Zij gaven hun carrière een nieuwe wending
Thierry Carton: Van consultant tot traiteur
De loopbaan van Thierry Carton, die aan het Ichec een diploma handelsingenieur behaalde, begon vrij klassiek: als consultant in financiële diensten. “Mijn persoonlijke zoektocht naar zingeving in mijn werk kreeg al in 2009 concreet vorm. Ik verliet Accenture om als zelfstandig consultant aan de slag te gaan bij een kleiner bureau, Navigha. Op langere termijn wist ik dat het niets voor mij was om mijn dagen te slijten voor een pc in een groot bedrijf, waar mijn persoonlijke bijdrage minimaal zou zijn. Ik verlangde naar iets concreters, waar ik een eigen stempel op kon drukken.”
In de zomer van 2011 besloot Carton, die al zijn hele leven graag achter het fornuis staat, de stap te wagen. “Het was het goede moment: vijf jaar beroepservaring, wat financiële reserve en geen hypothecair krediet af te lossen.” Maar zo’n overstap gaat niet van de ene dag op de andere, want traiteur is een beschermd beroep. Er zijn drie manieren om een vestigingsattest te krijgen: een diploma van een hotelschool, een examen voor een vakjury of een beroepsopleiding. “Ik koos voor die laatste optie: een opleiding bestaande uit een dag kookles per week en stages. Zo kon ik mijn projecten afronden tijdens mijn opleiding.”
Als stagiair bij traiteur Jean-Michel Loriers ontdekte Carton ook de keerzijde van de medaille. “Je begint als aardappelschiller! En je ondervindt aan den lijve dat het werk van een traiteur heel complex is: je moet je om de logistiek bekommeren, je personeel leiden en in de eerste plaats natuurlijk een uitstekende service leveren. Vanuit dat oogpunt is elk evenement een uitdaging: er duiken altijd onvoorziene omstandigheden op. Maar in dat complexe gebeuren kan ik ook mijn ervaring als projectbeheerder uitspelen.”
Nu zijn bedrijf in oprichting is, neemt Carton de tijd om dit nieuwe project te consolideren. “Eind deze zomer maak ik een eerste balans op, na het hoogseizoen. Het moeilijkste zal wellicht zijn om een atelier te vinden en in het nodige materiaal te investeren. Het merendeel kan wel gehuurd worden, maar het gaat hier niet bepaald om de aanschaf van een kostuum en een pc.” Zal zijn nieuwe leven grote organisatorische en persoonlijke veranderingen meebrengen? “Als traiteur werk je wanneer je vrienden gezellig samenzijn”, vat Carton de situatie samen. “Ik kan wel flexibeler dan een restauranthouder werken. Ook fysiek is het uiteraard lastiger dan het werk van een consultant. Maar alles wat ik aan comfort heb ingeboet, win ik ruimschoots aan persoonlijke ontplooiing en voldoening.”
Patrick Demoucelle: Van adviseur naar coach in het mens-zijn
Net vóór zijn veertigste verjaardag kreeg Patrick Demoucelle, toen vennoot bij adviesbureau Bain & Company, een mokerslag te verwerken: de artsen vertelden hem dat hij aan de ziekte van Parkinson lijdt, een degeneratieve aandoening van het centrale zenuwstelsel en vooralsnog niet te genezen. “Ik stond op het toppunt van mijn professionele loopbaan, had een heel leven voor mij en was vader van twee kinderen van zes en vier jaar. In één seconde stortte mijn wereld in.” Aangezien hij het vonnis zelf niet onder ogen kon zien, verborg hij zijn ziekte, zowel voor zijn naasten als voor zijn collega’s. “Dat heeft bijna twee jaar geduurd. Maar toen leek alles waar ik beroepsmatig mee bezig was, zo futiel in vergelijking met de ziekte waartegen ik vocht, dat ik besloot om het roer om te gooien. Mijn definitieve keuze heeft uiteindelijk nog twee jaar op zich laten wachten.”
Samen met zijn echtgenote Anne-Marie houdt hij zich nu bezig met twee verschillende projecten: enerzijds individuele en collectieve coaching met de bedoeling “al het potentieel van mensen naar boven te halen”, anderzijds het beheer van een stichting die haar middelen ter beschikking stelt van research naar de ziekte van Parkinson. “Ik voelde de behoefte om iets te doen voor mensen, eerder dan voor bedrijven. Mijn ervaring in een zakelijke omgeving, de ondervinding van mijn echtgenote – die tot dan toe leidinggevende functies bekleedde bij Allianz – en mijn persoonlijke ervaring met de ziekte vormden een unieke en stevige bagage. Voldoende om professionals op zoek naar zingeving inspirerende content aan te reiken.”
In een jaar tijd hebben al duizend mensen deelgenomen aan de trainingen die Patrick en Anne-Marie Demoucelle organiseren. Met vijf boeken op hun palmares en een uitgebreid cursusaanbod willen ze zoveel mogelijk mensen bereiken. “Ik moet dit doen voordat er een medicijn wordt uitgevonden, want – dat is nu eenmaal zo – in dit nieuwe beroep is mijn ziekte mijn beste marketingwapen.”
Sarah Kiriluk: Van Brussel naar Dubai
Twee jaar geleden verhuisde Sarah Kiriluk van Brussel naar Dubai. Ze werkt er als financieel adviseur voor de groep International Power-GDF Suez in het kader van projecten in het Midden-Oosten. Haar land achterlaten en in haar eentje naar het buitenland trekken was een grote verandering in de carrière van Kiriluk. “Ik was dat altijd al van plan”, vertelt ze. “Werken in het buitenland opent niet alleen nieuwe horizonten, volgens mij maakt het ook een positieve indruk. Wie die stap zet, geeft immers blijk van een zekere mate van intellectuele nieuwsgierigheid. Op persoonlijk vlak geeft het je oog voor andere culturen en omgevingen. Je komt in aanraking met allerlei soorten mensen. Zo leer je kritisch te denken.”
Als expatriate krijg je natuurlijk ook te maken met verschillen die je niet altijd goed kunt vatten. “Dat geldt zeker in Dubai, waar de religie veel sterker verankerd is in het sociale leven dan in Europa. Je moet de bijbehorende codes en regels leren kennen en je eraan houden.” Ook de praktische en administratieve rompslomp – een woning vinden bijvoorbeeld – verliep niet van een leien dakje. “Gelukkig worden expatriates bij die formaliteiten meestal geholpen door hun werkgever”, zegt Kiriluk. “Op persoonlijk vlak blijft de scheiding van je familie en vrienden natuurlijk de grootste uitdaging. Dat is zwaarder dan ik dacht. Je maakt weliswaar nieuwe vrienden, maar aangezien expatriates hier drie tot vijf jaar blijven, moet je er ook aan wennen dat ze weer weggaan.” Een minpunt dat ruimschoots gecompenseerd door de vele voordelen van een buitenlands avontuur.
Valérie Léonard: Van zelfstandige naar bediende
Werknemer, zelfstandige en opnieuw werknemer. Valérie Léonard werkte bijna zeven jaar als zelfstandig persattaché. Na meerdere jaren bij een communicatiebureau te hebben gewerkt, besloot ze voor zichzelf te beginnen en richtte ze B2Win op. Dat was in 2005. “De overgang verliep vlot”, herinnert Léonard zich. “Ik had het geluk dat mijn ex-baas verscheidene grote klanten naar mij overdroeg.” Het administratieve luik was niet haar sterkste punt, maar Léonard was tevreden met haar nieuwe leven: ze was haar eigen baas en beheerde haar tijd en klanten zoals ze zelf wilde. De zaak draaide goed en de jonge vrouw werkte hard: “Vijf jaar lang werkte ik bijna elke zondag en elke avond. Maar ik wist waarom ik het deed en het schonk me veel voldoening.”
Toch hield Léonard het midden 2011 voor bekeken en ruilde ze haar zelfstandige activiteit voor een baan in dienstverband. “Door de zware sociale lasten was mijn activiteit niet meer rendabel”, legt ze uit. “De sociale bijdragen worden berekend op basis van wat je de drie vorige jaren hebt verdiend. Ik betaalde me blauw, terwijl mijn inkomsten door de crisis sterk geslonken waren. Met pijn in het hart besloot ik te stoppen en weer werk te zoeken in een grote organisatie.” Ze maakt nu deel uit van de cel interne communicatie voor de divisie transport systems van de MIVB. “Het moeilijkste is om weer vaste uren te hebben”, vindt Léonard. “Maar het statuut biedt een zekere stabiliteit en een betere scheiding tussen werk en privéleven. Want als zelfstandige met een thuiskantoor is het niet altijd makkelijk om de grens te trekken.”
Anne de Harenne: Van sales naar middelbaar onderwijs
Anne de Harenne legde bij Belgacom een fraai parcours af. Meer dan dertien jaar bekleedde de jonge vrouw salesfuncties, leidde ze teams enzovoort. Ze werd head of voice product management, een afdeling met slechts enkele werknemers die elk jaar een omzet van ruim een miljard euro neerzette. Toch snakte De Harenne, die niet alleen een aggregaat op zak had maar ook aan Solvay had gestudeerd, naar een beroepsactiviteit met andere waarden.
Na de geboorte van haar kinderen ging ze vanzelf op zoek naar een beter evenwicht tussen werk en privé. Eerst via een deeltijdse baan, maar vervolgens besloot ze om haar carrière nog vóór haar veertigste verjaardag drastisch om te gooien. “Ik wou een radicale ommezwaai. Niet dat ik mijn werk niet graag deed, maar ik leerde niets meer bij. En me echt nuttig voelen in mijn job was voor mij inmiddels prioriteit nummer één geworden.” Ze koos voor het onderwijs: op 1 september 2010 ging ze terug naar school als leerkracht wiskunde in het gerenommeerde Sint-Michielscollege in Brussel. Een ingrijpende ommekeer waarmee ze haar comfortzone verliet. In het begin was het een enorme aanpassing. “Mijn toon zat bijvoorbeeld niet goed: ik richtte me tot de leerlingen alsof ik aan klanten vroeg wat ik voor hen kon doen”, herinnert ze zich geamuseerd. “En dit is net een beroep waarin je gezag moet uitstralen, wat in sales niet het geval is. Ik dreef ook met heel wat dingen de spot, wat in het begin een aantal ouders choqueerde.”
Ze erkent dat het niet makkelijk was om een beginnende leerkracht van 37 te zijn. Gelukkig verliep de omschakeling redelijk vlot. Vandaag is De Harenne blij met haar keuze, al valt het loon van een leerkracht in niets te vergelijken met een salaris in de privésector. “Voordat ik de sprong waagde, had ik gelukkig al een tijdje deeltijds gewerkt. Ik had dus al geleerd dat je ook met een lager salaris best kunt rondkomen. Zo niet was de schok wel héél groot geweest.”
Wim Steenhaut: Van telecom naar oesterkraam
Wim Steenhaut bekleedde een belangrijke functie bij Belgacom, waar hij dertien jaar werkte. Als vice-president product management was hij onder meer medeverantwoordelijk voor de lancering van Belgacom TV. Maar het vooruitzicht om zijn hele loopbaan voor grote ondernemingen te werken, trok hem niet erg aan. Bovendien had Steenhaut altijd al iets in de horeca willen doen. Dankzij een gouden parachute kon hij de zaken rustig op een rijtje zetten. Waarop hij besloot om oesters en champagne te gaan verkopen. “Ik voelde de behoefte om heel dicht bij de klanten en bij de markt te staan, zonder structuur of personeel”, zegt Steenhaut.
Ondanks de verbazing en de bedenkingen van nogal wat vrienden en familieleden, startte hij eind 2008 met The-O-Bar. Met minieme investeringen. “De eerste negen maanden had ik het echt moeilijk”, geeft hij toe. “Het was doorzetten geblazen. Soms had ik na een markt slechts 8 euro verdiend. Dan vroeg ik me echt af of ik wel goed had gekozen.” Maar het concept van de oesterbar, op markten of tijdens events, begon een trouw publiek te lokken. Overigens kon Steenhaut terugvallen op de lessen die hij uit de telecomsector had getrokken. “Ik wou inzetten op eenvoud: een beperkt gamma producten, tegen vaste en transparante prijzen.” Van onnodige investeringen was dus geen sprake: geen grote vrachtwagen, geen overtollige tierlantijntjes.
Om zijn droom te realiseren, moest Steenhaut financieel uiteraard met minder tevreden zijn. Als alles goed gaat, zal hij binnen twee à drie jaar opnieuw ongeveer evenveel verdienen als destijds bij Belgacom. Maar hij staat nog altijd pal achter zijn keuze. “Aan de slag gaan in een andere grote onderneming zou de makkelijkste weg zijn geweest. Maar ik had behoefte aan een activiteit waarin andere waarden centraal staan. En dit vak schenkt me elke dag veel voldoening.”
“Wat ik aan comfort heb ingeboet, win ik aan persoonlijke ontplooiing en flexibiliteit”
“Je maakt nieuwe vrienden onder expats, maar die vertrekken ook weer”
“Het was doorzetten geblazen. Soms had ik na een markt 8 euro verdiend. Dan vroeg ik me af of ik wel de juiste keuze had gemaakt”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier