Wonen aan het water in Brussel
Aan het Brusselse Kanaal krijgen oude pakhuizen en verlaten bedrijfsruimten een nieuwe toekomst in de vorm van hippe lofts. Recentste voorbeeld: het Picardproject tegenover Tour & Taxis.
Dat zicht op het water een meerwaarde geeft, weten ze niet alleen aan de kust. Ook onze steden herontdekken hun waterkant. In Antwerpen vind je de duurste appartementen aan de Scheldekaaien. In Gent zijn er ambitieuze residentiële plannen voor de oude havendokken. En in Mechelen worden onder meer de oevers van de Binnendijle aangepakt en herontwikkeld.
Ook onze hoofdstad – op watervlak nochtans niet erg verwend – keert terug naar het water. Misschien nog wat aarzelend, maar je ziet her en der langs het Kanaal Brussel-Charleroi al privé- en overheidsinitiatieven, die wijzen op een nieuw geloof in deze lang verwaarloosde buurt. Onlangs nog maakte projectontwikkelaar Atenor zijn plannen bekend voor een woontoren van 135 meter ter hoogte van de Willebroekkaai.
Iets minder spectaculair maar veel concreter is het project Picard aan de overzijde (de rechteroever) van het Kanaal. Op een deel van het bouwblok tussen de Picardstraat en de Le Lorrainstraat (een site van ongeveer 10.000 vierkante meter) ontwikkelde de Brusselse projectontwikkelaar Biaxe 26 lofts en 14 appartementen.
Terug naar het water
Aan de kant van de Picardstraat heeft het project een bekende overbuur: het voormalige douanepakhuis Tour & Taxis. In het begin van de twintigste eeuw groeide de site van Tour & Taxis uit tot hét logistieke knooppunt van de hoofdstad. In de wijk verrezen tal van pakhuizen en industriële gebouwen.
Maar eind jaren tachtig gingen de deuren van Tour & Taxis dicht. Ook in de nabijgelegen opslagplaatsen trok de handelsactiviteit weg. De wijk kreeg het moeilijk en verpauperde. Maar onder meer de herontwikkeling en nieuwe invulling van Tour & Taxis zorgt nu voor nieuwe impulsen. “Dit is nog altijd een moeilijke buurt,” weet Pierre-Marc Morissens, zaakvoerder van Biaxe. “Maar het is ook een wijk in volle ontwikkeling en het potentieel is groot. Vroeger concentreerde de residentiële ontwikkeling van Brussel zich in de bovenstad. Nu zie je steeds meer hoogstaande projecten in het centrum, zoals in de Dansaertwijk. En ja, in het verlengde daarvan zie je ook de havenbuurt heropleven. Er zijn plannen voor een heraanleg van de kaaien. Een wandelzone moet de stad weer dichter bij het water brengen. Een terugkeer naar de bron, zeg maar.”
Het industriële verleden van de havenwijk kan een troef zijn in die residentiële toekomst, want oude pakhuizen leveren na renovatie vaak de mooiste lofts op. Dat weten ze ook bij projectontwikkelaar Biaxe. De magazijnen van Continent Anglaise, een invoerder van wijnen en alcoholische dranken, werden grotendeels behouden. En waar mogelijk recupereerde Biaxe de originele materialen. Maar dat mocht de woonkwaliteit niet benadelen. Zo werden de stalen ramen van de gevels van de Picardstraat gerestaureerd, maar voorzien van dubbel glas.
Geloof in de stad
Woonkwaliteit in een stedelijke omgeving is het stokpaardje van Pierre-Marc Morissens. “Wij zijn een echte stedelijke projectontwikkelaar,” vertelt hij. “Een verkaveling ergens in de Brusselse rand is niet ons ding. We geloven absoluut in wonen in de stad, want die biedt een enorme meerwaarde. Maar dan moet je het wel aantrekkelijk maken. Bijvoorbeeld door voldoende parkeergelegenheid te voorzien. In Picard zijn er twee ondergrondse parkings met in totaal 45 parkeerplaatsen. Op één na hebben alle appartementen ook een ruim terras. En we hebben ruime gemeenschappelijke tuinen voorzien. Groen, licht, ruimte: dat zijn kwaliteiten die je niet meteen verwacht in de stad. Maar ze zijn wel noodzakelijk als je een bepaald publiek terug naar de stad wilt krijgen.”
Laurenz Verledens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier