Winst op zee
De waterbouwspecialist GeoSea is de snelst groeiende DEME-dochter. Vooral dankzij contracten voor de bouw van offshorewindmolenparken. Dat gebeurt nu overwegend in West-Europa, maar managing director Luc Vandenbulcke ziet ook potentieel buiten het Europese continent. Blijven innoveren en investeren, is volgens hem het succesrecept.
Het vlaggenschip van de DEME-dochter GeoSea staat in miniatuurversie in de inkomhal. De Innovation is een schip van 147 meter lang, 44 meter breed en 11 meter diep, dat tien windmolenturbines in één stuk kan vervoeren. Het megaschip heeft vier palen van 85 meter lang, die kunnen worden verankerd in de bodem van de zee. “Zo kunnen we werken tot op een diepte van 65 meter. Dat is voldoende om overal in de Noordzee te kunnen opereren”, legt Luc Vandenbulcke uit.
De Innovation werd eind vorig jaar aangekocht als antwoord op het toenemende aantal offshorewindprojecten dat GeoSea binnenhaalt. “Wie competitief wil zijn in onze business, moet op elk moment de juiste schepen kunnen inzetten”, aldus Vandenbulcke.
Groei in windmolens
Precies tien jaar geleden werd GeoSea opgericht als dochter van de Belgische baggergroep DEME. Omdat er almaar meer vraag was naar offshorebouwprojecten. “Dat is een ander metier dan baggeren, en er wordt ook een ander soort schepen voor gebruikt”, verklaart Vandenbulcke. GeoSea begon met een ploeg van vier mensen, die ondertussen tot een team van 350 is uitgegroeid. “En dat is gerekend zonder de onderaannemers en zonder de lokale mensen die we inhuren voor buitenlandse projecten. Op piekmomenten zijn meer dan 1000 mensen op onze werven actief.”
GeoSea bouwt wereldwijd complexe offshorewaterbouwprojecten, zoals aanlegsteigers voor lng-schepen. Dichterbij is het bedrijf vooral bekend voor hernieuwbare-energieprojecten zoals de bouw van offshorewindmolenparken. Het is ook in dat domein dat de grootste groei zit. “We zijn begonnen met het louter installeren van de parken. De voorbije vijf jaar zijn we geëvolueerd naar een sleutel-op-de-deuraannemer. We nemen nu het hele traject voor onze rekening: we vragen vergunningen aan, ontwerpen, bouwen en installeren de windmolenparken, én we staan in voor het onderhoud.”
Met zijn eerste project, de Thornton-bank op de Noordzee, dat gebouwd werd tussen 2008 en 2011, heeft GeoSea het vak kunnen leren. “Dat project heeft ons de kans gegeven er een exportproduct van te maken”, zegt Vandenbulcke. Voorlopig blijft de bouw van windmolenparken op zee beperkt tot West-Europa. “Behalve in eigen land hebben we projecten in Nederland, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken, Zweden en binnenkort ook Frankrijk. Maar we zien nu dat er ook buiten Europa iets beweegt: er is een eerste park op komst in de Verenigde Staten en ook enkele Aziatische landen zijn bezig met offshorewindparken. China, bijvoorbeeld, heeft al 200 megawatt offshorewindenergie staan, en Japan investeert in drijvende turbines.”
‘België is pionier’
Windenergie op zee wordt dus een wereldmarkt. Eén waarin ons land een voortrekkersrol kan en moet spelen, vindt Vandenbulcke. “België is een pionier in de ontwikkeling van de offshorewindindustrie. Dat biedt enorme exportkansen, niet alleen voor ons maar ook voor tientallen andere bedrijven die actief zijn in de nog weinig gekende industrie. Want naast de partijen die de parken bouwen en onderhouden zijn er bijvoorbeeld ook de leveranciers van de componenten en het staal. Er ontstaat hier een cluster van ondernemingen die naam en faam begint te krijgen, ver buiten onze landsgrenzen. Daarom moeten onze beleidsmakers blijven investeren in de bouw van nieuwe windmolenparken en in de ontwikkeling van nieuwe technologie.”
Zijn steile opgang heeft GeoSea volgens zijn topman te danken aan het feit dat het bedrijf er vroeg bij was. “Wij zijn in de markt van hernieuwbare energie op zee gestapt toen anderen er nog niet in geloofden. Daardoor hebben we een voorsprong kunnen nemen. Het is ook een heel kapitaalintensieve business, waardoor het voor een kleine starter niet haalbaar is. Wij konden die investeringen wél doen, omdat we een sterk moederbedrijf achter ons hebben.” Een bijkomend voordeel is dat DEME meer dan 150 jaar maritieme kennis en ervaring in huis heeft. “Er zijn grote civiele aannemers die het in onze branche hebben geprobeerd maar er hun tanden op stukgebeten hebben, precies omdat ze die kennis van de zee niet hadden.”
GeoSea heeft kantoren in Zwijndrecht, Bremen en Brisbane, maar kan in andere markten wereldwijd rekenen op het commerciële netwerk van de DEME-groep. “Zij verkopen ons product en beschikken over de lokale kennis van wetgeving, taksen, invoerrechten, enzovoort.”
Innovatie
Om de concurrentie voor te blijven, investeert GeoSea volop in innovatie. Bijvoorbeeld in onderwaterturbines, een markt die nog in de kinderschoenen staat, maar volgens Vandenbulcke de “next big thing” is. “Nu is die technologie nog veel duurder dan offshorewind, maar hoe meer productie, hoe goedkoper het wordt. We zijn betrokken bij demoprojecten. Binnenkort doen we testen. Voor commerciële activiteiten is het nog minstens wachten tot 2018”, schat Vandenbulcke.
Voorts investeert GeoSea in High Wind, een spin-off die technologie ontwikkelt om windmolens met robots te kunnen installeren bij hoge windsnelheden, wat met een klassieke kraan niet kan. “Windmolens worden uiteraard geïnstalleerd op plaatsen waar veel wind is. Maar als het té hard waait, dan liggen onze aannemersactiviteiten stil en neemt de bouwtijd toe. Na twee jaar research zijn we in Oostende aan het testen, en uit de resultaten blijkt dat we 20 à 30 procent sneller en dus goedkoper kunnen werken.”
In 2013 verdubbelde GeoSea zijn omzet, tot 479 miljoen euro, dankzij twee grote contracten voor de bouw van windturbineparken op zee, in Duitsland en het Verenigd Koninkrijk. Toch wil Vandenbulcke de ontzagwekkende groeicijfers nuanceren. “Die sterke omzetstijging heeft ook te maken met onze nieuwe scope. Niet alleen het werk, maar ook de aankoop van staal en onderdelen zit nu in onze cijfers. Hoe dan ook valt dat elan moeilijk vol te houden, maar het orderboek voor de eerstvolgende jaren is goed gevuld. En nog belangrijker is dat de winst gelijke tred houdt.”
“De grootste uitdaging is dat we jaren op voorhand moeten beslissen waarin we investeren en dan hopen dat het de juiste keuze blijkt.” Ook het vinden van de juiste medewerkers is een permanent aandachtspunt. “Op de Belgische arbeidsmarkt zijn de hoogopgeleide, gespecialiseerde technische profielen die wij zoeken dun gezaaid. Niet voor niets hebben we hier 33 nationaliteiten in huis.”
“Wij zijn in de markt van hernieuwbare energie op zee gestapt toen anderen er nog niet in geloofden”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier