Wat velen graag geloven, is daarom nog niet waar
Je mag schrijven dat de matrixorganisatie een onding is, je mag beweren dat de lonen van topmanagers uit de hand lopen of dat teamwork meestal een lachertje is. Je krijgt dan af en toe wel eens een reactie. Maar schrijven dat grafologie onbetrouwbaar is… dat is blijkbaar een stap te ver. De founding father van de testpychologie, Alfred Binet, had er overigens al voor gewaarschuwd: hoe onbetrouwbaarder het beoordelingsinstrument, hoe emotioneler de verdediging.
Misleidend.
De probleemstelling lijkt eenvoudig: je hebt de believers en de non-believers. En ondergetekende behoort uit onwetendheid, negatieve ingesteldheid, traumatische ervaringen, een onvoldoende voor het examen testpsychologie, conservatisme of god weet waarom tot het kamp van de non-believers. Anderen behoren uit onwetendheid, positieve ingesteldheid, leuke ervaringen, open geest en god weet waarom tot het kamp van de believers.
Deze manier van voorstellen is misleidend. Er zijn miljoenen goed opgeleide Amerikanen die de evolutieleer nog steeds als een onding beschouwen. Ze geloven er gewoonweg niet in. Is de evolutieleer fout als het aantal non-believers weer zou beginnen te stijgen? Bij dergelijke debatten moet je niet luisteren naar de argumenten in het café, in de rijkere salons of op de luchthaven. De relevante argumenten vind je in de vaktijdschriften, waar relevante gegevens en theorieën met elkaar in dialoog treden.
Mijn argumenten tegen grafologie hebben mij zelfs een lezersbrief opgeleverd. In wat als een voorbeeld van een emotioneel intelligente aanpak mag worden genoemd, nodigt mevrouw Marie-Thérèse Christians, secretaris-generaal van de Association Déontologique Européenne de Graphologues mij uit voor een gesprek met een aantal van haar klanten uit de bedrijfswereld, stuk voor stuk personen wier competentie, nuchterheid en oordeelsvermogen zeker niet door hun omgeving in twijfel wordt getrokken.
We zullen via deze weg toelichten waarom we op dit bijzonder correcte verzoek niet wensen in te gaan. En dat is vooral omdat ik dagelijks al de kans krijg om bijzonder intelligente, kunstzinnige en ethisch hoogstaande mensen te ontmoeten, zonder dat ik de behoefte ervaar hen te vragen naar hun geloof in homeopathie, de dierenriem, graancirkels, stringtheorie, grafologie of het aantal vrijheidsgraden bij multipele-regressieanalyse. Als ik rond deze thema’s betrouwbare antwoorden zoek, lees ik een vaktijdschrift of een wetenschappelijk verantwoord boek. Hoewel de meeste wetenschappelijke publicaties zeer terughoudend zijn over een aantal thema’s die ik in willekeurige orde heb vermeld.
Tevreden gebruikers en klanten vind je overal. Dat is een criterium dat zelden een onderscheid kan helpen maken tussen waarheid en verdichtsel. Tientallen jaren hebben competente en toegewijde artsen aderlatingen toegepast, zonder enige twijfel ook wel tot grote tevredenheid van kun klanten. En zij die niet zo tevreden waren, konden het waarschijnlijk niet verder vertellen. Was het grote aantal ‘tevreden’ patiënten het juiste argument om uit te maken of het nu werkte of niet werkte? Heel geregeld ontmoet ik verstandige, goed geïnformeerde, soms zeer hoog opgeleide mensen die hun horoscoop raadplegen. Presidenten, kunstenaars, ja soms zelfs wetenschappers zijn believers. Horoscopen worden zelfs, blijkbaar tot grote tevredenheid, soms gebruikt om medewerkers te selecteren. Toch zijn horoscopen klinkklare nonsens.
Psychologen.
We zullen nog wat volharden in onze boosheid en nog veel verder gaan dan grafologie. Anders zou mevrouw Christians nog gaan geloven dat ik speciaal haar leden of klanten viseer.
Psychologen gebruiken allerlei tests, meestal vragenlijsten. Een (beperkt) aantal van deze tests beantwoordt aan de professionele vereisten die men van zo’n test mag verwachten. De meeste leken geloven daar niet in, omdat ze nu eenmaal niet geloven in vraagjes met meervoudige antwoordkeuze. Daarnaast neemt de psycholoog ook interviews af; heel soms volgens de regels van de kunst, en dan is zo’n interview (dat dan uiterst gestructureerd moet zijn) ook voldoende betrouwbaar. Hoe meer de psycholoog afwijkt van een vrij rigide, mechanistische benadering, hoe beter het gevoel bij de sollicitant, en dat is uiteraard ook belangrijk, maar hoe onbetrouwbaarder de resultaten. Logisch, telkens opnieuw door onderzoek bevestigd, maar vervelend. Hoe meer de psycholoog tot een soort rechtlijnig computertje wordt herleid, hoe betrouwbaarder… en hoe minder believers, ook bij de psychologen zelf.
Soms wil de psycholoog ook wel eens bewijzen dat hij zijn moeizaam verworven diploma echt waard is, en gaat hij putten uit een rijk arsenaal zogenaamde projectieve technieken: inktvlekken, vage plaatjes, kleuren laten kiezen, een mannetje laten tekenen, foto’s laten rangschikken. Duizenden psychologen geloven daarin.
Uit verschillende studies blijkt overigens hoe intens deze projectieve technieken gebruikt worden in allerlei omstandigheden. In november van vorig jaar (samengevat in het meinummer van Scientific American) is er een indrukwekkende studie gepubliceerd die nog maar eens onderzoekt wat die dingen waard zijn. Het antwoord is eenvoudig samen te vatten: Lücher-kleurentest: zeer zwak; Rorschach-inktvlekken: zo goed als waardeloos. Praatjes bij plaatjes ( TAT): zo goed als waardeloos. Op een heel klein aantal uitzonderingen na, is er slechts één bestemming voor de exotische dierentuin van de psychologen: de prullenmand. En de uitzonderingen gaan dan steeds over klinisch onderzoek bij kinderen of patiënten en dan nog voor zeer specifieke problemen zoals seksuele agressie. Niet bij sollicitanten.
En, zo vraagt de lezer zich misschien af, wat was de conclusie over grafologie? Ik durf het hier niet op eigen gezag te schrijven. We citeren dan maar letterlijk: Though useless, the method is still used to screen prospective employees.
De auteur is hoofddocent aan de Universiteit Gent en partner van de Vlerick Leuven Gent Management School.
Marc Buelens
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier