Wat u niet mag missen op Lineart

Op Lineart, Vlaanderens grootste kunstbeurs, komen alle kunstliefhebbers aan hun trekken.

Van 30 november tot en met 4 december 2007 vindt de Gentse kunstbeurs Lineart plaats. Dat is een gebeurtenis om naar uit te kijken voor liefhebbers van moderne en hedendaagse kunst. We spreken immers over de grootste kunstbeurs van Vlaanderen en het aanbod is enorm. Niet zonder trots positioneert Lineart zich als een internationale kunstbeurs voor de 19de, 20ste en 21ste eeuw.

De organisatie is niet aan haar proefstuk, want dit jaar wordt de 26ste editie ingericht in de gebouwen van Flanders Expo te Gent. De jongste jaren waait een nieuwe wind door deze manifestatie, en dat merk je duidelijk aan de nevenactiviteiten: het platcommerciële maakte plaats voor een bredere aanpak en dat werkt verfrissend. Deze nieuwe ap- proach culmineert dit jaar voor de eerste maal in de organisatie van een ‘Gentse Kunstweek’. Al vinden we het onbegonnen werk om alle activiteiten op te sommen, toch kunt u misschien van de gelegenheid gebruikmaken om in het Design Museum van Gent te kijken naar de wondere ontwerpen van Ettore Sottsass, een in 1917 geboren Oostenrijkse kunstenaar die onder meer twintig jaar lang designraadgever van het Italiaanse Olivetti was. In hetzelfde museum kunnen de superfrisse ontwerpen van de Schotse designer Christopher Dresser misschien tot een openbaring uitgroeien.

Tijdens Lineart zelf geeft het puikje van de Belgische en buitenlandse galerieën acte de présence. Alle kunstuitingen komen aan bod: niet alleen schilderkunst maar ook grafiek, tekeningen, fotografie, glas, keramiek, videokunst enzovoort. U hoeft overigens niet tot de superrijken te behoren om uw werkje mee te pikken. Struin gewoon door de hal en wanneer u de juiste blik hebt – of over de nodige dosis geluk beschikt – kunt u misschien voor een prikje een werk van een jonge kunstenaar op de kop tikken die het later zal maken. Wel is succes niet verzekerd in deze materie.

Etnische kunst

Enkele jaren geleden omarmde Lineart voor de eerste maal de etnografie en deze kunstvorm staat dit jaar in de schijnwerpers. Als verantwoording om etnische kunst in het aanbod op te nemen, wordt gewezen op het feit dat etnografie de moderne kunst sterk heeft beïnvloed. We worden vaak om de oren geslagen met etnische kunst. Daarom stelt Lineart de nodige eisen aan de galeriehouders die dit soort kunst aanbieden. De voorwerpen moeten uniek zijn en de afkomst bekend. Je moet ze kunnen toewijzen aan een specifieke periode en cultuur en de werken moeten voldoende artistieke kwaliteiten hebben. Elk voorwerp moet bovendien gebruikt zijn in de religieuze of culturele traditie van het land van oorsprong en over een zekere ouderdom beschikken. Om deze kunstvorm extra in de verf te zetten, wordt een centrale showcase opgesteld, omringd door de gespecialiseerde galerieën.

Centraal staat het project ‘African Faces’ van galeriehouder en verzamelaar Marnix Neerman, waarbij twaalf schitterende Afrikaanse maskers worden getoond. In 2009 zal van Neerman overigens het boek 100 African Faces verschijnen.

Belgium Calling

Een interessant initiatief blijft Belgium Calling, dat voor de eerste maal werd opgestart in 2005 en waarbij een twintigtal galerieën een onemanshow inrichten gewijd aan een individuele kunstenaar. De artiest in kwestie moet de Belgische nationaliteit hebben of in België wonen. De leeftijd is niet van belang zodat naast jonkies ook gevestigde waarden, zoals de alom gelauwerde surrealist Paul Delvaux, aan bod komen. Voor dat laatste zorgt De Muelenaere & Lefevere Art Gallery, die passend gevestigd is in Koksijde, de kustgemeente waar Delvaux zijn tweede huis had gevonden. Lovend is dat de focus ligt op werken op papier. De grote olieverfschilderijen van Delvaux zijn immers onbetaalbaar voor de gewone sterveling. De meester, die in 1994 overleed, is immers een uitmuntende tekenaar die een gevoelige en welsprekende lijnvoering hanteert. In zijn werken op papier geeft Delvaux de dingen uit zijn omgeving in een dromerig coloriet weer dat vervreemding suggereert.

Jan Cox

Een ander boeiend initiatief is de showcase ‘Belgische kunst na ’45’, opgezet door Adriaan Raemdonck van de bekende Antwerpse galerie De Zwarte Panter.

Zijn keuze viel op Jan Cox, die in 1919 werd geboren in Amsterdam en later naar Antwerpen verhuisde. Hij studeerde kunstgeschiedenis en oudheidkunde en ontwikkelde een grote belangstelling voor de filosofie. Cox beschouwde het schilderen niet alleen als een primaire behoefte, maar ook als een kennisinstrument dat inzicht moest verschaffen in de ‘condition humaine’. In 1945 behoorde hij tot de oprichters van de Jeune Peinture Belge. Vanaf 1948 verschoof zijn aandacht naar de Verenigde Staten, waar hij in 1956 werkte als hoofd van de afdeling schilderkunst van het Museum of Fine Arts in Boston. In 1980 overleed hij.

Bij deze showcase ligt het accent op de monumentale Iliasreeks die Cox in 1975 schilderde. Jan Cox beleeft momenteel een verdiende revival: in 2008 komen er tentoonstellingen in het KMSK in Antwerpen en de Academia Belgica in Rome.

Carmen Dionyse

In al het bovenstaande mannelijke geweld zouden we bijna vergeten dat ook vrouwelijke kunstenaars hun woordje – of beeldje – kunnen meepraten. Tot de internationale top inzake keramische kunst behoort Carmen Dionyse, die in 1921 in Gent werd geboren en dus een thuismatch speelt. In 2002 kreeg de kunstenares van de International Academy of Ceramics een onderscheiding als een van de meest toonaangevende keramische beeldhouwers van de twintigste eeuw. Dat is een erkenning om trots op te zijn.

Omdat ze teleurgesteld en gefrustreerd was over de manier waarop de keramiekkunst werd aangeleerd, besloot ze haar eigen weg in te slaan met als gids ‘haar materialen en haar eigen ideeën’. Terugkerende thema’s in haar oeuvre zijn verrijzenis, metamorfose, natuur en eenzaamheid. Ook mythologische onderwerpen staan centraal in haar keramiekproductie.

LINEART: VAN 30 NOVEMBER TOT EN MET 4 DECEMBER IN HAL 1 VAN FLANDERS EXPO IN GENT.

INFO: WWW.LINEART.BE

Door Etienne Langerwerf