“We hebben muur tussen banken en verzekeringen gesloopt”
“Uiteindelijk zal het socialezekerheidssysteem een minimumservice leveren voor iedereen. De verzekeringsmaatschappijen zullen voor de bijkomende diensten en garanties zorgen.” Dat zeggen de Axatoplui Eugène Teysen en Alfred Bouckaert in een exclusief interview met Trends.
Eugène Teysen leidt Axa Belgium sinds de recente bevordering van Alfred Bouckaert tot verantwoordelijke voor de Noord- en Oost-Europese markten. Ze geven hun eerste interview weg sinds de machtsoverdracht.
TRENDS. Albert Frère had het tijdens de titeluitreiking ‘Manager van het Jaar 2006’ en de ‘life achievement award’ die hij van Trends kreeg, over de eigenschappen van een goede manager. Op één plaatste hij het scheppen van waarde voor de aandeelhouder. Op dat vlak is er bij Axa Belgium geen vuiltje aan de lucht.
EUGÈNE TEYSEN (AXA). Axa heeft inderdaad een fundamenteel indrukwekkende rendabiliteit en ik zie er niets dan enthousiaste, gemotiveerde en innovatiegerichte gezichten. Kortom, dat bedrijf leiden, is alsof ik een geschenk in de schoot geworpen krijg.
Op het eerste gezicht lijken de mensen die bij u een levensverzekering nemen niet zo verwend te worden als uw aandeelhouders. Een blik op het niveau van de winstdeelneming zegt genoeg.
ALFRED BOUCKAERT (AXA). Ik verzet me heftig tegen dat soort beweringen. Met onze nieuwe generatie producten – neem bijvoorbeeld Crest – moeten we voor niemand onderdoen. We vergoeden onze klanten ten minste even goed als maatschappijen die er een veel minder uitgesproken financieel profiel op nahouden.
Contracten van de oude generatie (zoals de ‘gemengde 10/10’, nvdr) werden verkocht op een tijdstip dat de gewaarborgde opbrengst 4,75 % kon bedragen. De geldmarkt op tien jaar tijd brengt op dit ogenblik amper 3,95 % op. Het is dus moeilijk om zonder risico rendementen te bieden die hoger liggen dan wat wij ondanks alles blijven aanbieden en garanderen. Overigens, de productie van dergelijke contracten is vandaag zo goed als onbestaande.
Dat neemt niet weg dat wie destijds zo’n contract ondertekende, voor tientallen jaren vastgebonden ligt.
BOUCKAERT. Neen. Ze zijn uiteraard vrij om hun betalingen te staken en over te schakelen op de zogenaamde contracten van de nieuwe generatie. Op dit ogenblik 4,75 % aanbieden zonder winstdeelneming ligt perfect in de lijn van de markt. Trouwens, door de kwaliteit en de stabiliteit van de balans van Axa kunnen onze klanten beslist op beide oren slapen. Toegegeven, we zijn niet de enigen, maar achteraf bekeken, zijn er ook niet veel die dat kunnen beweren.
Laten we het even hebben over uw collega’s. De concentratie op de markt gaat onverminderd voort. En Axa heeft een grote appetijt. Na de overname van Royale Belge, is Winterthur aan de beurt.
BOUCKAERT. Ik geef toe, Axa groeit. Maar Axa groeit niet op om het even welke manier. De groep heeft altijd getoond dat hij over de nodige capaciteit beschikt om andere organisaties snel te absorberen en systematisch de beste medewerkers en producten uit te zoeken, zonder onderscheid van herkomst. Bij Winterthur zal het net zo verlopen als destijds bij Royale Belge.
Hoe kijkt u aan tegen de integratie van Winterthur?
TEYSEN. We hebben uiteraard niet de overname van de aandelen van Winterthur, eind december 2006, afgewacht om ons daarmee bezig te houden. Onmiddellijk na de deal die in juni 2006 werd gesloten, zijn we aan tafel gaan zitten om de organogrammen en de productgamma’s opnieuw uit te tekenen. En daarmee waren we eind oktober al zo goed als klaar.
Voor de makelaars komt de inlijving van Winterthur – dat zelf al verschillende operatoren, waaronder Josi, had opgeslorpt – in Axa Belgium erop neer dat ze weer wat minder mogelijkheden hebben om hun risico’s te plaatsen.
TEYSEN. In de tak ‘Leven’ was het marktaandeel van Winterthur eerder symbolisch, zowat 1 %. Op het vlak van de verzekering ‘BOAR’ (Brand, Ongevallen, Andere Risico’s, nvdr) moeten we echter, om het risico op een terugval te vermijden, bijzonder waakzaam, om niet te zeggen proactief zijn ten opzichte van onze tussenpersonen. We moeten de nodige inspanningen doen zodat ze geen negatief verschil aanvoelen. We zetten daarvoor alles in het werk, te beginnen bij de instandhouding van de commerciële teams. Op dat gebied is er helemaal geen sprake van het inroepen van schaalvoordelen.
Binnen Axa Belgium lijkt L’Ardenne Prévoyante wel het dorp van Asterix en Obelix, dat hardnekkig weerstand biedt aan Caesar. In tegenstelling tot alle andere maatschappijen die werden overgenomen, is dat bedrijf nooit echt binnen de groep opgenomen. Hoe verklaart u die ‘culturele uitzondering’?
TEYSEN. Die maatschappij positioneert zich als een challenger op de markt. Het zijn echter vooral haar flexibiliteit, het niveau van haar algemene kosten, haar positionering en haar uiterst sterke lokale identiteit, die haar speciaal statuut binnen de groep rechtvaardigen. Dat werd allemaal – al lang geleden trouwens – van nabij bestudeerd. De conclusie is altijd dezelfde gebleven.
De Kortrijkse Verzekering is het nochtans anders vergaan.
BOUCKAERT. Het levert de groep een toegevoegde waarde op om de toestand bij L’Ardenne Prévoyante te behouden. Voor andere maatschappijen, waaronder de Kortrijkse Verzekering, zijn we tot een andere conclusie gekomen.
We hoeven de structuren overigens niet noodzakelijk te integreren of te fuseren om zaken te realiseren. De Verzekeringen van De Post waren destijds een voorbeeld. De structuur voor de commercialisering van contracten voor vrij aanvullend pensioen (VAP) bij de leden van Partena en de UCM (Union des Classes Moyennes, nvdr) – Viaxis – is een ander voorbeeld.
Claude Bébéar voorspelde in 1987 – toen hij de Royale Belge voor de eerste keer aanviel – dat er op middellange termijn in Europa een geïntegreerde verzekeringsmarkt tot stand zou komen. We moeten echter vaststellen dat confrontaties tussen nationale markten, de Europese markt blijft kenmerken.
BOUCKAERT. De markt van de waspoeders is op Europees niveau veruit meer geïntegreerd dan die van de verzekeringen. Maar wat u zegt over de verzekeringen, geldt evengoed voor de banksector. We staan op dit continent nog nergens op het gebied van hypotheekleningen. Ik ben er in elk geval van overtuigd dat er niets zal gebeuren vooraleer we een dwingende Europese omkadering krijgen. Dat neemt niet weg dat de globalisering onomkeerbare ontwikkelingen meebrengt, vooral voor de mobiliteit van het kapitaal en de kwestie van de back office.
Wat bedoelt u daarmee?
BOUCKAERT. De operatoren slagen er echt in hun capaciteit ter beschikking te stellen van de meest biedende. En de centralisatie van de backoffice laat toe aanzienlijke schaalvoordelen in het leven te roepen. Sommigen hebben het dan over de Benelux, anderen denken aan Ierland of zelfs India en China.
TEYSEN. De globalisering van de markt brengt steeds scherpere concurrentie. Neem nu de levensverzekeringen; de marges zijn er vijf keer kleiner dan twintig jaar geleden.
BOUCKAERT. Ik wil daar aan toevoegen dat, in tegenstelling tot wat wordt gedacht, de premies in de autoverzekering in diezelfde periode de helft minder gestegen zijn dan de inflatie. Dat is uiteraard slechts mogelijk als een zekere kritische massa wordt bereikt.
Ikzelf voorspel een evolutie naar een toenemende concentratie rond slechts enkele spelers. Daarnaast zullen er een aantal zeer kleine entiteiten blijven bestaan, die elk toegespitst zijn op hun respectieve niches. Voor middelgrote structuren, wat Winterthur in België zou zijn geweest, zal het erg moeilijk worden om te overleven.
Laat u verstaan dat de ‘stand alone’-strategie van sommigen, te beginnen met Ethias bij ons, op termijn gedoemd is om te mislukken?
BOUCKAERT. Het is niet aan mij om te beoordelen of collega’s al dan niet gevaarlijke dingen doen. Dat is een probleem voor de CBFA. Ik zeg alleen maar dat het voor middelgrote entiteiten steeds moeilijker zal zijn om leefbaar te blijven.
En wat met de directe verzekeringen?
TEYSEN. Herinner u wat twintig jaar geleden werd verteld en zie waar het vandaag om draait. Zo goed als niets van wat destijds op papier werd gezet, is gerealiseerd. Directe verzekeringen zijn enkel mogelijk met een kritische massa van inwoners met een homogeen gedragspatroon, bijvoorbeeld in grote agglomeraties zoals Parijs en Londen. België lijkt ons geen markt die geschikt is voor directe verzekeringen, al was het maar door de uiteenlopende regionale gedragingen.
BOUCKAERT. Bovendien is advies van enorm belang, zowel in ‘Leven’ als in ‘BOAR’. Alleen mensen die er veel tijd in gestoken hebben om de producten te begrijpen en te beheersen, kunnen er afdoende uitleg over geven. Die kwaliteiten vindt men op de lange termijn enkel bij de makelaars of de zelfstandige bankagenten, omdat die voor continuïteit staan. De traditionele banknetwerken, waar de personeelsrotatie zo groot is dat de mensen zelden meer dan drie jaar op dezelfde post blijven, kunnen dat niet bieden. Er is van alles verteld over de aantrekkelijkheid van grote banknetten. Vandaag blijkt dat een grote illusie te zijn en worden de klanten veel slechter bediend dan twintig jaar geleden.
Axa is zich slechts laat beginnen interesseren voor bankactiviteiten
TEYSEN. Het bankpersoneel werd twintig jaar geleden vooral ingezet voor operationele taken. Die zijn geautomatiseerd (pc banking, phone banking, self banking, nvdr). De overtollige werknemers worden, soms tegen wil en dank, ingezet in de verkoop. Wij hebben er de voorkeur aan gegeven in de eerste plaats een beroep te doen op zelfstandigen. Die hebben een andere motivatie.
BOUCKAERT. Axa mikt voor zijn bankactiviteiten specifiek op particulieren, aan wie het een zo groot mogelijke financiële bescherming wil bieden. We houden ons, naast eigendom, bezig met de financiën van de gezinnen. In die zin is Axa Bank een natuurlijk verlengstuk van onze klassieke verzekeringsactiviteiten.
Concreet wordt de ontwikkeling van de producten toevertrouwd aan gemengde teams die zowel uit de bank- als uit de verzekeringssector komen. Het verschil tussen beide is tegenwoordig enkel nog van juridische aard. Heel wat van onze collega’s dromen ervan om net hetzelfde te kunnen doen.
Twee opvallende recente feiten om het vraaggesprek af te ronden: de spectaculaire stijging van de verzekeringspremies voor hospitalisatie en de rush van de Belgen op het pensioensparen.
BOUCKAERT. De activiteiten rond de hospitalisatieverzekering zijn moeilijk te managen omdat we opgesloten zitten in een niet-discriminerend wettelijk kader. Het is moeilijk criteria toe te passen die vergelijkbaar zijn met de andere verzekeringstakken als men toelaat dat sommige zorgverstrekkers de kostprijs van hun prestaties verviervoudigen. Net zoals bij heel wat van onze collega’s, blijft het rentabiliteitsprobleem van die tak bestaan, ook al trokken we onze tarieven op en kunnen we er op een kritische massa bogen.
TEYSEN. Ik stel vast dat de Belgen zich steeds meer bewust worden van de noodzaak om hun eigen pensioen te financieren. Hetzelfde doet zich voor in Duitsland. Ik ben er alvast rotsvast van overtuigd dat de staat op een dag een deel van zijn verplichtingen, ook op het vlak van de sociale zekerheid, zal afwentelen op de privésector. Al was het maar door de toenemende moeilijkheid om tegemoet te komen aan de uitdagingen die de vergrijzing van de bevolking meebrengt.
BOUCKAERT. Ik deel die mening en ik voeg er tegelijk aan toe dat we uiteindelijk zullen terechtkomen in een systeem waarin de openbare sector een minimumservice voor iedereen zal verzorgen. De verzekeringsmaatschappijen zullen de bijkomende diensten en garanties aanleveren. Het is niet politiek correct om dat te zeggen, maar ik ben geen politicus, zoals u weet.
Jean-Marc Damry
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier