‘We helpen ook onze klanten te sorteren’
Heel wat mensen denken dat kunststoffen en ecologie onmogelijk hand in hand kunnen gaan. VINK bewijst dat het wel kan. De groothandel in kunststoffen loopt voorop in zijn zoektocht naar circulair ondernemen.
Toen Eric Muys, de COO Belgium and Southern Europe van VINK, op het containerpark een plastic plaatje in de pmd-container wilde gooien, verwees een parkmedewerker hem naar de grofvuilcontainer. “Dan neem ik die acrylplaat wel mee naar mijn bedrijf. Daar recycleren we ze”, reageerde Muys. Het typeert VINK. Terwijl nog veel bedrijven restanten van hun plastic platen, buizen en folies bij het restafval dumpen, sorteert het bedrijf. Op zijn terrein staan sorteerbakken met meer dan dertig verschillende overschotten. Dat afval wordt grondstof, na bewerking door experts in kunststofrecyclage.
De producten die VINK verdeelt, zijn alomtegenwoordig: folies waarmee Brussels Airlines vliegtuigen bestickert, gate-bordjes op de luchthaven van Zaventem, panelen voor signalisatie en reclameborden voor winkels en horeca, kunststofonderdelen in windmolens, vastgoed- en verkiezingsborde, platen om zwembadkuipen af te werken, enzovoort. Bij de Belgische vestiging van de Europese groep in Heist-op-den-Berg werken 165 mensen. Samen bedienen ze duizenden klanten in Europa, goed voor een jaaromzet in België van 57 miljoen euro, met een lichte daling in het coronajaar 2020.
Restafval
VINK bestaat vijftig jaar. De laatste twintig jaar vraagt de bedrijfstop zich af hoe het bedrijf zijn omgeving proper kan achterlaten, wat het beter niet zou verkopen, of hoe het de vervuiling van lucht en water kan verminderen. Het laaghangende fruit is intussen geplukt. Energievretende installaties en verlichting zijn vervangen door energiezuinige apparaten. De dikke, papieren catalogussen worden digitaal aangeboden.
“We werken ook hard aan het verminderen van ons vaste afval”, zegt Muys. “Twintig jaar geleden dumpten we jaarlijks ruim 350 ton restafval, vooral verpakkingsafval en zaag- en verspaningsrestanten. Nu hergebruiken en recycleren we meer dan 60 procent daarvan. Maar zoals steeds wegen de laatste loodjes het zwaarst.”
Het bedrijf zoekt onder meer inspiratie bij werecircle, dat maakbedrijven helpt bij de transitie naar circulaire economie. “De lat ligt hoog”, zegt Yves Heylen, verantwoordelijk voor de digitale diensten van VINK. “Tegelijkertijd maakt werecircle het realistisch. Ze adviseerden me om enkel gevechten aan te gaan die we kunnen voeren.”
Een van die gevechten speelt zich af bij de klanten. “Wij kunnen dertig soorten kunststof recycleren, maar onze klanten hebben die expertise en ruimte niet”, zegt Muys. “Zij vragen ons oplossingen voor de folies die ze op bussen, bedrijven en vliegtuigen geplakt hebben, of voor de honderden platen uit drankautomaten, reclameborden, industriële producten… Daarom helpen we hen met materialen te sorteren en transporteren.”
In het magazijn van VINK wordt duidelijk hoe simpel en toch complex het probleem en de oplossing zijn. Zo hangt elke rol folie in een doos op twee plastic houders. Het spoort zijn klanten aan om die houders te verzamelen in een doos en terug te sturen. Dat kan ook met houten palletten en binnenkort met zaagrestanten en reststukken. De cirkel sluiten is vooral een logistieke uitdaging, en de Belgische wetgeving werkt soms tegen. “We mogen niet zomaar afval van Wallonië naar Vlaanderen brengen. Ook Brussel heeft zijn eigen wetgeving”, ondervindt Muys.
Kostenneutraal
Ook aan de bron kan het duurzamer. VINK neemt almaar meer gerecycleerd plastic op in zijn gamma en geeft zijn kennis door aan de machinebouwers en andere klanten. Het deelt ook zijn kennis over hoe kunststof in te zetten zodat ze nadien te recycleren is. De transitie zal niet meteen rendabel zijn. “Dat hoeft niet”, zegt Muys. “We zijn vooral doeners, die uittesten wat werkt, en vervolgens proberen dat te structureren en kostenneutraal te maken. Onze klanten dragen bijvoorbeeld bij voor hun afval.” Wie niet goed sorteert, betaalt de kosten om een bak handmatig te zuiveren. Wie vaak fouten maakt, kan niet langer deel uitmaken van het recyclingprogramma.
“Samenwerken is nodig om de cirkel te sluiten”, zegt Anne Froidmont van werecircle. “Nu merken we dat bedrijven vaak hele trajecten uittekenen en implementeren zonder hun onderaannemers erbij te betrekken. Zo zullen ze niet circulair of met andere grondstoffen kunnen werken. Kijk dus naar de collega’s en bedrijven in de buurt. Misschien hebben zij reststoffen die waardevol zijn voor jou.”
Een van de droomprojecten van VINK sluit aan bij die samenwerkingsvisie: een onlinemarktplaats voor aanbieders en afnemers van kunststofafval. “Dat past volledig in de Europese doelstelling om minder virgin materiaal te gebruiken”, legt Heylen uit. “Tegen 2050 zal dat soort modellen er zeker staan, en VINK zal er een rol in spelen.”
Trends selecteert grensverleggende thema’s en verhalen. VINK verdient het label omdat het al twintig jaar werkt aan een ecologischer werking en ook zijn klanten daarbij helpt.
Circle Speed helpt bedrijven duurzamer te werken
De opleiding Circle Speed aan UHasselt informeert, inspireert en coacht bedrijven naar duurzamer handelen. Anne Froidmont, positive impact maker bij werecircle, en Tom Kuppens, docent milieu-economie aan het Centrum voor Milieukunde van de Universiteit Hasselt, lanceerden Circle Speed na een oproep van het Vlaams innovatieagentschap Vlaio in 2020. Het doel is maakbedrijven te helpen bij hun transitie naar circulaire economie, hernieuwbare energie, energie-efficiëntie en de bijbehorende nieuwe businessmodellen. “De transitie naar een circulaire economie biedt veel opportuniteiten, waaronder meer banen en toegevoegde waarde behouden en creëren, een oplossing voor schaarse grondstoffen en een ander toekomstgericht verdienmodel”, zeggen de initiatiefnemers.
“De grondstoffencrisis en de stijgende materiaalprijzen maken dit tot het moment om circulair te worden”, zegt Froidmont. “Aluminium raamkaders kun je recycleren, maar waarom zou je ze niet hergebruiken? Vervang het glas en waardeer de profielen op.”
Circle Speed heeft ook aandacht voor de cijfers. “Het businessmodel moet kloppen”, zegt Kuppens. “Ondernemers moeten hun resultaten verantwoorden aan de aandeelhouders. Het uiteindelijke resultaat onder aan de streep moet kloppen en positief zijn.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier