Wel of geen huwelijkscontract?
Hebt ú het gedaan? Met uw aanstaande naar de notaris om over een eventuele scheiding te praten? Toch is een huwelijkscontract een goed ding. Tenminste, zolang u alle facturen en eigendomsakten goed bijhoudt.
Authentiek verhaal: een koppel ruziede voortdurend over geld. De enige manier om daar een einde aan te maken, leek een echtscheiding. Zo geschiedde. Eenmaal verlost van de ‘bijstandsverplichting en bijdrage in de huwelijkslasten’ gingen de partners opnieuw vreedzaam samenwonen.
In dit geval liep het nog goed af. Talrijk zijn echter de op het eerste gezicht banale situaties die uitlopen op een drama. Geld is vaak de steen des aanstoots voor veel conflicten die zowel huwelijksrelaties als vriendschappen te gronde richten. Hoe kan men tot goede akkoorden komen vóór, tijdens en, waarom niet, na het huwelijk?
Een doordacht contract en een paar goede gewoontes kunnen al heel wat problemen voorkomen. Het is raadzaam dat de partners een contract opstellen dat hun vermogen regelt. Ze moeten zich daarbij goed bewust zijn van de consequenties en verplichtingen die de overeenkomst inhoudt. “Een huwelijkscontract is een financiële overeenkomst. Het gaat om regels waaraan een nieuwe rechtspersoon – het echtpaar – moet voldoen. Het volstaat dus niet na rijp beraad zijn handtekening te plaatsen. Je moet het contract ook naleven,” vertelt een notaris.
1. Algemene gemeenschap van goederen
Afhankelijk van de leeftijd van de kandidaten, hun beroep en hun respectieve financiële toestand is de ene vorm van huwelijkscontract meer geschikt dan een andere. De lijst van bestaande contracten is gauw gemaakt. Er zijn drie types en elk type draait hoofdzakelijk rond twee krachtlijnen: gemeenschap of scheiding van goederen.
Algemene gemeenschap van goederen wordt alleen nog gekozen door twee partners die tot over de oren verliefd én een beetje naïef zijn. Dit contract houdt in dat alles aan beide partners samen toebehoort, inclusief wat zij als volle eigendom bezaten voor het huwelijk en wat zij tijdens hun huwelijk zullen erven. Met andere woorden, een volledige samensmelting van beider vermogen. Beide echtgenoten staan dan ook bloot aan financiële moeilijkheden die de andere kunnen overkomen.
Bij een echtscheiding, vooral in een vroeg stadium van het huwelijk, is gemeenschap van goederen zeer nadelig voor de partner die reeds een zeker vermogen bezat op het ogenblik van het huwelijk terwijl de andere partij onvermogend was. Het hoeft dan ook niet te verwonderen dat dit stelsel – waarvoor tot 1976 geen alternatief bestond – vroeger aan de basis lag van nogal wat berekende idylles. Wie uit was op een flinke bruidsschat, rekende op de onachtzaamheid van de aanstaande familie en klaar was Kees.
Heel wat echtparen, meestal zonder kinderen, kiezen voor het stelsel van algemene gemeenschap van goederen in een later stadium van hun huwelijk. Als de echtgenoot bijvoorbeeld met pensioen gaat, is scheiding van goederen – die de echtgenoten tot dan toe beschermde tegen de wisselvalligheden van een commerciële activiteit – niet echt nuttig meer.
Maar waarom dan algemene gemeenschap van goederen? Om alles aan de partner na te laten, veeleer dan aan min of meer verre familie. Doordat beide vermogens volledig worden samengevoegd, erft de langstlevende alle bezittingen van de overleden partner. Het gebeurt ook dat de beweegredenen iets minder verheven zijn en dat een dergelijk contract dient om een ongeduldige neef – die op de erfenis zit te wachten – een hak te zetten.
2. Wettelijk stelsel
Voor het tweede mogelijke huwelijksstelsel met gemeenschap van goederen is een bezoek aan de notaris niet noodzakelijk (hoewel de notarissen zelf zulks wel aanraden natuurlijk). De Belgische wet past namelijk een stelsel toe wanneer een koppel niet uitdrukkelijk kiest voor een ander stelsel. En dat geldt voor het overgrote deel van de Belgische trouwers.
Dit zogenaamde wettelijke stelsel is eigenlijk gemengd. Het is het stelsel van scheiding van goederen en gemeenschap van aanwinst. De bezittingen van voor het huwelijk, of de bezittingen verworven door schenking of erfenis tijdens het huwelijk, blijven persoonlijk eigendom van elke partner. Het overige, de zogenaamde aanwinst, wordt gemeenschappelijk ( fiftyfifty) eigendom van beide echtgenoten. Dit betreft voornamelijk het salaris van beiden en de goederen die met deze inkomsten worden aangekocht, maar ook de inkomsten uit persoonlijke bezittingen.
“Dit lijkt me het meest billijke systeem, het meest voor de hand liggende onder normale omstandigheden”, verklaart Hippolyte Wouters, een Brussels advocaat gespecialiseerd in familiaal recht. “Voor de dagelijkse uitgaven is het makkelijker dat de salarissen van beide partners op één gemeenschappelijke rekening komen waarover beide partners kunnen beschikken.”
Ook als een van de partners thuis blijft om zich uitsluitend bezig te houden met de huishouding en de opvoeding van de kinderen, verdient dit stelsel de voorkeur. Jehanne Sosson, advocate: “Een notaris zou een echtpaar altijd moeten vragen hoe hun toekomstplannen eruit zien qua carrière, kinderen enzovoort. Als een van beiden thuis wil blijven, is gemeenschap van goederen aan te raden.” Als het huwelijk op de klippen loopt, zal diegene die zijn carrière opgeofferd heeft, ter compensatie recht hebben op de helft van het gemeenschappelijk vermogen. In principe tenminste, want die bescherming blijkt vaak nogal illusoir.
“Het is relatief gemakkelijk activa van de gemeenschap te verdonkeremanen,” legt een notaris ons uit. “Op aanraden van een niet zo scrupuleuze advocaat kan iemand gemeenschappelijk geld versluizen naar een andere rekening vóór een procedure van echtscheiding wordt ingezet. De bewijsvoering van dergelijke praktijken is zo moeilijk dat de advocaten van de tegenpartij er zich zelfs niet aan wagen.”
3. Scheiding van goederen
Als gemeenschap van aanwinst geen van beide partners aanspreekt, moet het koppel bij de notaris aankloppen om een contract van scheiding van goederen op te stellen. In dat geval blijven de bezittingen van elke partner ook integraal hun persoonlijke eigendom. Dit is momenteel het meest gevraagde huwelijkscontract.
Steeds meer Belgen hebben een statuut van zelfstandige en het stelsel van scheiding van goederen beschermt de ene partner tegen beroepsschulden die de andere maakt, tegen de gevolgen van een faillissement, een verloren rechtszaak met beslagname van goederen enzovoort.
Het is echter wel zo dat fiscale schulden die gemaakt worden tijdens het huwelijk, bij elk van beide partners gerecupereerd kunnen worden, tenzij een van beiden bewijzen kan voorleggen dat zijn of haar eigendommen afkomstig zijn van schenkingen of erfenissen, of al verworven waren vóór het huwelijk, of met eigen fondsen werden verworven. Schulden die gemaakt worden voor noden binnen het huwelijk (huisraad) of voor de opvoeding van de kinderen zijn eveneens solidair te vereffenen, wat ook het huwelijkscontract moge wezen. Dit valt onder de wettelijke ‘bijstandsverplichting en bijdrage in de huwelijkslasten’ volgens de financiële draagkracht van elk van de partners.
“Heel af en toe kiest een koppel voor scheiding van goederen om het verschil in sociaal niveau tussen beiden niet onmiddellijk teniet te doen,” voegt notaris Guy Soinne eraan toe. “Mensen met een relatief groot vermogen wensen dit te ‘vergrendelen’, om bij een eventuele echtscheiding niet verplicht te worden 50% van wat hun eigendom was te moeten afkopen.”
Want zo gaat dat bij gemeenschap van goederen. Een voorbeeldige bediende weet er alles van. De man had vóór zijn huwelijk tien jaar lang gespaard en een eigen appartement gekocht. In een vlaag van onbezonnenheid huwde hij met gemeenschap van goederen en stond zes maanden later voor een echtscheiding. Zodat hij de helft van zijn appartement verloor. Hij had dus vijf jaar lang gewerkt ten voordele van iemand met wie hij zes maanden samenwoonde. Scheiding van goederen beschermt niet alleen de rijken.
Notaris Paul-Emile Brohée: “Mensen die me advies komen vragen, geef ik altijd de raad te kiezen voor scheiding van goederen. Het feit dat ze me komen opzoeken, bewijst al dat ze aandacht hebben voor hun respectieve rechten en dat beiden hun autonomie willen bewaren. Dit contract vergt nochtans transparantie in de rekeningen en communicatie tussen beide partners. Al was het maar om uit te maken wat er moet gebeuren met de centjes die ze samen bijeensparen. Maar wie kiest voor scheiding van goederen moet ook goed weten wat de financiële consequenties van een echtscheiding zijn.”
Dat betekent nog niet dat alles altijd gescheiden moet worden. Het echtpaar kan best samen iets kopen en naderhand bij notariële akte laten bepalen hoe groot het aandeel van elk van hen is. “Soms moet ik cliënten die permanent hun rechten voor ogen hebben en op te korte termijn denken, afremmen. Ik denk bijvoorbeeld aan een koppel dat een huis had gekocht. Mijnheer betaalde 60% en mevrouw 40%. Het echtpaar wilde deze situatie voor een periode van twintig jaar ‘bevriezen’: hij zou twintig jaar lang 60% en zij twintig jaar lang 40% afbetalen. Maar wat als mijnheer of mevrouw bijvoorbeeld werkloos wordt? Ze zitten dan met een akte die niet meer beantwoordt aan de werkelijke situatie. Het is dus af te raden een intrinsiek tijdelijke situatie te bevriezen.”
Al even verkeerd is het te trouwen onder het stelsel van scheiding van goederen, met elk een afzonderlijke bankrekening, maar wel een gemeenschappelijke rekening voor hun effecten. De reden hiervoor is doorgaans vrij prozaïsch. De banken hanteren een voordeliger tarief vanaf een bepaald niveau, dat een echtpaar gemakkelijker haalt wanneer de inkomsten worden samengevoegd. Maar hoe kan dan worden uitgemaakt wat aan wie toebehoort als er problemen rijzen?
Ook een document dat stipuleert welke effecten door mijnheer geërfd of door mevrouw aangekocht werden (al dan niet vóór het huwelijk) is waardeloos als die effecten naderhand verkocht of vervangen werden door andere.
“Bij de opening van een gemeenschappelijke effectenrekening op naam van beide partners gaan we uit van een authentieke akte waarbij het aandeel van beiden vastgelegd wordt, niet in absolute cijfers maar verhoudingsgewijs,” aldus Hubert Nicolas, een vermogensbeheerder bij Caisse Privée Banque. “Die standaard behoudt zijn waarde, onafhankelijk van de fluctuatie van de effecten in de portefeuille. De akte blijft geldig tegenover de fiscus en tegenover de erfgenamen en wordt geactualiseerd bij terugtrekking of bij storting door een van de partners in eigen naam.”
Advocate Jehanne Sosson: “De bron van talrijke problemen bij een echtscheiding ligt bij de discrepantie tussen het dagelijks beheer van het vermogen (inkomsten) en de voorschriften van het huwelijkscontract dat men onderschreef. Sommige koppels die gehuwd zijn met scheiding van goederen openen een gemeenschappelijke rekening; anderen die kozen voor gemeenschap van goederen hebben juist afzonderlijke bankrekeningen waarop hun salaris gestort wordt. De procedure om van het ene contract naar een ander over te stappen, is zeer zwaar. Men kan dus beter twee keer nadenken vooraleer een beslissing te nemen. Tijdens het huwelijk geef ik de dringende raad bewijzen bij te houden van wat elk als investering doet.”
Het naleven van een contract veronderstelt een paar goede gewoontes, precies om inherente nadelen van het contract in kwestie te vermijden. Indien gekozen werd voor scheiding van goederen, ondanks het feit dat de echtgenote (meestal) of de echtgenoot (zelden) thuis blijft om de kinderen op te voeden, is het bijvoorbeeld niet slecht dat de partner die carrière maakt een salaris uitbetaalt aan de ‘opvoeder’. Zo wordt maandelijks een bepaalde som gestort op de persoonlijke rekening van de thuisblijvende partner. Alleen al voor het psychologische comfort van de partner zonder externe inkomsten is dit raadzaam.
4. Geen huwelijk, toch een contract
Men moet dus kiezen tussen gemeenschap en scheiding van goederen. Maar sommigen onthouden zich liever van elke keuze. Ze gaan samenwonen zonder te trouwen, kopen ook samen een woning en meubelen, en krijgen samen kinderen. Voor hen die geen officieel karakter willen geven aan hun relatie maar zich wel willen beschermen tegen krasse toestanden bij een scheiding, bestaan er vermogensovereenkomsten.
De samenwonende handige Harry, die in het huis dat eigendom is van zijn vriendin op eigen kosten een en ander opknapt, kan die werken valoriseren en de meerwaarde afschrijven op tien jaar.
Stel, een badkamer kost 500.000 frank. Er wordt overeengekomen dat de vriendin 450.000 frank aan haar vriend verschuldigd zal zijn indien ze scheiden binnen het jaar, 400.000 binnen de twee jaar enzovoort.
Het is voor samenwonenden ook mogelijk een gemeenschappelijke bankrekening te openen. Ze kunnen samen een huis kopen waarvan elk van de partners – dankzij de zogenaamde tontine – de andere helft zal erven in geval van vroegtijdig overlijden van een van hen, en dit zonder kosten. Er kan zelfs een regeling worden getroffen voor alimentatie na een scheiding.
Om problemen te voorkomen in de verdeling van de goederen – bij scheiding of beslaglegging door schuldeisers – kan bij een notaris een inventaris van de respectieve goederen worden opgemaakt. Een deurwaarder die ten huize van de partners aanbelt omdat een van hen schulden heeft gemaakt, kan alles aanslaan, ook het bezit van de andere partner. Het is aan de gedupeerde partner om een rechtzetting te eisen bij de beslagrechter. De kans van slagen is afhankelijk van de facturen en akten die als bewijs van eigendom kunnen worden voorgelegd. Het opmaken van een inventaris kan dergelijke problemen voorkomen.
Vanaf 1 januari 2000 is een wet van kracht die het samenwonen regelt. Dit nieuwe stelsel geldt echter alleen wanneer twee partners zich officieel aanmelden bij de gemeentelijke administratie en er verklaren wettelijk te willen samenwonen. Zonder zo’n verklaring is geen van beide partners beschermd, tenzij door het gemeenschappelijk recht waaronder iedereen valt die gemeenschappelijke belangen heeft. Dat is vrij magertjes in geval van betwisting.
Voortaan genieten wettelijke partners die zijn ingeschreven in het bevolkingsregister – niet in de burgelijke stand, omdat nog steeds voorrang wordt gegeven aan het huwelijk – inderdaad de bescherming die de wet van 1998 biedt. Zo lang hun samenwonen duurt, genieten zij bescherming, in de eerste plaats wat de woning betreft. Als beiden samenwonen in een appartement dat aan één van hen toebehoort, kan die persoon het goed niet verkopen zonder toestemming van de andere. Een huurcontract kan evenmin door slechts een van de partners worden opgezegd, ook al is het contract alleen op zijn of haar naam. Ook de verhuurder moet zich aan deze reglementering houden.
Volgens informatie vrijgegeven door het Parlement waren in juni 2000 ongeveer 850 koppels wettelijk ingeschreven als samenwonend. Slechts 95 van die 850 waren homokoppels, terwijl de regeling aanvankelijk voor hen bestemd was. Alain-Charles Van Gysel, advocaat en hoogleraar aan de Université Libre de Bruxelles: “De wet zit vol addertjes onder het gras. De regeling is open voor iedereen die een ‘koppel’ vormt, als je maar met z’n tweeën bent. Dat kunnen ook twee broers, twee zussen, moeder en dochter, vader en zoon, samenwonenden, hetero’s of homo’s zijn. Zo’n contract zaait verwarring. Men kan zich de vraag stellen waarom homo’s slechts een tweederangshuwelijk kunnen aangaan en geen toegang hebben tot het ‘normale’ huwelijk. Waarom bestaat er geen wettelijke bescherming voor samenwonenden die zich niet in het keurslijf van het wettelijk samenleven willen wringen?”
Françoise Antoine Guy Legrand
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier