met 24 procent van PwC’s adviespraktijk naar 86,4 miljoen euro opmerkelijk. Vorig jaar nam het ABSI over, een expert in de klantenbeheersoftware Salesforce. Met de overkomst van zijn 55 experts zet PwC in op die niche. De overname van Human Interface Group vult de expertise in gebruiksvriendelijke digitale toepassingen aan.

Buiten de vertrouwde vijver

Bij PwC Belgium werken 1994 mensen. Er werden vorig jaar 587 nieuwelingen aangeworven, 408 mensen vertrokken. “Elk jaar stijgt ons personeelsbestand”, zegt Smits. “Iedereen spreekt over de digitale ontwrichting van de cijferberoepen, maar we blijven een people’s business. Ons businessmodel draait nog altijd vooral op de uren die onze mensen factureren.”

Smits noemt de zoektocht naar getalenteerde medewerkers de belangrijkste uitdaging. “Vroeger visten we enkel in de vertrouwde vijver van economen en juristen”, vertelt hij. “Vandaag zoeken we datawetenschappers, robotici en experts in kunstmatige intelligentie. We botsen in de oorlog om talent niet alleen op andere grote advocatenkantoren, maar ook op telecomoperatoren en grootbanken.”

Wereldwijd telt PwC 276.000 personeelsleden. Met een omzet van 42 miljard dollar is het wereldwijd het nummer twee, na Deloitte (46 miljard dollar in 2018). Hoe positioneert PwC zich tegenover de andere Big Four-advocatenkantoren? “De Big Four is niet altijd de juiste referentie”, zegt Smits. “Het concurrentieveld is veel breder. Onze fiscaal adviseurs moeten opboksen tegen gespecialiseerde kantoren. Onze juridisch adviseurs meten zich met honderden advocatenkantoren. Technologieconsultants gaan de strijd aan met een hele reeks op technologie gerichte bedrijven. Het zou dus wat gek zijn dat PwC, KPMG, Deloitte en EY enkel elkaar beloeren.”

Interne digitalisering

Technologie is cruciaal in de concurrentiestrijd. “Technologie helpt onze mensen beter te worden, en dat is een continu leerproces”, erkent Smits. “De digitalisering laat ons toe informatie sneller te capteren, te interpreteren en te visualiseren.”

Dat geldt onder meer voor transfer pricing – de interne bedrijfsstromen tussen landen en de fiscale gevolgen ervan. Dat gebeurt op basis van voorraden, tewerkgestelde personen, activa, verkopen en andere bedrijfsgebonden factoren per land (zie kader Gewezen belastingparadijs België). Dat gebeurde vroeger handmatig, dossier per dossier. “Nu kunnen we wereldwijd een complete digitale doorlichting doen in enkelen uren”, legt Smits uit. “Op die manier kunnen we beter advies geven over een organisatie.”

Volgens Smits zijn enkel de Big Four in staat zulke transformatietrajecten vanuit alle relevante invalshoeken te ondersteunen. “Kennis en digitalisering gaan hand in hand. Schaalgrootte leidt tot unieke concurrentiekracht. Dit is trouwens niet dé tijd van verandering. Die behoefte aan verandering zal niet meer verdwijnen.”

Gewezen belastingparadijs België

Axel Smits is een specialist in internationale vennootschapsfiscaliteit en transfer pricing, de interne financiële stromen in multinationals van het ene land naar het andere. “Zo’n interne financiële verschuiving heeft soms het gevolg dat geen belasting wordt betaald in landen waar verkopen worden gerealiseerd, en dus winst wordt gegenereerd”, legt hij uit.

Sinds 2013 werkt de OESO aan maatregelen om de uitholling van de belastingbasis en de verschuiving van winsten naar belastingparadijzen te ontmoedigen. “De organisatie bleef lang aanmodderen door onderlinge meningsverschillen. Zo willen de Verenigde Staten niet dat hun internetbedrijven plots worden opgezadeld met torenhoge belastingfacturen in Europa. Heel wat internetbedrijven betalen er erg weinig belasting omdat de fiscale basis van de analoge economie de fysieke aanwezigheid is. Een internetbedrijf heeft meestal geen bedrijfsvestiging.” In oktober legde de OESO een voorstel op tafel, dat winst belast in functie van de verkoop in een land.

Betekent dat dat België meer of minder belastingen kan innen? “Met de notionele-intrestaftrek trok ons land miljarden voor interne banken aan, waarbij ontvangen intresten beperkt werden belast. België was volgens sommigen een belastingparadijs, dat verdiende aan belastingontwijking. Maar na de uitholling van de aftrek door de regering-Di Rupo, is België dat zeker niet meer. Vandaag verliest ons land belastinggeld, omdat het sterk wordt bevoorraad en gecommercialiseerd vanuit landen als Nederland, het Verenigd Koninkrijk en Frankrijk. Door het OESO-voorstel om de verkoop te belasten, winnen we er dus normaal netto bij.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content