WERKLOOSHEID. Stop monetaire paranoia
Vraagtekort of te rigiede arbeidsmarkten ? Ekonomen kruisen
de degens over de Europese werkloosheid. Gentse ekonomen varen in keynesiaanse stroming. Valt onze harde muntpolitiek nog te rijmen met de rauwe realiteit der werkloosheid ?
“De Europese ekonomieën leven met een aanzienlijke strukturele werkloosheid. Daar bovenop plantte zich werkloosheid in die haar oorsprong vindt in onvoldoende vraag. Het restriktief geldbeleid heeft, voorlopig althans, de strijd tegen de inflatie gewonnen maar tegelijkertijd een ravage aangericht op de arbeidsmarkt, ” zo schreef Nobelprijswinnaar Robert Solow een klein jaar terug in het opinieblad Economic Insights. Deze vooraanstaande ekonoom van het prestigieuze Massachusetts Institute of Technology (MIT) sloot zich met deze verklaring aan bij wat de Leuvense ekonomen op het einde van de zomer van 1993 poneerden voor België.
Voor een vriendelijker muntbeleid, zo luidde de titel van hun Manifest. De ongemeen scherpe, zeg maar bijna hatelijke, reaktie van sommige bewindvoerders op het Leuvens pleidooi tot vraagstimulering via monetaire weg, bezorgt sommige van de ondertekenaars vandaag nog altijd kippevel als zij interviews geven. Nochtans blijft hun boodschap biezonder aktueel, zo blijkt uit een recente studie van de Gentse ekonomen Freddy Heylen, Lucia Goubert en Eddy Omey (*). Het drietal roeit in tegen de stroom van gangbare verklaringen omtrent het enorme verschil tussen de VS en Europa inzake tewerkstellingsprestaties (zie grafiek 1) : de VS beschikken over een veel flexibelere arbeidsmarkt en soepelere loonvorming dan Europa.
Freddy Heylen ziet de huidige Belgische én Europese situatie als onhoudbaar : “De inflatie is laag met geen tekenen van mogelijke opvering, de werkloosheid blijft dramatisch hoog, de eerste tekenen van konjunkturele terugval worden zichtbaar en we krijgen zelfs een appreciërende munt. Dit is een nefaste cocktail. Er dienen nog een aantal andere ingrepen te gebeuren, maar in de eerste plaats moeten de Europese rentevoeten dringend naar beneden. We hebben al te lang het vraagaspekt van onze problematiek verwaarloosd. Onze beleidsmensen wensten geen enkel risico te nemen inzake inflatie. Dat kan niet meer. “
MET Z’N ALLEN GOED FOUT…
Sedert enkele jaren mag Frankrijk prat gaan op twee van de allerbeste makro-ekonomen, zowel op teoretisch als toegepast, empirisch vlak : Olivier Blanchard, een kollega van Solow op MIT en Charles Wyplosz, verbonden aan Insead. In de Franse krant Libération vochten precies deze twee recent een pennegevecht uit rond het tema dat ook de achtergrond vormt van de Gentse studie.
“Wyplosz, ” zo schrijft Blanchard, “houdt ons voor dat de dramatische toename van de Europese werkloosheid toe te schrijven valt aan de rigiditeiten van de Europese arbeidsmarkt. Hij vertolkt daarmede de consensusvisie die gaat van de Oeso tot het IMF, van de Banque de France tot het merendeel van de presidentskandidaten. (…) Is het mogelijk dat een meerderheid van de ekonomen en de internationale organizaties zich vergissen ? Ja. “
Heylen, Goubert en Omey onderschrijven Blanchards visie. Ook zij menen dat het belang van de rigiditeiten in de Europese arbeidsmarkten de jongste jaren fel overschat werd. Niet dat ze geen rol spelen, integendeel zelfs : ze versterken het effekt van negatieve vraagschokken via fenomenen als vakbondsmacht, overregulering, buitensporige werkloosheidsvergoedingen enzovoort. Het hele verhaal start echter telkens langs de vraagzijde van de ekonomie.
Precies dat vraagbeleid was in de jaren tachtig en begin jaren negentig onmiskenbaar restriktiever in de Europese Unie dan in de VS. Grafiek 2 geeft dit duidelijk aan voor het monetaire beleid terwijl ook, mede door de beleidsfouten van de jaren zeventig, op budgettair vlak Europa strikter diende te akteren. Vooral het restriktieve monetaire beleid brengt, zo blijkt uit ekonometrische schattingen van de Gentse ekonomen, aanzienlijke negatieve tewerkstellingseffekten met zich.
… OF MAAR EEN KLEIN BEETJE ?
De visie vertolkt door Olivier Blanchard in Libération en door Heylen, Goubert en Omey in hun recente studie is dus de volgende : verschillen in de ontwikkeling van de vraag vormen de voornaamste oorzaak van de verschillen tussen Europa en de VS op het vlak van jobkreatie.
Op langere termijn houdt deze visie evenwel moeilijk stand. In grafiek 3 zetten we voor de voorbije 35 jaar de evolutie uit van tewerkstelling, reële groei(reële vraag) en reële rente in respektievelijk de VS en de Europese Unie (EU).
Op het vlak van de tewerkstelling presteert de EU voor elk van de beschouwde subperiodes beduidend slechter dan de VS : de jaren zestig, zeventig en tachtig zijn haast kopies van elkaar. De vraag ontwikkelde zich nochtans in de jaren zestig en zeventig sneller in de EU dan in de VS. De reële rente op korte termijn de beste graadmeter voor de richting van het monetaire beleid was in de jaren zestig iets hoger in Europa, in de jaren zeventig iets lager en in de jaren tachtig terug iets hoger. De konklusie ligt dan ook voor de hand : de Europese arbeidsmarkten zitten reeds zeer lang fundamenteels fout inzake jobkreatie.
Het is even zeker dat de gevolgen van die reeds lang aanslepende ziekte van de Europese arbeidsmarkt de jongste jaren alsmaar heftiger aan de oppervlakte kwam als gevolg van vooral de monetaire terughoudendheid. De berekeningen van Heylen & Co. tonen inderdaad nog maar eens aan dat dit het groeipotentieel van de ekonomie veel meer aantast dan budgettaire restriktie. Er is dus in termen van konjunkturele evolutie, ekonomische groei en tewerkstelling voor België bitter weinig in te brengen tegen de noodzaak tot grondige sanering.
De diskussie “Wyplosz versus Blanchard-Solow-Heylen” is grotendeels artificieel : beide groepen hebben gelijk. Flexibilizering van de Europese arbeidsmarkten is onvermijdelijk willen we ooit nog terug volledige tewerkstelling krijgen maar de monetaire paranoia in Europa verscherpt de tewerkstellingsproblemen onnodig verder.
JOHAN VAN OVERTVELDT
(*) Unemployment in Europe : a problem of relative or aggregate demand shocks ?, Universiteit Gent, Working Paper, nr. 95/08
FREDDY HEYLEN (UNIVERSITEIT GENT) Lage inflatie, hoge werkloosheid, een konjunkturele terugval en een appreciërende munt vormen een nefastecocktail.
WERKLOOS EN OP ZOEK NAAR EEN JOB Met huidig monetair beleid blijft werkloosheid hoog.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier