Wat niet weet, wat niet deert? Helaas…
Duitse bedrijven geraken voorlopig nog vrij gemakkelijk aan geld. Maar daar kan op korte termijn een einde aan komen. En het ergste is: niemand wil het geweten hebben, en dus gebeurt er ook niets.
Een van de moeilijkste taken waarmee dokters geconfronteerd worden, is een uiterlijk gezonde patiënt ervan overtuigen dat hij ernstig ziek is en een drastische behandeling moet ondergaan. Vergelijk het Duitse financiële systeem gerust met zo’n patiënt. Volgens de meeste maatstaven heeft de kredietverlening zich vrij goed gehouden in Duitsland, terwijl die elders inkromp. Maar zonder een pijnlijke ingreep bestaat er een reëel gevaar dat de finan-ciële aders binnenkort dichtslibben.
Op het eerste gezicht is er geen reden tot paniek. Volgens het onderzoeksinstituut ZEW lag het volume aan uitstaande leningen in Duitsland in mei bijna 3 procent hoger dan een jaar tevoren. In de rest van de eurozone was dat minder dan 2 procent. Ondernemingen en banken meldden geen problemen met de kredietverstrekking. Een maandelijks onderzoek van het economische onderzoeksinstituut IFO van de universiteit van München bracht aan het licht dat in juni meer dan de helft van de Duitse bedrijven van oordeel was dat het niet moeilijker was om krediet te krijgen dan gewoonlijk. In een soortgelijke studie kwamen de Duitse Kamers van Handel en Nijverheid (DIHK) tot de bevinding dat bijna twee derde van de ondernemingen geen verscherping van de kredietvoorwaarden hadden ondervonden.
En dat terwijl de bankiers toegeven dat ze wel degelijk strenger geworden zijn, maar veel minder dan hun collega’s in de andere eurolanden. Zelfs de notoir pessimistische Bundesbank verwachtte niet dat Duitsland een kredietrestrictie zou meemaken toen ze in juni haar jongste vooruitzichten publiceerde. “Alles bij elkaar komt wat we nu zien niet neer op kredietschaarste”, zegt Carola Schuler van het ratingbureau Moody’s.
Geen nood aan geld
En toch maken velen in Duitsland zich zorgen. Zij vrezen dat vooral de vele middelgrote ondernemingen het moeilijk zullen krijgen om leningen los te weken, iets wat iedere hoop op een heropleving in de loop van volgend jaar in de kiem zal smoren. “Vooral voor de tweede helft van het jaar is het gevaar groot dat de kredietvoorwaarden erg zullen verscherpen”, zegt een hooggeplaatste overheidsambtenaar.
De eerste reden om zich zorgen te maken is, eigenaardig genoeg, het feit dat de Duitse kmo’s de conjunctuurdaling indoken met balansen die volgepropt waren met liquiditeiten. De meeste bedrijven zeggen dat ze geen moeite hebben om leningen te krijgen, gewoon omdat vele onder hen het nog niet geprobeerd hebben. Maar de scherpe daling van de Duitse exportorders, waarbij de verkoop in sectoren als de machinebouw met 60 procent gedaald is, betekent dat heel wat firma’s nu hun cash aan het opbranden zijn en spoedig hun reserves moeten aanvullen, zegt Alexandra Böhne van de DIHK.
‘Klein zijn’ biedt enige bescherming. De Duitse spaarbanken (de Sparkassen), co-operatieve banken en kleine regionale banken die in binnenlandse handen zijn, blijken nog altijd gul geld te ontlenen aan hun lokale klanten. Samen met de gespecialiseerde hypotheekbanken staan die instellingen in voor ongeveer twee derde van de leningactiviteit in Duitsland, hoewel die grotendeels gericht is op (spaarzame) huishoudens en zeer kleine bedrijven. Maar ook ‘groot zijn’ kan zijn nut hebben. De grootste Duitse ondernemingen hadden de jongste maanden heel veel succes met de verkoop van obligaties.
Dat betekent dus dat alleen de Mittelstand, de middelgrote ondernemingen die de ruggengraat vormen van Duitslands exportgerichte economie, het meest dreigt blootgesteld te worden aan de kredietschaarste. Zij kunnen het moeilijk krijgen om nog aan geld te geraken, en daar zijn verschillende redenen voor. Ten eerste werden ze voor de crisis duchtig opgevrijd door buitenlandse banken, maar die hebben zich sindsdien even massaal teruggetrokken. Er doen verhalen de ronde van ondernemingen die niet anders konden dan wanhopig aan te kloppen bij binnenlandse geldschieters. “De buitenlandse banken hebben zich min of meer uit Duitsland teruggetrokken”, zegt Mat-thias Wissmann van het Duitse Verbond van de Automobielindustrie (VDA).
De Mittelstand lijdt ook onder de fusie van twee van de grootste Duitse banken, Commerzbank en Dresdner Bank. Dat komt deels omdat de bankcombinatie door Europa verplicht wordt haar portefeuille af te slanken. En bovendien waren nogal wat middelgrote ondernemingen klant bij beide banken. Nu die gefuseerd zijn, worden de kredietlijnen samengesmolten en ingekrompen.
Te weinig eigen vermogen
Onder die twee risico’s schuilt echter nog een dieper liggende zwakheid. De Duitse banken zijn maar karig gekapitaliseerd: hun eigen vermogen ondersteunt hun activa maar voor iets meer dan 2 procent (zie grafiek). Als de banken veel verliezen moeten boeken op hun leningen, dan zou dat veiligheidskussen wel eens snel kunnen leeglopen. En dan hebben we het nog niet over de verliezen op toxische producten, die volgens sommigen kunnen oplopen tot meer dan 1 biljoen dollar.
De Duitse banken vrezen ook de gevolgen van een verlaging van de kredietwaardigheid van hun bedrijfsklanten. Volgens de Bazel II-regels moeten de banken dan meer kapitaal opzijzetten in verhouding tot hun activa. Het hoofd corporate banking van een van de grote Duitse banken verwacht voor zijn klanten een gemiddelde verlaging met drie procentpunt, wat de bank er in theorie toe kan verplichten om haar kapitaalreserves met een kwart op te trekken. Anderen verwachten meer bescheiden verlagingen, maar weinig banken kunnen zich zelfs dat veroorloven. Vele zullen waarschijnlijk hun leningactiviteit terugschroeven, eerder dan meer kapitaal te zoeken.
Natuurlijk kampt niet alleen Duitsland met dit soort problemen. Maar het land gaat er wel op een volstrekt unieke – en kortzichtige – manier mee om. De banken kunnen weliswaar een beroep doen op steunmaatregelen, maar daar zijn zulke strenge voorwaarden aan gekoppeld dat geen enkele bank er vooralsnog veel zin in lijkt te hebben. De Duitse regering lijkt vooral te willen vermijden dat de belastingbetaler opdraait voor de verliezen van de banken. Daar lijkt ze ook in te slagen, maar het gevolg is wel dat de economie zonder enige bescherming een periode van kredietschaarste tegemoet gaat.
Symptomatisch voor de onwil van Duitsland om de gezondheid van zijn banken onder ogen te willen zien, is de weigering om hun te verplichten een stresstest te ondergaan. “Waarom waren we dat niet willen?” zegt een ambtenaar ons. “Omdat we ons zorgen maken over wat we zouden aantreffen.”
The Economist
De Mittelstand, de middelgrote ondernemingen die de ruggengraat vormen van Duitslands economie, dreigt het meest blootgesteld te worden aan de kredietschaarste.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier