We hebben immigranten nodig

Vorig jaar stierven naar schatting 2500 kandidaat-immigranten die Europa probeerden binnen te raken. Hun lot ging zo goed als onopgemerkt voorbij. De 58 doden die in Dover in een Nederlandse vrachtwagen werden gevonden, tilden het migratievraagstuk plots op het internationale plan. Ook de Europese top in Portugal kon niet om hen heen. En dat is ook maar normaal: de migratieproblematiek is de kern van veel van onze economische, sociale, juridische en politieke vraagstukken. De politici van de huidige generatie zitten in de weinig benijdenswaardige positie dat ze flink wat gordiaanse knopen zullen moeten doorhakken.

Neem nu de vergrijzing van het Westen. Uit een studie van het gerenommeerde Center for Strategic and International Studies (CSIS) in Washington blijkt dat de meeste westerse landen de gevolgen van de veroudering van hun bevolking nog altijd zwaar onderschatten. Zeker Europa heeft het nog steeds niet begrepen. Volgens het CSIS moet de pensioenleeftijd omhoog, moet er een structureel hogere economische groei komen én moet Europa een verhoogde immigratie mogelijk maken. Het pleit voor Vlaams minister-president Patrick Dewael (VLD) dat hij dit laatste aspect niet enkel doorheeft maar het ook openlijk durft te verwoorden.

De migratiestroom heeft echter niet alleen in het Westen economische gevolgen. De landen van herkomst leiden aan een ware braindrain. Beter geschoolden zoeken hun geluk buiten de grenzen, wat de ontwikkeling van de achtergebleven landen ernstig hypothekeert. Daardoor wordt de emigratiedruk nog aangewakkerd. Door die ontginning wordt het voor het Westen dan weer minder aantrekkelijk om er te investeren. Bovendien incasseren de beter geschoolden – alle verhoudingen in acht genomen – in hun vaderland ook de hogere inkomsten, zodat hun vertrek ook doorcijfert in de belastingontvangsten van de overheid. Ook de uiterst hypocriete houding van de Europese Unie om vrijhandel in een aantal producten sterk af te remmen, werkt negatief in op de ontwikkelingskansen van de emigratielanden. Kijken we maar naar landbouw, textiel en staal.

Maar het is niet alleen de intelligentsia die wegtrekt. De enorme inkomensverschillen, het gebrek aan een sociaal vangnet, de dreiging van militair-etnische conflicten, politieke instabiliteit, en de grote verschillen in jobverwachtingen leiden tot een alles is beter dan dit-filosofie. Die verbittering duwt ook de ongeschoolden naar het Westen. Hun verhuizing draagt de kiemen van een scherp sociaal conflict in zich.

Net zoals onze ondernemingen de autochtone weinig geschoolden niet in het arbeidsproces kunnen opnemen wegens te hoge loonkosten, zo zullen ook nieuwe immigranten achter het net vissen.

Als we ons socialezekerheidssysteem en onze arbeidsmarkt niet aanpassen, worden die laaggeschoolde immigranten ofwel langdurig werklozen of verdwijnen ze in de zwarte economie. Door de expansie van het illegale circuit zullen steeds meer jobs voor ongeschoolden in de officiële economie onder druk komen. Wie vandaag weigert om een open discussie aan te gaan over loonkosten, werkloosheidsvergoedingen, het wettelijke minimumloon en de geringe spanning tussen de laagste nettolonen en de werkloosheidsuitkeringen, speelt zware politieke troefkaarten toe naar de extremistische partijen die zich, met grote kansen op electoraal succes, tegen immigratie keren.

Wij hebben immigranten nodig en de emigratiedruk vanuit regio’s als het oude Oostblok is aanzienlijk. Dé kwestie is hoe je vraag en aanbod met elkaar in evenwicht brengt. Het ligt voor de hand om, naar Amerikaans voorbeeld, tot een soort van contingentering over te gaan. Eens dat beleid geïnstalleerd is (wat op zich al een politiek titanenwerk zal zijn), is er een toezichtsbeleid nodig. Hier belanden we bij de juridische dimensie van de migratieproblematiek, waar uiteraard ook de aanpak van de criminele smokkelbendes in thuishoort. Hoe ver gaan we in dat toezichtsbeleid? De Amerikaanse Immigration Act van 1996 verzwakte aanzienlijk de gerechtelijke controle op de immigratiediensten. Sindsdien verzetten steeds meer Amerikanen zich tegen de dreiging van een (politie-)staat in de staat. Zeker in Frankrijk hoor je dan arrogante politici verwijzen naar “Amerikaanse excessen”. Ook wij in Europa krijgen echter exact dezelfde problematiek over ons heen. Vraag is of wij een beter evenwicht kunnen vinden dan de Amerikanen.

En dan is er tot slot het strikt politieke element. Decennialang wreef het vrije Westen de communistische wereld onder de neus dat het een humanitaire schande was dat zij haar bevolking opsloot binnen de geografische grenzen van de eigen invloedssfeer. Nu liggen die communistische machtsblokken aan diggelen en sluiten wij ons op in de behaaglijke beslotenheid van onze welvaartsstaten. Hier klopt iets niet. Is hier finaal niet de geloofwaardigheid van de democratische ordening in het geding?

johan van overtveldt

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content