Ze zitten in de rats
De particuliere rattenverdelgers zitten in de val: de overheid vangt voortaan zelf haar knaagdieren. Op 7 december buigt de Raad van State zich over deze plaag.
“De deprivatisering van de rattenverdeling is zowel ecologisch als economisch een catastrofe.” Didier Lasters, bestuurder-directeur van Milieu Control (een dochter van Fabricom, dat tot de Tractebel-groep behoort) windt er geen doekjes om: “De beslissing van de Vlaamse regering om voortaan de ratten in eigen beheer te bestrijden, kan een tweede Ruisbroek-ramp veroorzaken. Het aantal schadelijke knaagdieren neemt onrustbarend toe en het gevaar bestaat dat hun gegraaf tot nieuwe dijkbreuken leidt. Bovendien roept Aminal ( Administratie Milieu Natuur en Landbouw) systematisch de hulp in van de lokale overheden, die nagenoeg geen fuiken zetten, maar alleen gif uitstrooien. Zo bestelde Rattenbestrijding Oost-Vlaanderen ( RATO) onlangs nog 500 liter toxische caid-olie, goed voor 600.000 stuks lokaas. Hiermee help je het leefmilieu om zeep.”
De rattenverdelging
geniet een kwalijke reputatie. Enerzijds zijn de knaagdieren weinig populair. Anderzijds valt de sector onder de bevoegheid van zeven verschillende overheidsinstanties: Aminal, AWZ (Administratie Waterwegen en Zeewezen), Dienst voor de Scheepvaart, NV Zeekanaal, gemeenten, provincies, Waters & Polders. Een dergelijke versnippering gaf in het verleden wel eens aanleiding tot duistere praktijken, zoals het maken van prijsafspraken of het aanbieden van ‘enveloppes’ aan juryleden die over openbare aanbestedingen moesten beslissen.
Begin jaren negentig klaagde het Rekenhof de langlopende, onderhandse overeenkomsten aan die elke baronie aan bevriende partijen toekende. Aangezien het normale spel van mededinging hier niet gold, realiseerden de betrokken privé-bedrijven – zoals ABO van de familie Blijweert (belangrijke sponsors van de CVP en betrokken bij de milieuboxaffaire van ex-Milieuminister Theo Kelchtermans) een mooie omzet: 380 miljoen frank op een totale overheidsuitgave van 600 miljoen frank. Bovendien ging het vaak om middelenverbintenissen, met alle gevolgen vandien inzake efficiëntie.
Na een studie
van professor Geert Bouckaert van de KU Leuven (zie kader: Gemengde formule) schreef de Vlaamse regering op 18 december 1998 een algemene Europese aanbesteding uit voor de rattenbestrijding in acht van de elf stroombekkens. Dat gebeurde op basis van een resultaatsverbintenis. Slechts drie bedrijven overleefden de selectieprocedure: Milieu Control uit Beveren, ABO uit Dendermonde en Milieubescherming uit Geel. Maar hun offertes lagen boven de ramingen van de administratie. Daarom besloten op 8 juni 1999 de toenmalige ministers van Openbare Werken en Milieu – respectievelijk Steve Stevaert (SP) en Theo Kelchtermans (CVP) – de knaagdierenbestrijding te deprivatiseren, ondanks een vernietigend advies van Inspectie van Financiën.
Tegen deze nationalisering diende ABO klacht in bij de Raad van State. Op 7 december 1999 zal de rechtbank zich buigen over het dossier. Lasters (Milieu Control) doet niet mee, maar steunt de actie: “De overheid speelt rechter en partij. Wie waarborgt ons dat de administratie haar eigen, strenge normen zal naleven? Voorts druist de maatregel in tegen de algemene beleidsoptie van de Vlaamse regering. In het regeerakkoord staat letterlijk dat de publieke instanties slechts taken mogen uitvoeren, als de inbreng van de privé-sector niet is aangewezen.”
Daarom stelt de algemeen directeur van Milieu Control – conform het rapport van Bouckaert – een gemengde formule voor. Concreet denkt Lasters aan een openbaar-particuliere samenwerking tussen Aminal en de drie nog overblijvende rattenverdelgers op de markt, en dat voor een periode van minstens twee jaar. Hij wil ook dat er een onafhankelijk controleteam wordt opgericht dat op regelmatige tijdstippen resultaatscontroles uitvoert.
Maar de administratie zegt alles zelf te kunnen tegen de helft van de prijs. Paul Thomas, afdelingshoofd Water van Aminal: “Een publieke rattenbestrijder kost de staat minder dan 2 miljoen frank (inclusief wedde, wagen, pensioen, GSM enzovoort). Naar rato van 1 persoon per 40 km waterloop hebben wij 76 medewerkers nodig om heel Vlaanderen te dekken. De operatie kost jaarlijks 152 miljoen frank. De privé-firma’s daarentegen komen op een totale som van 380 miljoen frank, of meer dan het dubbele. Bovendien vangen wij dubbel zo veel knaagdieren als de bedrijven vroeger.”
Deze vergelijking
gaat niet op, vindt de Inspectie van Financiën in haar nota van 20 mei 1999: “Het is alsof men eerst in een garage de prijs voor een Porsche vraagt en dan van z’n buurman een tien jaar oude Lada overneemt,” Volgens de inspecteurs-generaal van Financiën – Georges Stienlet en Freddy De Pauw – zijn de ramingen van de administratie pure fictie: “Finaal ligt de bekomen totaalprijs voor de acht stroombekkens, zijnde 251,8 miljoen frank, niet zover boven de huidige kostprijs (223 miljoen frank). In tegenstelling tot vroeger, houden de nieuwe offertes een risicopremie in voor de bindende resultaatsverbintenis. Bovendien schommelt het bedrag rond de 102 frank per lopende meter waterloop, of de helft van wat de Dienst voor de Scheepvaart op dit ogenblik betaalt. Men kan dan ook bezwaarlijk spreken van een tegenvallend aanbestedingsresultaat.”
Lasters bevestigt: “In de eerste plaats legt het lastenboek ons veel strengere normen op. Zo mogen wij na een startfase geen gif gebruiken en voorziet het contract boetes van 10.000 frank per overtreding. De overheid is echter niet aan zo’n resultaatsverbintenis gebonden. Bovendien kan een rattenvanger maar negentien tot dertig kilometer waterlopen per jaar bestrijken.” Ten slotte spreekt Thomas zich voortdurend tegen, besluit de baas van Milieu Control: “In zijn nota van 14 januari 1999 aan de minister schat hij de kosten op 3,5 miljoen frank per ambtenaar ( overheadkosten inbegrepen) of 185,5 miljoen frank voor 53 medewerkers. Maar aangezien hij nu 25 man extra wil aanwerven, komt de prijs op 273 miljoen frank, wat méér is dan de som van de laagste aanbiedingen van de privé-sector (251,8 miljoen frank). Bovendien heeft Aminal tussen 14 september 1998 (toen de privé-contracten voor de acht stroombekkens werden opgezegd) en juli 1999 (toen de nieuwe aanwervingen effectief werden) met 27 medewerkers een bijkomend gebied van 350 kilometer waterlopen moeten bewerken. Hierdoor ontstond een vacuüm, waarbij de ratten ongestoord konden toenemen. Dat er nu veel meer knaagdieren worden gevangen, spreekt voor zich. De populatie is gewoon groter geworden.”
ERIC POMPEN
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier