Zure melk.
Eerst was er Enron en WorldCom in de Verenigde Staten, toen Ahold in Nederland en nu Parmalat in Italië en Adecco in Zwitserland (zie blz. 36). Vier giganten en waarschijnlijk hebben veel ondernemers in het knusse Zwevegem, Aalter, Lier of Bilzen gedacht: “Hoe is het toch mogelijk. Dat kan bij ons niet.” Fout. Trouwens, met Lernout & Hauspie heeft België al een zaak van geknoei met de balansen gehad.
Het Italiaanse familiebedrijf Parmalat moet de ogen openen. Jozef Lievens, partner bij het advocatenbureau Eubelius en specialist in familiebedrijven, laat van de illusies geen spaander heel. In een gesprek met Trends-redacteur Wolfgang Riepl (zie blz. 72) zegt Lievens dat er triomfalisme heerste in het wereldje van de familiebedrijven. “Parmalat bewijst hun naïviteit.”
Corporate governance wordt naar voor geschoven als de oplossing voor dit soort problemen. Maar dat volstaat niet voor Lievens. Bij heel wat van de geviseerde bedrijven werden de regels van de corporate governance gevolgd. “Alleen werkte de raad van bestuur niet als een sociaal systeem,” zegt Lievens. Nu wordt in al te veel bedrijven een beperkt aantal keren vergaderd en wordt er te weinig informatie aangeleverd. Zijn onafhankelijke bestuurders dan de oplossing? Ze helpen, maar hoe onafhankelijk is een externe bestuurder die elke week in dezelfde golfclub speelt als de eigenaar van het bedrijf?
Voor Lievens start een goed werkende corporate governance met een degelijke structuur: een raad van bestuur, een directiecomité en een familieforum. Die drie organen moeten elk een goed afgebakend takenpakket krijgen en de besluitvorming loopt via spelregels die schriftelijk worden vastgelegd. Alle leden van elk orgaan moeten voldoende inspraak hebben en de raad van bestuur mag niet bestaan uit jaknikkers.
Lievens vindt Parmalat een weldaad voor het familiebedrijf. Hij vindt daarin een medestaander bij Axel Haelterman: “Ik ben verheugd dat er vandaag zoveel schandalen aan het licht komen. Dat betekent dat de maatregelen van corporate governance die na het Enron-debacle genomen werden, wel degelijk effect hebben,” zegt de advocaat van Freshfields Bruckhaus Deringer in een interview met Trends-journalisten Eric Pompen en Werner Niemegeers (zie blz. 30).
Die maatregelen zijn echter het sterkst aan de overzijde van de oceaan. Enron leverde daar de strenge Sarbanes-Oxley-regeling op. In Europa wordt de voorkeur gegeven aan codes en zachte wetgeving. Maar de verschillen tussen de landen zijn groot. In Nederland leidde de Ahold-zaak tot de aanbevelingen van de commissie- Tabaksblatt, maar in België staan we nog lang niet zo ver. Binnen de Europese Commissie heeft commissaris Frits Bolkenstein wel een actieplan, maar het gaat allemaal erg traag.
Nochtans zou Europa er goed aan doen om sterkere corporate-governanceregelingen in te voeren. Een studie van drie Amerikaanse economen (zie blz. 18) toont aan dat vooral Europese landen gevoeliger zijn voor het knoeien met de boekhouding. In een rangschikking die de onderzoekers opstelden op basis van de balansen van 8000 bedrijven uit 31 landen, blijkt dat de Verenigde Staten het meest koosjere land is. Europese landen als Oostenrijk, Griekenland, Italië, Zwitserland en Duitsland voeren deze oneervolle lijst aan. België neemt een weinig benijdenswaardige elfde plaats in.
Zwakke rechten van externe investeerders, zwakke wettelijke regelingen, een geconcentreerd aandeelhouderschap en een weinig ontwikkelde kapitaalmarkt zijn de vier factoren die leiden tot een grotere mate van geknoei met de rekeningen. Pas dat even toe op België en je weet meteen dat Lernout & Hauspie nog volgelingen dreigt te krijgen. Er zou nog wel eens buiten Parma zure melk opgediend kunnen worden.
Guido Muelenaer Adjunct-hoofdredacteur
Er heerste triomfalisme in het wereldje van de familiebedrijven. Parmalat bewijst hun naïviteit.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier