WELKE VIDEOPROJECTOR KIEZEN?

Videoprojectoren zijn betaalbaar geworden. Maar weet u dat een apparaat dat uitmuntend presteert bij Powerpointpresentaties niet noodzakelijk geschikt is voor het bekijken van films?

De aantrekkingskracht van beelden van 2 meter breed en meer is enorm. U vindt dan ook videoprojectoren voor elke beurs: van 800 tot ongeveer 10.000 euro. Het is een reuzenmarkt en al wie wat te zeggen heeft op computergebied (Dell, Toshiba, HP) pikt daar een graantje van mee. Daarnaast zijn er nog de traditionele spelers zoals Barco en Infocus.

Aandachtspunten

Lichtintensiteit. De eerste vraag die de keuze bepaalt, is waarvoor het apparaat in hoofdzaak wordt gebruikt. Een model voor thuisbioscoop zal maar matig presteren voor Powerpointpresentaties in een niet-verduisterde kamer. De beelden moeten voldoende scherp zijn en een hoge lichtintensiteit hebben (meer dan 2000 en liefst zelfs 3000 lumen). Bij een waarde van minder dan 1000 lumen moet u in het halfduister, zoniet in het volledige duister werken. Voor extra lumen moet u echter betalen: voor een videoprojector van 3000 lumen moet u al gauw 3000 euro neerleggen.

Resolutie. Ook aan de resolutie moet aandacht worden geschonken. Wanneer u alleen Powerpointpresentaties projecteert, is een SVGA-model (600 x 800 pixel) ruimschoots voldoende. XGA (1024 x 768 pixel) levert echter betere prestaties. En het beste resultaat krijgt u met SXGA (1280 x 1024 pixel). SXGA is in de eerste plaats voorbehouden aan ‘kapitaalkrachtige’ liefhebbers van hogedefinitietelevisie en aan bijzonder veeleisende gebruikers die een onberispelijke beeldkwaliteit wensen. Ook hier geldt de regel: hoe hoger de resolutie, hoe duurder.

Contrast. Het contrast is eveneens belangrijk. Dat wordt uitgedrukt in verhoudingen (1000:1 of 2000:1). Kies steeds een toestel met een contrastverhouding van meer dan 2000: 1, idealiter 3000:1. Zeer hoge contrastverhoudingen zijn uiteraard het voorrecht van videoprojectoren uit het topgamma die ook werken met chips van de laatste generatie (dlp hd2).

Technologie. Daarnaast moet u ook kiezen uit twee verschillende technologieën: lcd en dlp. De eerste technologie werd in eerste instantie ontwikkeld voor de projectie van computergegevens. Vandaar dat het beeld over het algemeen ‘kouder’ overkomt en vooral geschikt is voor projectie via een computer. De dlp-chip dan weer is geschikter voor film. De kleuren zijn warmer en levendiger.

Beeldgrootte. Bij de keuze van het apparaat moet u ook rekening houden met de beeldgrootte (4/3 of 16/9). Hoewel een 4/3-formaat ideaal is voor een kantooromgeving, videospellen of televisiebeelden zorgt u er toch maar beter voor dat uw videoprojector ook 16/9 aankan, zodat u bij het bekijken van bepaalde films niet boven en onder het beeld met een zwarte rand zit.

Opties. De keuze van een apparaat kan ten slotte ook worden bepaald door de opties: functionele mogelijkheden van de afstandsbediening, het aanbieden van een korte focusadapter om een groot beeld op korte afstand te projecteren (bijvoorbeeld 2,5 meter diagonaal op slechts drie meter afstand), geavanceerde trapeziumcorrectie om beeldvervorming te voorkomen wanneer de projector niet loodrecht voor het scherm is geplaatst enzovoort. Alvast veel succes met uw keuze!

Boris Jancen

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content