Welke politici zetelen in welke bedrijven?

Vooral de éminences grises van de Wetstraat hebben een zitje in de raden van bestuur van het Belgische bedrijfsleven, zo blijkt uit een Trends-enquête. Jonge Vlaamse politici laten het bedrijfsleven doorgaans links liggen. Dreigt er een kloof tussen de politiek en het zakenleven? Of leidt de aanwezigheid van politici in het bedrijfsleven eerder tot perverse neveneffecten?

Stel, u bent een bedrijfsleider en plaatst de volgende jobadvertentie.

Gezocht (m/v): politicus met economische kennis, liefst een ex-minister, Europese ervaring, een uitgebreid netwerk, een ongeschonden reputatie, weinig toekomstige politieke ambitie, en interesse en ervaring in de bedrijfswereld.

Dan hebt u veel kans dat u op de volgende kandidaten stoot: Jean-Luc Dehaene (62, CD&V, zetelt in het bestuur van Lotus Bakeries, Umicore, Telindus, Domofin en Interbrew), Karel Van Miert (60, SP.A, mandaten in onder andere Philips, De Persgroep en Agfa-Gevaert), en Marc Eyskens (69, CD&V, bestuurslid bij bedrijven als ING, Gevaert en UCB).

Andere mogelijke kandidaten zijn: Hugo Schiltz (actief bij Argenta en Ibel), Willy De Clercq ( Axa), Wivina Demeester ( Dexia) en Frank Swaelen ( Real Software). Zij zijn de éminences grises van de Belgische politiek – hun gemiddelde leeftijd is 57 jaar – en ze zijn te tellen op de vingers van vier handen (zie tabel 1: Een minister in de bestuursraad). Legt u de lat iets minder hoog en kijkt u uit naar ervaren politieke rotten die nooit een ministerfunctie hebben bekleed en nog steeds dagelijks actief zijn, dan is het aanbod iets ruimer (zie tabel 2: Parlementairen met een bestuursmandaat).

Trends onderzocht de mandaten van de Vlaamse politici die momenteel in de Kamer en de Senaat zetelen, de ministers van Staat en alle politici die de afgelopen tien jaar (periode 1999-2002) een ministerpost hebben uitgeoefend. We sprokkelden in totaal 458 bestuursmandaten bijeen van politici die zetelen in managementbedrijven, commerciële vennootschappen of intercommunales (cvba, cv, nv of bvba). De VLD spant de kroon met 237 bestuursmandaten, een eindje verderop gevolgd door CD&V (140) en SP.A (74). Met een gemiddeld aantal mandaten per politicus van 2,87 is de VLD veruit de meest ‘bedrijvige’ partij. We zochten ook naar verborgen mandaten van de Vlaamse politici bij hun echtgenoten en kabinetschefs, maar dit leverde geen significante resultaten op.

Opvallend is wel dat de excellenties – zowel (ex-)ministers als ministers van Staat – van de SP.A (43) en de CD&V (33) het hoogste scoren in hun categorie. Niet toevallig zijn dit de beleidspartijen met de langste staat van dienst. Regeringsdeelname speelt dus zeker een rol in de zoektocht naar de ideale bestuurder-politicus. Ook in de categorie mandaten in niet-commerciële bedrijven of vzw’s (in totaal 236) scoren de vroegere regeringspartijen het hoogst. CD&V leidt hier met 89 mandaten, gevolgd door SP.A (68) en VLD (58).

Wat wel opvalt, is dat de gemiddelde leeftijd van het parlementslid (Vlaams en federaal) met een bestuursmandaat in het bedrijfsleven 52 jaar is. Jonge Vlaamse politici laten het bedrijfsleven links liggen, en de vraag rijst dan ook of er hier geen kloof in de maak is. Moeten ze zelf de stap wagen of moeten bedrijfsleiders met meer ijver solliciteren naar politici in hun raden van bestuur? Trends onderzocht de wisselwerking tussen politiek en business: horen politici thuis in de bedrijfswereld of leidt deze cumul eerder tot belangenvermenging en andere perverse neveneffecten?

Waar ligt de grens?

“Op internationaal vlak zie je dat andere landen deze beweging al eerder en sneller hebben ingezet. Waarom ook niet? Iedereen die een toegevoegde waarde aan een raad van bestuur kan leveren, zit daar in principe op zijn plaats. Of er te weinig politici in het Vlaamse bedrijfsleven actief zijn, weet ik niet, maar het zijn er in ieder geval weinig,” zegt Lutgart Van den Berghe, voorzitster van het Instituut voor Bestuurders.

Niet iedereen deelt die mening. “Ik vraag me soms af welke belangen een politicus in een bedrijf vertegenwoordigt: die van de aandeelhouder – zoals het moet – of die van zichzelf,” vindt Jef Vuchelen, professor economie aan de VUB. Ook Kris Peeters, gedelegeerd bestuurder van de Unie voor Zelfstandige Ondernemers ( Unizo), heeft de nodige reserves. “Wat de raspoliticus een onderneming kan bijbrengen, is een moeilijke vraag. Hoe onafhankelijk is hij? Zal hij op een gepast moment moeilijke beslissingen kunnen nemen, zelfs als hij daarmee als politicus slecht scoort? Ik betwijfel het. Kijk maar naar het failliete Sabena, dat ook voor een deel door politici werd bestuurd. Dit dossier is niet echt een voorbeeld van gezond deugdelijk bestuur, mogen we wel stellen.”

Politici pleiten graag in het openbaar voor openheid, transparantie en een verplichte publieke melding van privé-mandaten, maar in de partijcenakels zelf wordt er weinig of geen aandacht aan besteed. Alleen de VLD verplicht haar verkozenen om al hun privé-mandaten en beroepsactiviteiten te melden. Enkel de zitjes in intercommunales moeten bij de partijtop worden gemeld. Want van de zitpenningen recupereren de lokale partijkassen – met uitzondering van de VLD – een flinke stuiver.

In het politieke milieu wordt vaak nogal onwennig omgegaan met de bedrijfsmandaten die politici opnemen. Het commerciële succes van een politicus is immers niet steeds gegarandeerd en kan zowel de politicus als de partij schade toebrengen. Zo kreeg gewezen premier Jean-Luc Dehaene door het faillissement van Lernout & Hauspie en Seghers Betters Technology al tweemaal het deksel op de neus. Kamerlid Pierre Chevalier (VLD) werd twee jaar geleden nog door de Wetstraat gedwongen zijn functie als staatssecretaris voor Buitenlandse Handel op te geven, nadat hij door het Zwitserse gerecht in verdenking was gesteld in een oplichtingszaak. Een schandaaltje waar vorige week een einde aan kwam, toen het Zwitserse gerecht Chevalier buiten vervolging stelde. En over de zakenbelangen die Kamervoorzitter Herman De Croo (VLD) als advocaat in Congo vertegenwoordigt, kunnen terechte vragen worden gesteld (zie blz. 16).

VLD-voorzitter Karel De Gucht vat zijn partijpolitieke marsorders als volgt samen: “Onze politici moeten voor zichzelf uitmaken wat verenigbaar is met hun politieke mandaat. Dat kan ik niet voor hen beslissen.” Terzelfder tijd geldt onder de partijen de ongeschreven regel dat het uitoefenen van een bestuursmandaat tijdens het ministerschap taboe is.

“Ik snap al die commotie niet,” zegt Marc Eyskens. “De meeste mensen hebben een beroep, dus waarom zou ik dan als econoom mijn beroep niet mogen uitoefenen? Politici moeten op de een of andere manier voeling kunnen houden met het bedrijfsleven. Hun mandaten zijn geen overtreding, maar een berekende en eerlijke handeling. Ik begrijp wel dat je als minister geen mandaat mag aanhouden, dat is deontologisch niet verdedigbaar. En ja, ook als gewoon parlementslid zijn er natuurlijk grenzen. Zo zou ik bijvoorbeeld niet willen zetelen in de raad van bestuur van een wapenfabrikant of een tabaksfabrikant.”

Ook het Vlaams Economisch Verbond ( VEV) en het Verbond van Belgische Ondernemingen ( VBO) zitten op deze golflengte. “De aanwezigheid van politici in de raden van bestuur van het bedrijfsleven kan de kloof tussen de politiek en de economie helpen te dichten,” zegt Pieter Timmermans, directeur-generaal van het VBO. Het VEV legt hierin wel iets meer voorzichtigheid aan de dag. “Personen die bij ons belangrijke functies vervullen en beslissen om politiek actief te worden, worden gevraagd zich uit de bestuursraad terug te trekken. Daarmee willen we verwarring voorkomen,” aldus Philip Muyters, gedelegeerd bestuurder van het VEV. Het VEV heeft trouwens al jarenlang het programma “Ondernemen en politiek” lopen, waarbij politici worden uitgenodigd een bedrijfsstage te volgen. Met uiteraard als doel de kloof tussen politiek en ondernemingsleven te dichten.

“Principieel heb ik er geen bezwaar tegen dat een actief politicus mandaten opneemt. Je moet je eigen grenzen kennen en altijd transparantie nastreven. Het wantrouwen is nooit ver weg. Ik bezit bijvoorbeeld nooit aandelen van de bedrijven waarin ik zetel. Dat maakt van mij een echte onafhankelijke bestuurder,” zegt Karel Van Miert. “Ik ben al enkele jaren geleden gestopt met de actieve politiek en het is ook pas onlangs dat ik mijn mandaten heb opgenomen. Ik vond die scheiding voor mijzelf noodzakelijk.”

Ook sommige bedrijven zien erop toe de grenzen te respecteren. “Wij hebben geen beroep gedaan op Karel Van Miert omdat hij politicus is geweest,” zegt Christian Van Thillo, gedelegeerd bestuurder van De Persgroep. “Integendeel, voor ons was het veel belangrijker dat hij niet meer politiek actief was.” Bij Real Software zijn gelijkaardige geluiden te horen. Over het mandaat van Frank Swaelen (CD&V) zegt de woordvoerder: “In dit bedrijf bestaat geen algemeen gunstig vooroordeel voor een politicus als bestuurder. Maar deze bepaalde ex-politicus heeft wel een uitstekende reputatie binnen het bedrijf en bij de aandeelhouders vanwege zijn persoonlijkheid, dossierkennis en geschiktheid. Daarom was hij voor ons de geknipte bestuursvoorzitter.”

Imago opkrikken

Zelfs tijdens zijn ambtsperiode als eerste minister pleitte Jean-Luc Dehaene meermaals voor een heuse kruisbestuiving tussen de politiek en het bedrijfsleven. Dehaene: “In de Verenigde Staten is er een soepele mobiliteit tussen de particuliere en de publieke sector. Bij ons staan tussen beide werelden torenhoge muren. Daardoor vervreemden politici en bedrijfsleiders van elkaar en gaan heel wat kansen verloren. Je moet wel de wetmatigheden van elke sector naleven. Wie in het bedrijfsleven aan politiek wil doen, zal van een kale reis terugkeren. Hetzelfde geldt voor een manager die zijn politieke mandaat wil uitoefenen alsof hij een bedrijf runt. Al kun je wel nieuwe accenten leggen.”

Hoe kan een politicus een meerwaarde aan de bedrijfswereld geven? Van den Berghe: “Een politicus in de raad van bestuur kan zorgen voor een betere vorm van verantwoord ondernemen. Politici bekommeren zich over het algemeen toch sneller om de maatschappij en de omgeving waarin een onderneming functioneert. Bovendien zoekt een politicus sneller een consensus die voor alle partijen profijt oplevert.”

Een politicus kan er ook voor zorgen dat het bedrijfsimago wordt opgekrikt, redeneren ze bij tapijtenfabrikant Domo. Zo kon de textielgroep in het verleden al gebruikmaken van christen-democratische politici zoals Jean-Luc Dehaene en Paul de Keersmaeker. Hierover vertelt woordvoerder Eric Coplo: “De Domo-groep evolueerde de voorbije jaren van een conglomeraat van bedrijven tot een holdingstructuur. Op dit strategische niveau kunnen onafhankelijke bestuurders een belangrijke bijdrage leveren op het vlak van deugdelijk bestuur. In de raad van bestuur van de holding worden immers vaak ethische en maatschappelijke kwesties behandeld. Voor Domo was het aantrekken van Dehaene en De Keersmaeker ook een kwestie van image building. We wilden het signaal geven aan de buitenwereld: wij hebben gebroken met het verleden en staan los van de Beaulieu-groep.”

Lutgart van den Berghe nuanceert het belang daarvan. “Een sterk bedrijf heeft geen politicus nodig om zijn imago te verbeteren. En bij een bedrijf met een slechte reputatie is het bestuursmandaat eerder een gevaar voor de politicus in kwestie. Kijk maar naar wat Dehaene bij Seghers Betters Technology is overkomen,” zegt ze. Ook Eyskens verwittigt: “Een mandaat is een enorme tijdsbesteding. In de bedrijven waar je een mandaat hebt, gaat het niet altijd even goed. Je kan te maken krijgen met een overname, eventueel vijandig, een staking, rentabiliteitsproblemen enzovoort. Als bestuurslid moet je keihard werken en zeer voorzichtig zijn.”

Politici met een rijke Europese of internationale ervaring hebben een stapje voor. “In het begin vond ik het nogal grappig,” lacht Karel Van Miert. “Bedrijven die ik als Europees commissaris hard heb aangepakt, vroegen mij na mijn politieke carrière als bestuurslid. Het is duidelijk dat ze mijn Europese ervaring waarderen in plaats van rancune te koesteren wegens oude geschillen.”

Headhunter of adressenboekje?

Een politicus in de raad van bestuur versterkt natuurlijk ook het netwerk. Jan Steyaert, co-CEO van Telindus legt uit: “Waarom we Dehaene kozen? Niemand kan twijfelen aan zijn verdiensten op Europees, nationaal en regionaal niveau. Maar we moeten ook niet onder stoelen of banken steken dat we hem ook vroegen vanwege zijn zeer uitgebreide netwerk en kennissenkring. Bovendien hadden we hem bij eerdere contacten leren kennen als iemand met interesse voor technologie en economie. Ik kan wel stellen dat hij zeker een aardig woordje meegepraat heeft in het hertekenen van de strategie van ons bedrijf: van verkoper van producten naar een op diensten georiënteerde onderneming. En natuurlijk heeft hij al bepaalde deuren voor ons geopend. Welke? Dat zeg ik niet.”

Maar networking werkt ook in de omgekeerde richting. Het vinden van een geschikte politicus is een privé-aangelegenheid, geen zaak voor executive seachers. Kurt Desmedt van de Gentse headhunter Schelstraete & Desmedt bevestigt: “Wij hebben nog nooit de vraag gekregen om een politicus voor een raad van bestuur te zoeken. Wij werken met profielbeschrijvingen en soms kan een politicus daar aan beantwoorden. Maar ik denk niet dat bedrijven die naar iemand met zo’n profiel zoeken, bij ons zullen aankloppen. Ze gebruiken daarvoor de eigen adressenboekjes.”

Het invullen van de vacature is inderdaad een knap staaltje van wie kent wie. Volgt u even mee. Hugo Schiltz (75, Spirit), zo legt Argenta uit, was bevriend met Frans Kuypers, voorzitter van de raden van bestuur van Argenta sinds de stichting tot zijn overlijden in 1995. Kuypers was actief binnen de Volksunie én de broer van Willy Kuypers.

Domo mag dan om objectieve redenen twee politici in huis hebben genomen, maar het kan geen toeval zijn dat ze beide tot dezelfde partij behoren. Woordvoerder Coplo: “Het is geen geheim dat voorzitter Jan De Clerck meer affiniteit heeft met de christen-democraten dan met andere partijen. Het is een logische keuze voor een CD&V-familie om externe bestuurders in die hoek te zoeken.”

En een kleine start-up als M-Tech kan enkel via de connecties van zijn bedrijfsleiders erin slagen om een man als Theo Kelchtermans (59, CD&V) voor het bedrijf te engageren. De CEO van het milieu-adviesbedrijf, Lode Witters, is de vroegere kabinetsmedewerker van Kelchtermans.

Het verhaal van Dehaene is helemaal een schoolvoorbeeld van networking. De bedrijfskeuzes van Dehaene werden voornamelijk geïnspireerd door wijlen John Cordier van Telindus – een persoonlijke vriend – en ex-staatssecretaris Paul de Keersmaeker, gewezen voorzitter van Interbrew en een invloedrijke man achter de schermen van de CD&V, tevens sinds jaar en dag de vertrouwenspersoon van Hendrik Seghers. De stap van Dehaene in diens inmiddels failliete milieugroep deed menig wenkbrauw fronsen. “Persoonlijke motieven,” antwoordt Dehaene sec. Het feit dat zijn zoon Koen twee jaar lang als scheepsmatroos op het jacht van Seghers heeft meegevaren en tot voor kort bij diens waterzuiveringsbedrijf werkte, kan een rol hebben gespeeld.

Cordier was de eerste bedrijfsleider die Dehaene wist te strikken. Een paar weken later vroeg de toenmalige Umicore-topman Karel Vinck (huidig gedelegeerd bestuurder van de NMBS) aan de senator om bestuurder te worden in zijn bedrijf. En het was Paul de Keersmaeker die na zijn pensionering Dehaene vroeg hem op te volgen in de raden van bestuur van Lotus Bakeries en Interbrew. Dehaene schrijft hierover in zijn boek ‘Het leven na de 16’: “Bij Lotus kwam ik op bekend terrein. In mijn jeugdjaren had ik de fabriek in Lembeek immers vaak bezocht. Ook was het gezin Boone verre familie langs mijn moederszijde.” Ten slotte belandde Dehaene op vraag van De Keersmaeker ook bij Domo.

Geen extravagante vergoedingen

Bedrijven spreken liever niet over de verloning die ze met hun politicus-bestuurder hebben afgesproken. De woordvoerder van Philips weet te vertellen dat Van Miert 45.378 euro incasseert voor zijn werk als lid van de raad van bestuur en als lid van het auditcomité. Bij De Persgroep betalen ze ongeveer 10.000 euro per persoon uit, dus ook aan Van Miert. Telindus-topman Steyaert berekent de wedde van Dehaene op 1250 euro per zitting, met een gemiddeld aantal zittingen van vier of vijf per jaar.

Marc Eyskens: “Verloning is nochtans een taboe dat dringend moet worden doorbroken. Veel van mijn culturele mandaten zijn gratis, daar schiet ik zelfs bij in. En over de andere mandaten moet je ook niet te veel fabeltjes geloven, daar bestaan nog te veel mythes over. Gemiddeld betaalt een groot bedrijf je tussen 7500 à 20.000 euro. Maar daar betaal je belastingen op. En om dat mandaat te mogen uitoefenen, moet je over een zelfstandigenstatuut beschikken, wat je ook nog extra geld kost. Geloof me, zo veel houd ik daar niet van over.”

Ondernemers in het parlement

Een omgekeerde beweging om de kloof tussen de politiek en het zakenleven te dichten is het uitzenden van meer ondernemers naar de politiek. “Maar of de bedrijfsleiders daarvan zoveel beter worden, weet ik niet zo zeker,” vertelt professor Wilfried Dewachter, politoloog aan de KU Leuven. Hij wijst op een onderzoek dat bestond uit vragen aan besluitvormers (politici), waarbij geanalyseerd werd wie nu het meeste invloed heeft op de besluitvorming. “Bedrijfsleiders scoren daar maar matig in,” aldus Dewachter.

De combinatie ondernemer-politicus is dan ook moeilijk, weet Pierre Lano (58, VLD). Deze West-Vlaamse politicus en bedrijfsleider van de gelijknamige tapijtenfabriek Lano noemt het een mission impossible. “Je moet in je bedrijf leren delegeren en verdragen dat andere mensen bepaalde verantwoordelijkheden op zich nemen. In de politiek heb ik wel de indruk dat ondernemers beter en sneller aanvoelen wat er werkelijk moet gebeuren. Ze weten wat er reilt en zeilt in de economie en zijn veel pro-actiever op dat vlak.”

Ondernemer-politicus Jacques Laverge (63, VLD), ooit de bezitter van 56 commerciële mandaten en actief in de textiel- en bouwsector, valt Lano bij. “Je kan je soms afvragen wat onze politici van economie weten ( nvdr – Trends telde slechts twintig licentiaten in de economie onder de politieke mandatarissen). Vaak zijn zij niet gewend om met balansen om te gaan of economische cijfers te interpreteren. De laatste jaren zijn het aantal bedrijfsgebonden politici er trouwens op achteruitgegaan. Dat verontrust mij.”

De economische kennis van politici is ondermaats en verzwakt nog steeds volgens Lano. “Politici moeten nochtans beseffen dat ook zij weinig kunnen verwezenlijken zonder economisch rendement. De media hebben daar te weinig oog voor. Zij berichten meer over de verpakking dan over de inhoud van de boodschap. Ik geloof niet in meer politici in het bedrijfsleven. Daarvoor zijn er te weinig geschikte kandidaten. Ik pleit wél voor meer ondernemers in de politiek.”

An Goovaerts, m.m.v. de redactie [{ssquf}]

an.goovaerts@trends.be

Een overzicht van de opleiding, beroepsactiviteiten en bestuursmandaten van alle Vlaamse en federale parlementsleden, (ex-)ministers en ministers van Staat.

“Politici bekommeren zich over het algemeen sneller om de maatschappij en de omgeving waarin een onderneming functioneert.”

Lutgart Van den Berghe, Instituut voor Bestuurders

“Bedrijven die ik als Europees commissaris hard heb aangepakt, vroegen mij na mijn politieke carrière als bestuurslid.”

Karel Van Miert

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content