WERKEN IN DE MIJN
De renovatiewerken aan de Oostendse vismijn zijn nagenoeg voltooid. Het kostenplaatje is opgelopen tot 300 miljoen frank, maar daarvan betaalt de overheid de helft.
Verleden week vond in Oostende een internationale vergadering plaats van Europese vissers. Die konden de infrastructurele vooruitgang van de lokale vismijn bewonderen.
“De renovatie van de Oostendse vismijn – voor 70% voltooid – is een perfect voorbeeld van hoe de overheid en de privé-sector elkaar kunnen vinden,” zegt Willy Van Waes, gedelegeerd bestuurder van de privé-vennootschap nv Pakhuizen, een verzameling van acht visgroothandels en de nv Vislossersbond.
Na veel gebakkelei over de toekomst van de Oostendse vismijn, verenigden de privé-partners zich rond het thema renovatie. De stad Oostende pikte daarop in, en nam de vernieuwing van de zogenaamde “verkoophalle”, een belangrijk onderdeel van de mijn, op zich. In totaal haalden overheid en privé-sector de voorbije jaren zowat 300 miljoen frank investeringsgeld boven. “Oostende mag rekenen op de overheid en kan het zich dus veroorloven om zijn investeringen op iets langere termijn te plannen,” aldus Geert Deman, coördinator van de Maritieme Ombudsdienst (die de visserijreders vertegenwoordigt). “Bovendien komen de investeringen op een goed moment, gezien de stijgende visprijzen. Oostende profileert zich meer en meer als een Vlaamse vissershaven (tegen het door de Nederlanders gecontroleerde Zeebrugge) en weet zich economisch te handhaven.”
Het resultaat van de Oostendse werken mag worden gezien. “Hier wordt gewerkt volgens de allermodernste standaarden,” zegt Willy Van Waes. “Alle bedrijven zijn nu hypermodern uitgerust.”
De hele Oostendse vismijn is vandaag goed voor bijna 3 miljard frank omzet en 200 jobs. Minder dan vroeger, maar de visquota en een teruglopende Belgische vissersvloot hebben een ommekeer ingeluid. Het amateurisme uit het verleden heeft plaatsgemaakt voor professionalisme. Willy Van Waes, die met zijn Vislossersbond prominent aanwezig is op de Oostendse vismijn, verheugt zich over de nieuwe wind die door Oostende waait. Maar hij betreurt ook dat meer samenwerking met de geprivatiseerde Zeebrugse vismijn niet tot de mogelijkheden behoort. “Met hen is het gewoon moeilijk kersen eten,” zegt Van Waes. “Het is elk voor zich, maar dat is uiteraard historisch bepaald. Nu is er sprake van een opening in de vorm van de Vereniging van Vlaamse Visveilingen ( VVV). Maar daarover is alleen nog maar in een werkgroep gepraat. Afwachten dus of die constructie echt werkt.” Geert Deman: “Ik denk dat samenwerking onder druk van Zeebrugge moeilijk wordt. Misschien is de stevige concurrentie tussen de mijnen niet eens zo slecht. Zeker niet voor de vissers, die hopen op dalende veilingtarieven.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier