‘Zachtjesaan groeien, daar is niks mis mee’
AG Insurance geeft de voorkeur aan een voorzichtige, interne groei. De grootste verzekeraar van het land houdt ernstig rekening met een Japan-scenario: een vrij lange periode van lage rente en trage economische groei.
De voorbije jaren bleef het redelijk stil rond AG Insurance. De marktleider in België in levensverzekeringen en het nummer twee in niet-leven maakte tot 2009 deel uit van het Fortis-imperium. Het bedrijf heette enkele jaren Fortis Insurance Belgium. Na de implosie van Fortis moest de verzekeraar zijn plaats zoeken in het nieuwe Ageas-geheel.
In 2011 moest de maatschappij zware afschrijvingen doen op haar portefeuille Griekse obligaties, wat resulteerde in een verlies van 390 miljoen euro. Vorig jaar kon AG weer aanknopen met de winstniveaus van voor de financiële crisis. De jaarrekening 2012 liet een winst van 431 miljoen euro zien.
Daarmee lijken de problemen uit het recente verleden achter de rug, ware het niet dat zich nieuwe uitdagingen aandienen. De lage rente weegt zwaar op de activiteit leven van verzekeringsmaatschappijen. Het rendement en het commerciële succes van individuele en collectieve levensverzekeringen met een gegarandeerd rendement (respectievelijk tak21- en groepsverzekeringen) staan onder druk.
AG Insurance is de Fortis-crisis vrij snel te boven gekomen. Hoe verklaart u dat?
ANTONIO CANO. “Dit bedrijf heeft nooit financiële problemen gekend. We zijn meegesleurd in iets wat zich boven ons hoofd afspeelde, en dat heeft een tijdlang voor onzekerheid gezorgd. Maar we hebben in die periode veel gecommuniceerd, met de klanten, het personeel, de makelaars,… en de dienstverlening heeft er niet onder geleden. We zijn ook vrij snel van naam veranderd. ‘Fortis’ was lange tijd een sterke merknaam, en ineens niet meer. Het lag voor de hand om terug te grijpen naar de naam AG Insurance, die bij de tussenpersonen nog altijd ingeburgerd was.”
U maakt nu deel uit van Ageas. Wat is de positie van AG Insurance in de groep? Ageas zoekt vooral groei in het VK en Azië, terwijl u in een zeer mature markt zit.
CANO. “Dat is niet eigen aan Ageas, het geldt voor alle grote financiële groepen. Als je een dubbelcijferige groei wil realiseren, moet je naar Azië. In België groeit de verzekeringsmarkt niet of nauwelijks. In niet-leven is er ongeveer 3 procent groei per jaar, iets boven de inflatie. Dat is eigen aan alle mature markten. AG Insurance groeit wat sneller en wint dus lichtjes marktaandeel. Dat is onze strategie: marktaandeel behouden en licht verbeteren. In leven is de markt volatieler. De premie-inkomsten kunnen er sterk fluctueren, bijvoorbeeld door fiscale wijzigingen. Maar in beheerd vermogen is ons marktaandeel in levensverzekeringen redelijk stabiel, rond 27 procent, wat neerkomt op een groei van 4 tot 5 procent per jaar. Dat is een correcte, gezonde groei. We willen groeien zonder overdreven risico’s te nemen of zonder een prijsbreker te willen zijn. Het belangrijkste is dat we dicht bij onze klanten en distributeurs zitten, en het verschil kunnen maken met de kwaliteit van de dienstverlening.”
Is externe groei een optie?
CANO. “Wij bekijken alle dossiers die op de markt komen. Door onze omvang ligt het soms moeilijk. Maar ook kleinere acquisities zijn lastig, omdat er veel rompslomp bij komt kijken op het vlak van IT en harmonisering van personeelsstatuten. Eigenlijk is een overname vaak de integratie-inspanning niet waard. Ook de distributie speelt een rol. Een makelaar wil nu eenmaal zijn portefeuille spreiden over verschillende verzekeraars. Als wij een overname zouden doen, weten we niet hoeveel business we daarna overhouden. Dan kan je beter op eigen kracht groeien, waardoor je na een paar jaar hetzelfde effect hebt als bij een kleine acquisitie. Zachtjesaan groeien, daar is niks mis mee.”
Ageas wil sterker groeien in niet-leven. Geldt dat ook voor AG Insurance?
CANO. “Ja, er is appetijt om meer te doen in niet-leven, maar wij laten leven zeker niet links liggen. Op groepsniveau streeft men een beter evenwicht tussen leven en niet-leven na. Dat heeft te maken met de expansie die zich de voorbije jaren vooral in leven situeerde en met de diversificatievoordelen die de Solvency II-regelgeving voor de verzekeringssector biedt. En natuurlijk speelt ook de lage rente een rol. Door de lage rente staat de activiteit leven overal onder druk. Leven is op dit moment geen gemakkelijke business. Maar op onze strategie in België heeft dat geen invloed. Wij doen gewoon verder in de twee activiteiten, en als we licht vooruitgaan, zijn we tevreden.”
De rente blijft dalen, waardoor het rendement maar ook de attractiviteit van individuele en collectieve levensverzekeringen keldert. Hoe groot is het probleem?
CANO. “Alle bestaande levensverzekeringscontracten, zowel individueel als collectief, zijn afgedekt door voldoende renderende beleggingen met gelijksoortige looptijden. Onze historisch opgebouwde portefeuille kent met andere woorden geen renterisico. Alleen de nieuwe stortingen vormen een probleem (zie kader, nvdr.). AG Insurance heeft de voorbije jaren grote inspanningen gedaan om de beleggingsmix aan te passen en het renterisico af te dekken. De derisking-operatie in 2011, met de verkoop van Griekse en Italiaanse obligaties, is tevens aangewend om de looptijden van de verzekeringscontracten en de beleggingen beter op elkaar af te stemmen.”
Vanwaar die aanpak?
CANO. “We houden al een tijdje rekening met wat we ‘het Japanse scenario’ noemen. Je kan nu eenmaal niet uitsluiten dat Europa de weg van Japan opgaat: een vergrijzende bevolking, een lage economische groei, een permanent lage rente… Als verzekeraar moeten we daar rekening mee houden.
“Ik zie geen tekenen die een forse stijging van de rente in Europa in het vooruitzicht stellen. Er kan wel altijd paniek uitbreken, waardoor bijvoorbeeld de spreads in een bepaald land omhoog schieten. Dat is iets anders. Maar een structurele renteverhoging? Neen, er zijn te veel tegenindicatoren: de demografie, een gebrekkige economische groei, massa’s liquiditeiten. Dat zijn drie basiselementen waarmee je moeilijk een ander sausje kan maken dan een lage rente.”
Komt er dan geen inflatie?
CANO. “Inflatie is er al, alleen heet ze assetinflatie. Inflatie zie je overal: in Duitse bunds, misschien al in aandelen, eigenlijk in alle beleggingscategorieën waar de vele liquiditeiten naartoe vloeien. Ook in Japan is er jaren sprake geweest van assetinflatie.”
Hoe ziet u de verzekeringsmarkt in België evolueren?
CANO. “Solvency II kan leiden tot meer consolidatie. Dat was het geval bij de overname van Mensura Verzekeringen door Allianz. Mensura was een mono-verzekeraar, gespecialiseerd in arbeidsongevallen, die onder Solvency II relatief veel kapitaal nodig zou hebben. In een gediversifieerde groep is dat een stuk minder. Misschien zullen we dat in de toekomst nog zien: een nichespeler die beslist ermee te stoppen en zijn portefeuille verkoopt, of die opgaat in een groter geheel.”
Er staat 240 miljard euro op de spaarboekjes. De Belgen sparen te veel, en bovendien stroomt dat geld niet door naar de lokale economie, beweren sommige politici. Kunnen de verzekeraars hier een rol spelen?
CANO. “In de eerste plaats denk ik dat het voor België belangrijk is dat de mensen blijven sparen. De overheidsschuld is hoog. Dat de rente de voorbije maanden in de pas bleef, had volgens mij veel te maken met de hoge spaarquote. Oké, er is een spaaroverschot, we kunnen in dit land niet alle spaargeld omzetten in kredieten. Maar daar moet je vooral niet te veel aan morrelen.
“Ik ben het er wel mee eens dat je sparen moet stimuleren op een manier die interessant is voor de langetermijnfinanciering van de economie. Volgens de Nationale Bank is het spaarboekje daarvoor niet het meest geschikte middel omdat die spaartegoeden direct opvraagbaar zijn. Het spaargeld dat bij verzekeraars staat, is daarvoor meer geschikt omdat het van nature heel lang lopende spaarcontracten zijn. Daarom financieren wij al veel projecten en we willen dat blijven doen.”
Met de volksleningen wil de overheid nog meer geld voor projectfinanciering beschikbaar stellen.
CANO. “Ik vraag me af of dat allemaal nog wel nodig is, of er al niet voldoende geld beschikbaar is voor langetermijnprojecten. Infrastructuurprojecten moeten economisch zin hebben. Denk maar aan de luchthaven van Castillin in Spanje, waar nog nooit een vliegtuig geland is. Of de investeringen in hogesnelheidslijnen, waar gemiddeld 20 mensen per dag gebruik van maakten. Dat kan toch niet de bedoeling zijn. Het is veel belangrijker dat je een sterk ondernemersklimaat hebt, met voldoende risicokapitaal en goed opgeleide mensen.”
PATRICK CLAERHOUT, FOTOGRAFIE CHRISTOPHE KETELS / IG
“Ik zie geen aanwijzingen voor een forse rente-opstoot in Europa”
“Je moet sparen stimuleren op een manier die interessant is voor de langetermijnfinanciering van de economie”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier