ZWART EN ROOD
Nr. 1 in Oostenrijk.
Dr. Erhard Schaschl (53 j.) verschijnt in een elegante blazer en groet hartelijk. In zijn hoekkantoor verspreidt een murmelende fontein innige rust. Dr. Schaschl is de General van Wienerberger Baustoffindustrie AG (WBI), de nummer 1 op de Oostenrijkse lijst van de beursgenoteerde industriële ondernemingen. Op zijn BMW hangt de nummerplaat WBI-1. In 1996 werd Wienerberger verkozen als de onderneming met de beste faam in het land. Op 16 jaar dr. Schaschl kwam bijna op hetzelfde ogenblik aan het hoofd van Wienerberger als Christian Dumolin bij Koramic steeg Wienerbergers beurskapitalisering van 150 miljoen tot 17 miljard schilling (1 schilling is 2,9 frank).
Dat rukt dr. Schaschl niet uit de aarde, van zijn wortels. Hij is trots op zijn Karinthië, de groene grensprovincie van Oostenrijk. Naast zijn hoofdbaan leidt dr. Schaschl ten privé-titel een bosbouwonderneming aan de Sloveense grens : “Ik werd tweetalig opgevoed, in het Duits en het Sloveens.”
Door de alliantie met Koramic Building Products werd de nieuwe groep in juni ’96 de wereldwijde nummer 1 in de baksteenproductie. Koramic Building Products is goede maatjes met de Oostenrijkers sedert de zomer, Keramo in Hasselt is al 5 jaar een dochter van Wienerberger. De Limburgers schuiven nu onrechtstreeks onder de Kortrijkzanen.
Christian Dumolin en dr. Schaschl spreken Engels met mekaar, in de conversaties blijft ook acht maanden na de toenadering de vormelijkheid troef. De heren hanteren de aanspreektitels dr. Schaschl en mister Dumolin, ook ‘s avonds tijdens een vriendenmaaltijd in Windows of Vienna, het luxerestaurant op de hoogste verdieping van het kantoorgebouw dat Wienerberger neerpootte in een Weense voorstad, als centrum van een eigen wijk. “Ons onschuldige formalisme gaat verder dan een beleefdheidsformule,” getuigt Christian Dumolin. “Ik druk mijn respect uit voor de zelfstandigheid van het management van Wienerberger. Al ben ik met Creditanstalt hun referentie-aandeelhouder, de Oostenrijkers doen het werk en dragen de onderneming. Ik heb ook nooit in mijn onderhandelingen een Belgisch lid geëist in het directiecomité, de Vorstand. Die blijft bestaan, zoals voorheen, uit Dr. Schaschl, Wolfgang Reithofer en Paul Tanos. Hun mandaten zijn verlengd met vijf jaar. Koramic had recht op een zetel in de Vorstand.” Dr. Schaschl : “De Oostenrijkers en de Belgen hebben psychologisch een zelfde afstand tot een grote buur. Wij ten overstaan van de Duitsers, de Belgen ten overstaan van Frankrijk en Nederland. Dat historisch-mentale feit schept een band.”
Wienerberger is een buitenbeentje in Oostenrijk, het is een grote nationale onderneming met een strategie voor internationale expansie. Dr. Erhard Schaschl een ex-bankier van Creditanstalt is de architect van deze ommekeer. Hij begon in 1980 en duwde de baksteen naar een merkproduct, zocht diversificatie in buizen, vastgoed en non-ferro.
In 1985 opereerde Wienerberger alleen in Oostenrijk, in 1995 in tien landen. Van de 154 dochterondernemingen zijn er 143 jonger dan 10 jaar. Vandaag haalt Wienerberger drievierde van zijn omzet buiten de grenzen. Dat is niet onaardig voor een branche waarin de nationale ondernemingen meestal blijven overheersen.
Dr. Schaschl houdt van Konzentration : hij voert geen brede Blitzkrieg voor zijn Oost-Europese overnames. Wienerberger ageert stapsgewijze : profiteert van privatiseringen, importeert nieuwe technologie, traint de bestaande werknemers, wekt winst op en zet dan een schaakstuk in een volgend land. Dr. Schaschl : “Onze expansie is gericht op de langere termijn. Ik werk niet voor het volgende kwartaalbericht, maar voor de volgende 10 of 20 jaar.” Dat is zijn reactie op de slabakkende bouwmarkt in West-Europa en zijn dalende nettowinst over ’96 (1,2 à 1,4 miljard schilling, tegenover 1,5 miljard schilling in ’95). Vandaag komt minstens 80 % van Wienerbergers business uit West-Europa, rond 12 % uit Oost-Europa en 8 % uit Azië en Amerika, waar de onderneming onder meer een buizenfabriek bouwt in Shanghai. Wienerberger trekt terug naar het territorium van Kaiserlich & Königlich, de tijd van het Oostenrijks-Hongaarse keizerrijk. De Oostenrijkse economie wordt gekenmerkt door politieke staatsondernemingen. Creditanstalt is een zwarte bank ; Bank Austria (voor 54 % in handen van de stad Wenen), dat Creditanstalt kocht in januari jongstleden, is daarentegen een rode bank. Van de ene overheid belandde Creditanstalt bij de andere overheid. Zwart staat voor conservatief-katholiek, rood voor sociaal-democratisch.
Oorzaak van dit wondere verschijnsel is het systeem van evenredige machtsverdeling, de Proporz. Na 1945 verdeelden SPO (sociaal-democraten) en OVP (conservatieven) de staatsbedrijven onder mekaar : een zwarte directeur werd geflankeerd door een rode plaatsvervanger en omgekeerd. Ook het personeel werd aangetrokken volgens de partijkaart. Direct na de oorlog had dit systeem een rol. In 1934 werd Oostenrijk verscheurd door een korte en bloedige burgeroorlog tussen zwart en rood. De naoorlogse verdeling moest de diepe kloof tussen de beide partijen overbruggen. Wat ooit zijn nut had, is echter uitgewoekerd tot een zwaar probleem voor de modernisering van de Oostenrijkse economie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier