ACV informeert zelfstandige koeriers over “uitbuiting”
De christelijke vakbond zal de komende dagen bij koerierbedrijven in heel België pamfletten uitdelen aan de zelfstandige pakjesbezorgers. Vrijdagochtend staan vakbondsvertegenwoordigers bij het koerierbedrijf TNT op Brucargo, de vrachtafdeling van Brussels Airport. ‘Elk pakjesbedrijf werkt met zelfstandige chauffeurs die uitgebuit worden’, zo staat in het pamflet.
De aanleiding voor de actie is de start vrijdag van een rechtszaak voor de Mechelse correctionele rechtbank tegen pakjesbedrijven PostNL en GLS, en een hele reeks onderaannemers. Zij worden beticht van georganiseerde sociale fraude, met de koeriers als voornaamste slachtoffers.
De advocaat van de christelijke vakbond spreekt van ‘een moderne vorm van slavernij’. Er is sprake van onder meer zwartwerk en schijnzelfstandigheid. De zelfstandige chauffeurs worden volgens de vakbond ook veel te weinig betaald.
De wantoestanden zijn volgens ACV niet beperkt tot de twee koerierbedrijven die voor de rechter moeten verschijnen, maar gelden voor de hele sector. ‘Niet alleen bij PostNL en GLS spelen deze praktijken zich af. Ook bij DPD, TNT-FEDEX, DHL en UPS en tal van andere pakjesbedrijven horen we dezelfde signalen’, zegt Hans Elsen, secretaris van de christelijke bediendebond ACV Puls. ‘Het kan niet dat deze bedrijven alle sociale risico’s afwimpelen op de chauffeurs én de samenleving. Deze hardwerkende koeriers hebben recht op een betere verloning, een correct en menselijk aantal werkuren en bescherming in geval van ziekte of ongeval.’
Aanpassing wetgeving
Vrijdag en volgende week zullen vakbondsvertegenwoordiges bij alle koerierbedrijven langsgaan om zoveel mogelijk zelfstandige koeriers te bereiken – voor heel België gaat het naar schatting om 10.000 mensen.
De vakbond pleit ook voor een aanpassing van de wetgeving, zodat de regels rond zelfstandigen en werknemers duidelijker worden. Elsen verwijst naar gelijkaardige discussies over schijnzelfstandigheid en uitbuiting bij bijvoorbeeld Deliveroo en Uber.
Een uitspraak van de rechtbank wordt ten vroegste in de zomer van 2022 verwacht.