Zolang we maar denken dat het goed gaat

Paul De Grauwe, professor Internationale Economie, weet waarom België economisch goed presteert: wij zijn optimistische consumenten.

De auteur is professor Internationale Economie aan de KU Leuven.

België doet het relatief goed. De economische groei in 2004 bedroeg ongeveer 2,7 %, een percentage dat ruim boven het gemiddelde (2 %) van de eurozone ligt. De begroting is ongeveer in evenwicht, wat niet gezegd kan worden van veel andere landen van de Europese Unie ( EU). De werkloosheid blijft een probleem, maar dat is het ook (en nog meer) in de rest van de EU.

We zijn het al lang niet meer gewoon België als een economisch model te beschouwen. Tot voor kort werden we murw geslagen door de successen van het Nederlandse poldermodel. Dat is nu jammerlijk ontregeld en Nederland is het zwakke economische broertje geworden. Op vele plaatsen heeft dat geleid tot Schadenfreude. Onze noorderburen zullen ons voor een tijdje geen lessen meer spellen.

Voorwaarden voor succes

Vanwaar komt het Belgische succes? Stel de vraag aan premier Guy Verhofstadt ( VLD) en hij zal u zeggen dat dit het resultaat is van het goede beleid van deze regering. En voor een deel is dat ook zo. De Belgische regering is erin geslaagd om een evenwicht te vinden tussen de noodzaak om de begroting (ongeveer) in evenwicht te houden en toch voldoende stimulansen te geven aan de consumptieve vraag in tijden van economische zwakte. Zo’n evenwichtsoefening is bijzonder moeilijk, maar lijkt geslaagd te zijn.

Er zit natuurlijk meer achter het (relatieve) Belgische succes. De export lijkt even belangrijk. Die is met 4 % in 2004 sterk blijven stijgen. De loonkostenhandicap waar het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) al eeuwenlang over zanikt, lijkt weinig invloed te hebben op onze exportprestaties. België speelt een actieve rol in de sterke ontwikkeling van de wereldeconomie. We kunnen Kerstmis en nieuwjaar volop vieren.

Wordt 2005 een herhaling van 2004? Ik zal mij hier niet wagen aan voorspellingen. Ik ben in het verleden al zo dikwijls fout geweest in mijn voorspellingen, dat ik het niet opnieuw wil meemaken. Het lijkt daarom ook zinvoller om de voorwaarden voor economisch succes op een rijtje te zetten, in de hoop dat deze voorwaarden volgend jaar vervuld zullen zijn.

Er is in eerste instantie het budgettaire beleid. De paradox van het Belgische budgettaire beleid is het volgende. België heeft nog altijd een van de hoogste overheidsschulden van de Europese Unie. Alleen Griekenland en Italië hebben een hogere schuld. Ondanks die hoge schuld is de Belgische overheid erin geslaagd om dankzij verbeten inspanningen een perceptie te creëren dat deze schuld onder controle is. Het omgekeerde heeft zich voorgedaan in landen als Duitsland en Nederland. Die landen hebben een veel lagere overheidsschuld, maar de budgettaire ontsporing van de laatste jaren heeft er de perceptie gecreëerd dat de schuld out of control is. Die perceptie werd ook in grote mate aangewakkerd door het Stabiliteitspact, dat de Europese instanties verplicht om onheilsberichten de wereld in te sturen over de vreselijke dingen die gaan gebeuren in landen waar het overheidstekort boven het heilige getal van 3 % uitstijgt.

Optimistische consumenten

Perceptie is belangrijk in de economie. Consumenten die een perceptie hebben dat het niet goed gaat met de begroting van de staat, verwachten slecht nieuws in de toekomst (bijvoorbeeld meer belastingen). Ze houden zich in wanneer ze gaan winkelen. Dat heeft een negatief effect op de productie en zo wordt het pessimisme verder aangewakkerd. De Duitse economie is duidelijk in zo’n zelfvoedende pessimistische cirkel terechtgekomen. In België zijn we aan die vicieuze cirkel ontsnapt.

Er zijn natuurlijk ook de langetermijnproblemen: de veroudering van de bevolking en de talloze rigiditeiten waaronder de economie gebukt gaat. Het merkwaardige is dat alle Europese landen die problemen kennen en de groeiprestaties van de laatste jaren toch enorm verschillend zijn. De reden is opnieuw perceptie. In sommige landen, zoals Duitsland, leeft de perceptie dat deze problemen niet op te lossen zijn. De gloom and doom overheerst alles en verlamt het economische leven. In andere landen, zoals in België, leeft er een gevoel dat het allemaal nog zal meevallen. Is de goednieuwsshow die de regering nu al vijf jaar opvoert hiervoor verantwoordelijk? Misschien.

Percepties kunnen snel veranderen. Het zal er dus op aankomen om het goede nieuws te blijven brengen, en ook een beetje te masseren. En zolang het beleid niet al te veel in contradictie komt met het goede nieuws, kan het nog lukken ook. Laten we het glas heffen.

Paul De Grauwe

Het zal

erop aankomen

om het

goede

nieuws te blijven brengen,

en ook een beetje te masseren.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content