We rekenen op u, mijnheer Verhofstadt
De bedrijven verwachten een en ander van het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie, zegt Gui de Vaucleroy, de voorzitter van het Verbond van Belgische Ondernemingen.
Futurologen hadden een kluif aan het jaar 2000. Verschillende doemscenario’s deden de ronde, waarbij het Y2K-probleem in het niets verzonk. Nu de 21ste eeuw écht begint, kan er wat nuchterder worden gepraat over de uitdagingen op korte en middellange termijn. We doelen in het bijzonder op het management van de Belgische economie, de opmars van de nieuwe technologieën, het Europese voorzitterschap van ons land en het maatschappelijke debat omtrent het ondernemerschap.
In 2001 zal het erop aankomen het economische herstel dat zich in 2000 duidelijk manifesteerde, niet te verkwanselen. Daarom is het van groot belang dat werkgevers en werknemers een interprofessioneel akkoord hebben gesloten, waarin de loonmatiging duidelijk centraal staat. Ons land blijft immers een loonkostenhandicap hebben ten aanzien van de buurlanden. Bovendien zullen we in 2001 niet dezelfde mooie prestaties kunnen neerzetten als in 2000: de voorziene economische groei van 2,3% is behoorlijk maar niet uitzonderlijk. De verschillende sectoren en bedrijven zullen dan ook op hun niveau akkoorden moeten sluiten die rekening houden met de verzuchtingen van zowel de werknemers als de bedrijfsleiding.
In 2001 zullen we tevens met belangstelling kijken naar de verdere ontwikkeling van de nieuwe technologieën. Uit een onderzoek van het Verbond van Belgische Ondernemingen (VBO) bleek dat voor de meerderheid van de Belgische bedrijven het internet vooral een zaak van marketing is.
Onze bedrijven zijn veel terughoudender wanneer het gaat om aankopen en verkopen via het net. Opdat bedrijven optimaal gebruik zouden kunnen maken van het potentieel dat het net biedt, zoals de ‘virtual marketplaces’, moeten er nog belangrijke stappen worden gezet, zoals het invoeren van de elektronische handtekening en het versterken van de vertrouwensband tussen e-leverancier en e-klant. In ieder geval moeten we ons gelukkig prijzen dat het concept ‘nieuwe economie’ klaarblijkelijk het jaar 2000 amper zal overleven. De valse tegenstelling met de oude economie moet inderdaad worden opgeheven ten voordele van een integratie van de nieuwe technologieën, daar waar mogelijk en zinvol.
Dat de processen van internationalisering en globalisering zich ook in 2001 zullen voortzetten, lijdt geen twijfel. Daarvan zal de uitbreiding van de Europese Unie (EU) naar Midden- en Oost-Europa voor onze bevolking en onze bedrijven een tastbaar resultaat zijn. Een EU met 27 lidstaten werkbaar houden, zal geen sinecure zijn. De top van Nice kon hier een bescheiden vooruitgang boeken. Als de EU ook internationaal een gewicht in de schaal wil leggen dat rechtevenredig is met zijn bevolkingsaantal en zijn economische prestaties, dan zal men erop moeten toezien dat er voldoende gemeenschappelijk beleid totstandkomt in een waaier van domeinen. Europese benchmarking kan daarbij nuttig zijn.
Het Belgische voorzitterschap van de Europese Unie komt op een belangrijk moment. Bovendien is het, gezien de uitbreiding, waarschijnlijk nog lang wachten voor ons land opnieuw in de Europese cockpit mag plaatsnemen. Dit voorzitterschap zal daarom dé gebeurtenis van 2001 zijn. Onze regering moet deze historische kans grijpen. De Belgische bedrijven hebben alvast een aantal verwachtingen.
Het Belgische voorzitterschap moet ernstig werk maken van een soepele overgang naar het gebruik van de euro. Nog te veel bedrijven zijn nauwelijks begonnen met de omschakeling van onder meer hun boekhouding naar de Europese eenheidsmunt.
Het mobiliteitsprobleem is een thema dat alleen in Europees verband ten gronde kan worden aangepakt. Daarbij moet we investeren in alle vervoersmiddelen: zowel het spoor, de waterwegen als het wegvervoer, die bovendien onderling beter op elkaar afgestemd moeten worden. Een vrijmaking van alle vervoersmiddelen, waaronder het Europese spoorwegnet, dringt zich dan ook op.
Het innovatief vermogen van onze economie moeten worden ondersteund. De European Business Summit die het VBO in 2000 organiseerde, toonde duidelijk aan dat economisch succes gestuwd wordt door innovatie en creativiteit. Het invoeren van een Europees octrooi zou hiertoe een belangrijke bijdrage leveren.
Daarnaast kan het Belgische voorzitterschap ook een eigen accent leggen door het aanmoedigen van e-government, ook op Europees niveau. Net als de Belgische administratie moet de Europese instellingen duidelijk worden gemaakt dat ze veel klantvriendelijker moeten werken en dat er fors moet worden gesnoeid in de paperassen die burgers en bedrijven tijd en geld doet verliezen.
Maatschappelijk engagement
Het bedrijfsleven zal steeds meer worden gevraagd naar zijn maatschappelijk engagement. Het thema duurzaam ondernemen wint aan belang. Ook het bedrijfsleven is gebaat bij een harmonische ontwikkeling van de samenleving, waar de diverse belangen op een evenwichtige wijze worden eerbiedigd. De weg naar duurzaam ondernemerschap is misschien lang, maar we moeten zeker niet van nul starten. Er zijn talrijke bedrijven die blijk geven van betrokkenheid bij wat om hen heen gebeurt. Dat kan ook niet anders: bedrijven maken integraal onderdeel uit van de samenleving. De maatschappelijke veranderingen beïnvloeden het bedrijf en het bedrijfsleven zelf is een van de stuwende krachten van maatschappelijke veranderingen. Het Belgische bedrijfsleven heeft ruime ervaring met overleg met vakbonden rond sociale thema’s. Misschien is het moment gekomen om ook met andere maatschappelijke actoren een gesprek aan te gaan over andere thema’s zoals milieu, mobiliteit, veiligheid, internationale solidariteit.
Aldus zou er op termijn een nieuw ‘maatschappelijk overleg’ kunnen ontstaan, naast het bekende en belangrijke sociaal overleg.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier