Wij drijven niet mee op de ecohype
Bij C&A geen managers die op tv een gigantische installatie van zonnepanelen inhuldigen, of zich door journalisten laten omringen bovenop een windmolen. C&A is groen in de schaduw, en hanteert al jarenlang een doordachte ecostrategie.
Kijk eens hoe groen ons bedrijf is! Die leuze is in geen geval besteed aan Marc Estourgie, managing director van C&A Belux. Een man met Franse roots, maar ook duidelijk een Nederlander. Zo duidelijk zelfs dat hij hardnekkig zijn woonplaats Brussel blijft doorkruisen met de fiets. “Het is veelzeggend dat ik mij dan nog steeds een attractie voel”, klinkt het een beetje beschuldigend. “En als m’n kind vooropzit, kijken de mensen naar me alsof ik een slechte vader ben.”
Maar Marc Estourgie trekt zich daar niets van aan. Integendeel zelfs, hij probeert zijn personeel te overtuigen om mee te doen. En ja, dat lukt aardig. Vooral in Vlaanderen, waar het plat is.
C&A houdt zijn milieustrategie graag binnenskamers. “Lang voor het trendy werd, deden wij al aan recyclage, en gebruikten we al groene stroom”, vertelt Estourgie. “In 1998 waren we het eerste bedrijf met het milieucertificaat ISO 140001. Geen lachertje, want om de normen te halen, moet je ál je papieren tweezijdig beschrijven, je afval sorteren, in al je winkels stroom besparen, noem maar op.”
Traditionele bescheidenheid weerhield C&A ervan om op de trom te roffelen telkens er een milieuvriendelijke mijlpaal werd gehaald. Bovendien is de kledingketen geen beursgenoteerd bedrijf: nog een reden om op noeste wijze in stilte te opereren. “Ondertussen hebben we echter zo’n uitgebreid pakket aan ecologische maatregelen dat we dat best eens mogen laten zien”, vindt Marc Estourgie.
Een grondige aanpak
De groene initiatieven van C&A wereldwijd worden gebundeld onder de noemer ‘We C&Are’. Een grondige aanpak, die begint bij de katoenteler en die eindigt bij de consument die zijn kleren koopt in een van de vele C&A-winkels. Op die manier wordt het hele productieproces gecoverd, eerder dan te kiezen voor een groen laagje vernis. Te beginnen bij het stimuleren van een milieuvriendelijke katoenteelt, waar bijvoorbeeld geen pesticiden aan te pas komen.
“Op die maatregel ben ik bijzonder trots”, zegt Marc Estourgie. “Biokatoen is namelijk niet alleen een goeie zaak voor het milieu, maar ook voor de katoenboer. Biologisch katoen brengt namelijk meer op dan gewoon katoen, dus hij verdient er meer centen mee. En het is beter voor zijn gezondheid. C&A wil echt het voortouw nemen in de geleidelijke omschakeling van de traditionele katoenbouw naar een biologische. Samen met de stichting Organic Exchange hebben we daar zes miljoen dollar in geïnvesteerd.”
De invoering van de collectie Bio Cotton was dus een belangrijke stap. In de herfst van vorig jaar maakte C&A gebruik van in totaal 1200 ton verwerkt biokatoen. In de lente van dit jaar stond de teller al op 7500 ton, wat overeenkomt met 12,5 miljoen kledingsstukken. Er zijn intussen ook inkooptassen voorhanden die gemaakt werden uit gerecycleerd materiaal, én herbruikbare biokatoendraagtassen. De winst uit de verkoop van die laatste wordt geschonken aan projecten die de teelt van biologisch katoen moeten bevorderen.
Bovendien koos C&A er heel bewust voor om de biologische kledij niet duurder te maken in vergelijking met de traditionele collectie. Uit onderzoek blijkt namelijk dat de consument de mond vol heeft van groene maatregelen, tot hij het prijskaartje ziet. C&A past dus het verschil bij, hopend dat biokatoen op die manier helemaal mainstream wordt – en dus ook goedkoper dan nu.
Niet alleen de katoenboeren en het C&A-personeel worden warm gemaakt voor een beter klimaat. Ook de kledingfabrikanten waar de modeketen mee samenwerkt – vaak gevestigd in het verre Oosten – krijgen een duurzame eisenbundel voorgeschoteld. Geen kinderarbeid, milieuvriendelijk te werk gaan, afval scheiden, enzovoort. De stichting SOCAM moet controleren of alle fabrikanten zich aan de afspraak houden. Een team van twintig man gaat daarvoor ter plaatse, op onverwachte tijdstippen. “Af en toe zijn er onregelmatigheden”, moet Marc Estourgie toegeven. “De fabrikant in kwestie wordt daar heel streng op aangesproken, en kort daarna volgt een nieuwe controle. Als het dan weer niet goed is, nemen we afscheid van elkaar. Soms is dat een commerciële ramp, maar de beroepseer is belangrijker.”
Niet goedkoop
Het ‘We C&Are’-programma is een zeer zware investering, beaamt Estourgie. Concrete cijfers wil en kan hij er niet op plakken, maar hij benadrukt dat er in het pakket ook milieuvriendelijke maatregelen zitten waarmee C&A flink kan besparen. Door de verschillende winkelvestigingen op een slimme manier te bevoorraden bijvoorbeeld. Routes herbekijken, waardoor de vrachtwagens met kleren beduidend minder kilometers moeten afleggen. Ook het concept van een ecologische vrachtwagenvloot wordt nagestreefd, met hybride technologieën en dus minder benzineverbruik.
Voorts beperkt C&A het gebruik van verpakkingsmaterialen tot een minimum, met alweer duidelijke richtlijnen voor de leveranciers. En in samenwerking met Philips wordt een milieuvriendelijk lichtsysteem ontwikkeld, bedoeld voor 180 Europese C&A-filialen. Bovendien hergebruikt C&A al jarenlang zijn kapstokken: een besparing van 5000 ton plastic per jaar, en 1700 ton ijzer.
Ook de klanten van C&A worden aangemaand tot zuinigheid. Binnenkort zetten nieuwe kledingetiketten hen aan om te wassen op 30 in plaats van op 40 graden.
Het ‘We C&Are’-programma is duidelijk goed doordacht, en heeft ook duidelijke doelstellingen. “Het meest concrete doel ervan is dat we in Europa 100.000 ton minder CO2 willen uitstoten tussen nu en 2010”, vertelt Marc Estourgie. “Daarnaast willen we tot de beste Europese modeketens behoren op het vlak van milieustrategie, en een inspiratiebron worden voor andere ondernemingen.”
Is een groene strategie ook besteed aan kleine kmo’s, die sowieso al moeite hebben om het hoofd boven water te houden? Marc Estourgie geeft een nuchter antwoord. “Eerst moet je voor jezelf bedenken of je milieuvriendelijke maatregelen wil nemen. Als je het niet echt wilt, is het beter om er ook niet echt aan te beginnen. Als je met je bedrijf wél milieuvriendelijk wil zijn, moet je daar gewoon mee beginnen. Ga aan de slag met een werkgroep. Iemand bekijkt de logistieke kant van de zaak, iemand anders de commerciële kant, enzovoort. Belangrijk is dat het hele idee gedragen wordt door de directie, en dat de bedrijfsleider rechtstreeks bij de besprekingen betrokken wordt. Gemakkelijke maatregelen liggen gewoon voor het grijpen. Het gebruik van groene stroom bijvoorbeeld. Bij C&A heeft dat hooguit een paar telefoontjes gekost.”
Moeilijke maatregelen, zoals investeren in zonnepanelen, zijn dan weer het discussiëren waard, vindt Marc Estourgie. Bij C&A wordt de optie zonnepanelen momenteel onderzocht, maar ze is niet zo evident in een winkelomgeving. “Onze bestaande filialen zijn vaak historische gebouwen in stadscentra, dus we zouden lang niet overal de toestemming krijgen om zonnepanelen te plaatsen. Bovendien zijn we bij C&A van oordeel dat je de beste milieuvriendelijke maatregelen neemt vanuit je eigen expertise. Wij zijn in de eerste plaats winkeliers.”
Schoenmaker blijf bij je leest, besluit Estourgie. Het voordeel van C&A is natuurlijk wél dat er heel veel filialen zijn, waar al eens een groen experiment gedaan kan worden. In het Duitse Mainz bijvoorbeeld wordt momenteel de allereerste ecostore gebouwd. Een winkel met draaideuren, om maar iets te noemen, net zoals in de jaren vijftig. Iets minder klantvriendelijk, maar ideaal om de warmte binnen te houden in de winter. (T)
Door Celine De Coster/Fotografie Jelle Vermeersch
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier