5G dreigt een slag in het water te worden
Omdat de Verenigde Staten Huawei op de zwarte lijst zetten, zal 5G niet de grote omwenteling worden. En dan wordt het veelbelovende internet der dingen ook maar niks.
Al jaren hebben de techneuten de mond vol van het internet der dingen ( internet of things, IOT). Als we overal sensoren plaatsen en universele connectiviteit creëren, zal dat alledaagse werkplaatsen omtoveren tot slimme fabrieken. De mensen zullen zich veilig kunnen verplaatsen in zelfsturende auto’s, en we zullen ladingen foutloos kunnen volgen over de grenzen heen. Consumenten zullen met hun mobiele toestellen profiteren van bliksemsnelle verbindingen en volledige langspeelfilms in een handomdraai downloaden.
Techverkopers hebben dat duizelingwekkende scenario al zo lang en zo hevig gepromoot dat het een hersenschim begon te lijken. Toch is dat niet zo. Goedkope sensoren en supersnelle netwerkondersteuning, de twee technologieën die essentieel zijn om de komst van het internet der dingen te bespoedigen, maken grote vorderingen. In 2017 hadden 8,4 miljard toestellen ingebouwde sensoren. In 2020 zullen er dat 20,4 miljard zijn, voorspelt het onderzoeksbureau Gartner.
De tweede facilitator is 5G, een netwerkondersteuning voor telecom die superieur is aan de mobiele 4G-netwerken van vandaag. Hans Vestberg, algemeen directeur van de Amerikaanse telecomreus Verizon, heeft zijn hele onderneming geherstructureerd rond het potentieel van 5G. Hij is van mening dat de technologie talloze voordelen met zich zal brengen, die veel verder gaan dan een extreem hoge communicatiesnelheid. Een netwerk dat steunt op 5G-verbindingen zal het bijvoorbeeld mogelijk maken een miljoen toestellen te clusteren op een oppervlakte van een vierkante kilometer – zoals een drukke fabriek of een vol sportstadion. Met 4G kan dat voor amper 60.000 toestellen.
Het goede nieuws is dat belangrijke markten in 2020 op grote schaal zullen kennismaken met 5G. Het slechte nieuws is dat dat aanvankelijk van beperkt nut zal zijn.
10 biljoen euro
Niet zo lang geleden leek het alsof dat droombeeld snel werkelijkheid zou worden en dat de technologie in een oogwenk de wereld zou veroveren. Jammer genoeg begint dat verhaal zowel goede, slechte als lelijke trekjes te krijgen. Het goede nieuws is dat verschillende belangrijke markten in 2020 op grote schaal zullen kennismaken met 5G-netwerken. Verizon verwacht dat driekwart van de smartphones die het in 2020 in Amerika lanceert, in staat zal zijn 5G te verwerken. Concurrent AT&T gaat ervan uit dat het tegen de zomer over het hele land 5G-dekking kan aanbieden. De Chinese telecomgigant Huawei heeft 41,7 miljard euro uitgegeven om 5G-technologie te ontwikkelen en rekent dat het tegen het einde van 2020 1,5 miljoen basisstations zal installeren in honderden Chinese steden. Europa heeft door een gefragmenteerde marktsituatie gas moeten terugnemen, maar de Europese Commissie wil 5G tegen het einde van 2020 commercieel invoeren in de hele Europese Unie.
Het slechte nieuws is dat het aanvankelijk allemaal van beperkt nut zal zijn. Tenzij de consumenten bereid zijn een fortuin te betalen voor de meest recente 5G-telefoons, zullen ze geen gebruik kunnen maken van supersnelle downloads. Het zal nog een paar jaar duren voor de meeste bedrijven sensoren inbouwen in al hun fabrieksmachines, al zullen verkopers zoals Siemens en GE hen maar al te graag helpen om zulke ‘industriële internetten’ op poten te zetten. Bepaalde sectoren worstelen ook met obstakels voor het gebruik van zulke toestellen (privacy-overwegingen in de gezondheidszorg bijvoorbeeld) en moeten wachten op beleidswijzigingen. Naarmate de verschillende hordes de komende jaren genomen worden, zullen IOT-technologieën tegen 2025 wereldwijd tussen 3,5 en 10 biljoen euro economische waarde creëren, denkt Michael Chui van de denktank McKinsey Global Institute.
De lelijke kant van het 5G-verhaal heeft te maken met geopolitiek. De beslissing van de Amerikaanse telecomnetwerken om het Chinese Huawei te weren en geen toegang te verlenen tot onmisbare intellectuele eigendom van Amerikaanse leveranciers, heeft de marktleider een zware klap toegebracht. President Donald Trump had het over veiligheidsoverwegingen. Huawei wijst erop dat niemand ooit bewijzen van overtredingen op tafel heeft gelegd.
Amerika oefent bovendien over de hele wereld druk uit op zijn bondgenoten om de Chinese technologie te verwerpen. Australië heeft dat al gedaan. Andere landen, zoals Groot-Brittannië, overwegen Huawei te beperken tot perifere delen van hun netwerken. In landen waar Huawei niet langer welkom is, moeten de telecomoperatoren een beroep doen op duurdere 5G-technologie die niet uit China komt maar van het Finse Nokia, het Zweedse Ericsson of het Zuid-Koreaanse Samsung. Ericsson ziet mogelijkheden en heeft plannen om in 2020 een nieuwe productiesite te openen in Texas. Daar wil het een 5G-uitrusting maken die wel in de smaak valt van het Witte Huis.
Toch zullen grote delen van de wereld, van Rusland over Maleisië tot Peru, in 2020 toegankelijk blijven voor Huawei. Dat komt niet alleen omdat ze zich in de geopolitieke invloedssfeer van China bevinden, hoewel dat voor vele Aziatische en Afrikaanse landen zeker het geval is. De 5G-apparatuur van Huawei is ook meer geavanceerd: Chinese bedrijven vertegenwoordigen meer dan een derde van de patentaanvragen voor 5G-gerelateerde technologie. Huawei is op zich goed voor 15 procent van het wereldtotaal. En de toestellen van Huawei kosten minder dan die van zijn concurrenten.
Digitale Berlijnse muur
Waarschijnlijk zullen we uitkomen bij een gesplitst internet der dingen, dat de wereld opdeelt tussen landen die bereid zijn de Chinese telecomtechnologie te gebruiken en landen die zich net als Amerika zorgen maken om de veiligheid. De droom van 5G hield onder meer in dat er een uniforme wereldstandaard voor netwerkondersteuning zou bestaan. Als dat scenario uiteenspat, zullen veel bedrijven meteen met enorme kopzorgen zitten. Multinationals die bedrijvig zijn in Shenzhen en Silicon Valley zullen niet dezelfde systemen kunnen gebruiken in beide regio’s. Mondiale ontwikkelaars van IOT-toestellen die afhankelijk zijn van naadloze 5G – zoals nieuwe toepassingen met virtuele of toegevoegde realiteit – zullen misschien problemen krijgen met de compatibiliteit tussen markten. Frank Appel, de voorzitter van Deutsche Post DHL, een enorm logistiek en pakketbezorgingsbedrijf, trekt al aan de alarmbel. Als het niet mogelijk wordt gemakkelijk informatie uit te wisselen tussen verschillende netwerken, zegt hij, “dan zullen we moeten teruggrijpen naar papier en drukwerk en input in het systeem. Ik weet niet hoe we dat voor elkaar zullen krijgen.” Hans Vestberg van Verizon merkt op dat 5G dan in wezen een stap terug zal zijn naar 1G en 2G. Die maakten ook gebruik van netwerkstandaarden die geen vlekkeloze wereldwijde connectiviteit toelieten. Vincent Peng, een bestuurslid bij Huawei, waarschuwt dat de situatie kan uitmonden in een rampzalige “digitale Berlijnse Muur”. Tenzij China en Amerika binnenkort een politieke schikking treffen over 5G zal 2020 in de geschiedenisboeken verdwijnen als het jaar van het splinternet der dingen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier