Wie betaalt de factuur van Spartacus?

Dankzij een oude Romeinse gladiator zullen de Limburgers de eerste Vlamingen zijn die met een lightrail, zeg maar een sneltram, naar Brussel en Antwerpen sporen. Tussen 2010 en 2014 moet het Spartacus-plan de mobiliteit in de provincie de hoogte in jagen. Dat kondigden Vlaams mobiliteitsminister Kathleen Van Brempt (SP.A) en gedelegeerd bestuurder Ingrid Lieten van De Lijn vorige week met de nodige bombarie aan.

Het prijskaartje? Minimaal 136 miljoen euro voor infrastructuurwerken, plus 8,75 miljoen extra aan exploitatiekosten per jaar. Al was nog niet duidelijk waar dat geld vandaan moest komen. Een deel – in schijven – van de Vlaamse regering, een deel van publiek-private samenwerking, en het geheel gehuld in vaagheid. Met de NMBS – die nochtans mee moet stappen in het verhaal – was nog niet overlegd.

Omdat één mooi plan de lente niet maakt, moeten op termijn alle provincies het voorbeeld van Spartacus volgen. De slavenleider wilde de levensomstandigheden van zijn medestrijders verbeteren en 2000 jaar later wil zijn mobiliteitsvariant dat ook. Spartacus is de pendant van Pegasus, het mythologische gevleugelde paard dat tegen 2025, dankzij 1,1 miljard euro aan investeringen en 114 miljoen euro aan jaarlijkse exploitatiekosten, 80 miljoen reizigers extra wil lokken in de Vlaamse ruit Brussel-Antwerpen-Gent-Leuven.

De grote vraag is: wie betaalt de rekening? Want van ticketverkoop alleen kan de Vlaamse Vervoersmaatschappij niet overleven. De kostendekkingsgraad van De Lijn – de verhouding tussen eigen inkomsten en de totale uitgaven – is gekelderd, van 31,5 % in 1999 naar 19,4 % in 2003. Want, zo vindt Ingrid Lieten, in een overheidsbedrijf moet de strategie worden bepaald door de regering en het management moet die alleen zo goed mogelijk uitvoeren. En de overheid moet het nodige geld dan maar bijpassen.

Het was niet de houding die Karel Vinck erop nahield bij de NMBS. De ontslagnemende spoorbaas streefde ernaar om de kostendekkingsgraad op te trekken van 30 % naar 50 %. Want de kalender voor de vrijmaking van het spoor ligt vast en is al begonnen. Dat die er nog niet is voor het busvervoer, is meer een kwestie van tijd dan van principe. In een geliberaliseerde markt zijn financiële slagkracht en onafhankelijkheid van de politiek belangrijke wapens om tenders te kunnen winnen. Het zijn zaken waarop De Lijn zich voorlopig niet wil of mag voorbereiden.

Maar Spartacus en Pegasus passen in de strategie die huidig SP.A-voorzitter Steve Stevaert destijds zelf als minister in mooie one- liners verpakte. Samengevat: dankzij het gratis-verhaal vervoeren de bussen nu mensen in plaats van lucht. Die mensen bezoeken vrienden, gaan op café of naar een museum, maar in ieder geval zitten ze niet thuis zich achter hun tv te ergeren en zo gaan we de maatschappelijke verzuring tegen.

Wat er moet gebeuren wanneer de socialisten tussen nu en 2010 uit de regering verdwijnen, is helemaal troebel. Want de politicus die dan tegen zijn oudere kiezers moet zeggen dat de bus eigenlijk níét gratis is, mag vrezen voor zijn verdere carrière. Waardoor de volgende regeringen opgezadeld worden met een steeds groeiende factuur. De openbare vervoersmaatschappij kost ons allen inmiddels een aardige duit: ruim 100 euro per Vlaming. De dotatie aan De Lijn verdubbelde tussen 1999 en 2003 van 310 miljoen naar 657 miljoen euro. De stijging alleen al is groter dan het totale budget van de minister van Economie. Om het met een boutade te zeggen: we geven meer geld uit om mensen tot bij de fabriek te brengen dan om die fabriek open te houden. Luc Huysmans

Luc Huysmans

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content