Wallonië zoals het zou kunnen zijn
Recent besliste Glaverbel 22 miljoen euro te investeren in zijn vestiging in het Henegouwse Seneffe. De glasgroep wil ook 90 miljoen euro pompen in zijn fabriek te Fleurus. Twee positieve berichten uit Wallonië. Maar dit is meer. Dit zijn symbooldossiers.
Fleurus en Seneffe waren tot voor kort de zwarte pagina’s uit het Belgische Glaverbel-boek. In beide fabrieken was staken de regel, niet de uitzondering. Een ingenieur praat rechtstreeks met een arbeider? Staking. Een arbeider die niets doet behalve koffie drinken wordt ontslagen? Staking. Een meestergast stelt voor een arbeider te ontslaan? Staking van de arbeiders. Diezelfde arbeiders eisen het ontslag van de meestergast? Staking van de bedienden.
Die spiraal culmineerde eind vorig jaar in de gijzeling van de directie in Fleurus. Onder hen ook de director social affairs Marcel Van Aken, die dit jaar werd bekroond als HR-Manager van het Jaar (zie voor een interview met hem blz. 30). Zowel Fleurus als Seneffe kreunden onder alles wat men zich kan voorstellen bij het oude Wallonië: profitariaat, traditionele vakbonden die alles controleerden, Italiaanse toestanden waarbij ‘ les familles’ mee beslisten over aanwervingen en mutaties binnen de fabriek. Alle grote bedrijven in de klassieke industriegebieden van Wallonië, Henegouwen en Luik worden ermee geconfronteerd.
Vandaag is Seneffe een modelfabriek geworden. Nochtans zijn dezelfde syndicale délégués er nog altijd actief. Zij hebben echter ingezien dat ze zichzelf in de vernieling aan het werken waren. Nog even en de sluiting was onvermijdelijk. In Fleurus waren de vakbonden in de ban van extreemlinkse krachten, die vandaag grotendeels verwijderd zijn.
De boosdoener in Wallonië is vaak het ABVV. Seneffe toont aan dat het ook anders kan. Na de herstructurering waarbij nochtans tachtig mensen verdwenen, herwon het ABVV de helft van zijn eerder verloren zetels in de sociale verkiezingen. “Het ABVV wordt dus ook geapprecieerd als het op een constructieve manier meewerkt,” besluit Marcel Van Aken daaruit.
De ommekeer bij de Glaverbel-fabrieken is een recept voor het herstel van Wallonië. Een herstel dat steeds dringender wordt. Uit recente cijfers blijkt immers dat het nog steeds slecht gaat met het zuiden van ons land. De in de ban geslagen cijfers van MR-politicus Alain Destexhe blijken nog niet zo verkeerd te zijn.
In de nasleep van Brussel-Halle-Vilvoorde lieten drie Waalse economieprofessoren van zich horen met de opmerking dat Wallonië meer van zichzelf moet uitgaan. De bestaande transfers vanuit Vlaanderen – 6,5 miljard euro – sussen de regio in slaap. Hetzelfde kan gezegd worden van het Europese manna. Tussen 1994 en 2006 stroomde bijna 1,4 miljard euro naar het achtergebleven Henegouwen. Voor de periode 2006-2013 rekent Henegouwen op nog eens 500 miljoen euro.
En toch blijft Henegouwen in de put zitten. Uit recente cijfers van het Nationaal Instituut voor de Statistiek (NIS) blijkt dat Henegouwen nog steeds veruit de armste provincie van België is. Per inwoner haalt ze slechts 69,1 % van het gemiddelde bruto binnenlands product in de EU. De 1,4 miljard euro steun is zonder meer weggegooid geld. Het wordt tijd dat Wallonië zijn eigen toekomst in handen neemt.
Guido Muelenaer
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier