“We betalen 44 miljoen meer aan Europa dan we krijgen”
De familiale Lippensholding Finasucre kijkt naar ‘slimme’ toepassingen voor suiker in de voedingsindustrie, Chinese noedels en bioplastics. Het verwijt dat de suikerfabriek van Moerbeke dicht ging voor Europees geld, valt Olivier Lippens zwaar.
Olivier Lippens schetst de diversificatieplannen om de portefeuille van Finasucre, de ‘suikerholding’ van de familie Lippens, over nieuwe activiteiten te spreiden. Finasucre heeft 62,5 % in Iscal Sugar, Belgiës tweede suikerproducent na Tiense Suiker (Südzucker). In het kantoor van de gedelegeerd bestuurder hangt prominent een metershoog schilderij van boeren op suikerrietplantages in Congo. Het is een afbeelding van de Lippensplantages, Compagnie Sucrière, in Congo. Maar dat is grotendeels een brok verleden. De toekomst ligt voor gedelegeerd bestuurder Olivier Lippens duidelijk niet langer in de pure suikerbusiness: “Met een olieprijs van 100 dollar kan suiker een mooie toekomst hebben in hernieuwbare energie. Er moet iets slim komen uit de suikerchemie.” En daar is Finasucre, de moederholding boven Suikergroep, volop mee bezig in eigen land, China en de Verenigde Staten. In joint venture met de oliegroep Total.
Intussen is de actualiteit minder rooskleurig: “We zitten in de eerste fase van de wet-Renault.” En dat is een synoniem voor bedrijfssluiting. Lippens doelt op de bom die in de kerstperiode bij 95 personeelsleden van Iscal Sugar in Moerbeke-Waas en zowat 4500 bietentelers insloeg: de suikerfabriek gaat dicht. Na 138 jaar.
Moerbeke is de bakermat van de familie Lippens. “We waren toen politiek actief in Moerbeke-Waas en zijn met suiker begonnen om werk te geven in de streek.” Ook in Congo, waar grootoom Maurice Lippens gouverneur was, stonden de suikerplantages bekend als ‘Moerbeke’ – later omgedoopt tot ‘Kwilu-Ngongo’. “Moerbeke sluiten, was voor mij zeer emotioneel. We hebben de voorbije maanden gelobbyd. Zonder succes. In september keurde de Europese ministerraad, tégen het parlement in, het Commissievoorstel van juli 2007 goed om een drastische vermindering van de suikerproductie in Europa te forceren. We hebben nog geprobeerd Moerbeke te verkopen aan een andere Europese groep, maar dat is op de valreep afgesprongen. Om nog iets te recupereren van wat Iscal in het Herstructureringsfonds stort, moesten we vóór 31 december een fabriek sluiten. Onze twee eerdere fabriekssluitingen – Frasnes in 2003 en Veurne in 2005 – telden voor Europa niet mee.” (zie kader: Europees suikerbeleid faalt)
“Europees geld voor de aandeelhouders”
François Huyghe, expert Europees landbouwbeleid van de Boerenbond, bestempelde de sluiting als een niet-economische beslissing: “De Europese prijzenpot is aantrekkelijk voor de aandeelhouders van Iscal.” 54 miljoen euro binnenrijven om Moerbeke te sluiten, vond hij “immoreel”.
Het verwijt dat de familie Lippens haar ziel verkocht zou hebben om geld uit de Europese pot te vangen, valt Olivier Lippens zwaar: “Het is een politieke beslissing, maar vasthouden aan een Europese suikerprijs van drie keer de wereldmarktprijs ( nvdr.- 600 tegenover 200 euro per ton), dàt was pas immoreel. Europa wil armere landen meer exportkansen geven op onze markten. Of dat gaat lukken, valt nog te bezien, mogelijks worden grote suikertraders en multinationals de winnaars. Ondertussen moeten wij hier mensen afdanken.”
Nochtans zag het er voor de Belgische suikerproducenten – Tiense Suiker, dat tweederde van de 680.000 ton jaarproductie in België voor zijn rekening neemt en Iscal Sugar de resterende 285.000 ton – vrij goed uit. De Belgen kregen vorig jaar van de Europese Commissie zelfs 60.000 ton extra. “Suikergroep ging in 2002 eerst een fusie aan, waaruit Iscal Sugar ontstond; daarna hebben we twee suikerfabrieken gesloten, Frasnes en Veurne.” Na die ingrepen, dacht Lippens, zou Iscal Sugar voldoende concurrentiekracht hebben om zonder nieuwe kleerscheuren door de Europese suikerhervorming te komen: “Vorig jaar hebben we zelfs nog 12 miljoen euro betaald voor een bijkomend quotum van 20.000 ton. Maar toen de Europese ministerraad in september een verplichte inlevering van 20 % per land doordrukte, moesten we een fabriek sluiten.”
Op de vraag wat Finasucre/Iscal wint bij de sluiting van Moerbeke, laat Olivier Lippens zich ontvallen dat “Lippens, plus de goede, trouwe Boëlkozijnen, medeaandeelhouders in Finasucre, er niet mee stoppen om rijk te worden.” Hij rekent voor dat Iscal Sugar voor de inlevering van 96.000 ton 53,7 miljoen euro uit het Herstructureringsfonds ontvangt. “Nà 2010, dat staat dus niet morgen op onze bankrekening. Maar per saldo zullen wij 44,3 miljoen euro méér betaald hebben, want in totaal zal Iscal 97,9 miljoen euro in het Europese Suikerfonds gestort hebben: 97,9 min 53,7 is 44,2. Tel daar nog 12 miljoen bij voor de quota die we pas vorig jaar bijkochten, de sluitingskosten en 18 miljoen euro die we investeren in Fontenoy.”
Melkzuur is de toekomst
De Lippensen en Boëls hebben de voorbije maanden Finasucre eens goed tegen het licht gehouden, geeft Olivier Lippens te verstaan: “Kunnen we tegenover rietsuiker rendabel zijn tegen Europese referentieprijzen? Onze fabriek in Fontenoy is niet de grootste, maar zeker een van de beste in Europa, qua productiviteit en energieverbruik. Fontenoy ligt middenin de bietenstreek, logistiek gezien is dat prima.” Dat was voor Moerbeke, dat buiten de bietenstreek ligt, niet het geval. De suikerfabriek bracht in Moerbeke-dorp lawaai-, geur- en verkeershinder teweeg. En van de 4500 bietenleveranciers produceert ruim de helft minder dan 200 ton. “Een bietenplanter met twee of drie hectare is marginaal, die kan in Europa niet overleven. Voor de boeren die eruit stappen door de sluiting van Moerbeke, voorziet het Herstructureringsfonds in 30 miljoen euro om iets anders te beginnen.”
Ook Finasucre wil iets anders beginnen en is zelfs al flink op weg: “Onze toekomst ligt in melkzuur”, stelt Olivier Lippens. In het Waalse Escanaffles produceert Galactic (55 % Suikergroep) melkzuur. Melkzuur is een fermentatieproduct van suiker, met toepassingen in de voedingsindustrie als bewaarmiddel of als spierversterker. “Het rendement ligt hoog: één kilo suiker geeft één kilo melkzuur. Je kunt er allerlei slimme dingen mee doen, bioplastics bijvoorbeeld om herbruikbare flessen en verpakkingen te maken.” In dat perspectief sloot Galactic onlangs met Total Petrochemi- cals de joint venture Futerro.
Futerro doet enkel research, Galactic neemt patenten, bouwt proefprojecten in Escanaffles en in China; later komt er een filiaal in de Verenigde Staten. “De productie van bioplastics kan onder licentie gebeuren, hopelijk vanaf 2009. We hadden ook in ethanol kunnen stappen, maar het rendement is kleiner en we willen een activiteit uitbouwen die losstaat van politieke bemoeienissen.”
Chinese noedels en macademia
Naast productinnovatie is internationalisering de tweede weg die wordt bewandeld. Helemaal nieuw is dat niet, want in 2000 kocht Finasucre Bundaberg Sugar, de derde rietsuikerproducent van Australië. Als een soort wissel op de onzekere toekomst in Congo. “Congo is een van de Minst Ontwikkelde Landen, we kunnen dus suiker van daar verkopen in Europa. Maar export uit Congo is zeer duur; Matadi is de duurste haven ter wereld en er is een toevloed van goedkopere suiker uit Brazilië. Niettemin blijven we hopen op beterschap in Congo.”
Bundaberg Sugar in Australië is met 318 miljoen euro omzet op een totaal van 450 miljoen euro (boekjaar maart 2006-maart 2007) het zwaartepunt geworden van Finasucre. Maar de uitvoer in Australische dollars, gekoppeld aan zeer goedkope suiker in Amerikaanse dollar, weegt op de Australische poot. Daarom wordt ook daar naarstig gesleuteld aan productdiversificatie. “We bezitten 21.000 hectare, gronden die almaar duurder worden, en bekijken hoe we daarop een hogere toegevoegde waarde kunnen genereren dan met rietsuiker. Er zijn andere landbouwgewassen, China vraagt naar allerlei producten”, lacht Lippens. Een van de projecten is ‘sweet patatoes’ en er zijn besprekingen aan de gang met een Koreaanse partner om Chinese noedels te produceren. De vraag naar de macademianoot zit ook in de lift. De roomijsproducent Häagen-Dazs is er een grote verbruiker van.
“We kunnen ook in Australië in suikerchemie stappen. Als we suiker voor iets anders dan voedsel gebruiken, moet het goed zijn voor het milieu en een hoog rendement bieden.” Of dat betekent dat de laatste bietenverwerkingsfabriek in Fontenoy op termijn veroordeeld is? Neen, dat wil Olivier Lippens niet gezegd hebben. “Fontenoy is klein, maar top. Geen anderhalve procent van de Europese suikerproductie. Het boekjaar sluiten we in maart 2008, het zal minder mooi zijn, maar geen verlies. Zoals geschetst, zit er heel wat potentieel in allerlei nieuwe suikertoepassingen. Mijn zoon is nu ook actief bij Finasucre, hij gelooft erin.” (T)
Door Erik Bruyland
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier