Weer boven water
De roots van Transocean gaan terug tot de jaren twintig. In zijn lange geschiedenis is Transocean altijd een pionier geweest in het verbeteren van technieken om olie- en gasboringen uit te voeren, almaar dieper onder water. Het bedrijf kwam negatief in het wereldnieuws toen op 20 april 2010 het boorplatform Deepwater Horizon zonk in de Golf van Mexico. Daarbij stroomden honderden miljoenen liters olie in zee. De forse daling van de olieprijs vanaf de zomer van 2013 tot begin 2016 hakte fors in op de verhuurmarkt voor olieboorinstallaties. Transocean ontsnapte daar uiteraard niet aan. De vloot kromp sindsdien van 79 naar 56 platforms, waarvan er nog 30 actief zijn.
Terugblik op 2016
De neerwaartse trend in de omzet zette onverminderd door in 2016. Na negen maanden was de omzet met 42,4 procent gedaald tot 3,19 miljard dollar. Dat was het gevolg van de krimpende vloot, de dalende bezettingsgraad (van 75 naar 49%) en de dalende gemiddelde dagverhuurtarieven (van 394.800 naar 360.700 dollar).
Maar Transocean wist de schade op het nettoresultaat wel beter dan verwacht te beperken, en realiseerde na negen maanden zelfs een toename van de recurrente nettowinst, van 180 miljoen dollar in 2015 tot 555 miljoen dollar (1,5 dollar per aandeel). Dat lukte dankzij een sterke focus op besparingen, een actief beheer van de boorplatforms, en de eerste bijdrage van twee nieuwe ultradiepwaterplatforms – de Thalassaen de Proteus – beide in bezit van een tienjarig contract met Shell. Drie platforms met contract worden in 2017 en 2018 opgeleverd, maar de voorziene oplevering van zeven platforms zonder contract is opgeschoven naar begin 2020.
Zeer bemoedigend is dat Transocean in 2016 omtrent 50 procent van de nieuwe huurcontracten kon binnenhalen, al ligt de contractwaarde van 515 miljoen dollar nog altijd historisch laag. Daarnaast schreef Transocean voor 2,5 miljard dollar nieuwe leningen uit, waarmee een gedeelte van uitstaande leningen vervroegd zijn terugbetaald. In december volgde nog de uitgifte van 23,8 miljoen nieuwe aandelen (6,5 % verwatering) om Transocean Partnersweer voor 100 procent in te lijven.
Wat brengt 2017?
De resultaten zullen in 2017 voort achteruitgaan als gevolg van het nog steeds krimpende orderboek (eind oktober 12,2 miljard dollar). De markt verwacht in 2017 een omzetdaling met 24 procent tot 2,9 miljard dollar, en een nettoverlies van 0,41 dollar per aandeel. De onderhoudskosten worden verder beperkt (-25 % tot 450 miljoen dollar), en op basis van het aangepaste nieuwbouwprogramma (394 en 108 miljoen dollar uitgaven in 2017 en 2018) verwacht Transocean tegen eind 2018 een liquiditeitspositie tussen 3,6 en 4,1 miljard dollar. Daartegenover staat wel nog steeds een brutoschuld van 8,26 miljard dollar.
Waarom favoriet voor 2017?
De dubbele deal tussen de OPEC-landen en elf landen die niet deel uitmaken van het oliekartel om gezamenlijk 1,78 miljoen vaten per dag minder op te pompen, zal een bodem leggen onder de olieprijs. Hoewel een echte doorstart van de diepzeeverhuurmarkt veeleer in 2018 wordt verwacht, is een noodzakelijke voorwaarde daarvoor nu wel vervuld. Dat zorgde al voor een eerste forse herstelbeweging van het Transocean-aandeel, maar we zien nog ruimschoots voldoende opwaarts potentieel. Het aandeel noteert historisch laag, tegen 0,4 keer de boekwaarde van 41,3 dollar per aandeel.
Advies: koopwaardig
Risico: hoog
Rating: 1C
Al verschenen op insidebeleggen.be op 5 januari
HET AANDEEL NOTEERT HISTORISCH LAAG.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier