‘Wallonië heeft genoeg cosmetische ingrepen gehad’
Nu zijn mandaat als voorzitter van de Waalse werkgeversunie UWE erop zit, laat Jean-Pierre Delwart zijn gereserveerdheid varen. Hij roept de Waalse regering op de administratie en het onderwijs diepgaand te hervormen en daarbij elke ideologie aan haar laars te lappen.
Jean-Pierre Delwart (62) heeft op 2 oktober de fakkel bij de Union Wallonne des Entreprises (UWE) doorgegeven aan Jean-François Héris, de gedelegeerd bestuurder van AGC Glass Europe. Delwart brak als voorzitter met de flamboyante stijl van zijn voorganger Eric Domb (Pairi Daiza). De topman van de Luikse biotechonderneming Eurogentec was een veeleer discrete maar daarom niet minder pragmatische voorzitter. Getuige daarvan de lancering van Ambition 2020, een actieplan om de Waalse relance te versnellen. De ‘patron van de Waalse patrons’ ontvouwt voor Trends zijn testament.
Hoe voelt u zich aan het einde van uw mandaat als voorzitter van de UWE?
JEAN-PIERRE DELWART. “Een beetje gefrustreerd, want er is nog zo veel te doen. Drie jaar is tegelijk lang en kort. Het is niet gemakkelijk zaken in beweging te krijgen.”
Vindt u dat u toch een en ander in gang hebt kunnen zetten in Wallonië?
DELWART. “Toen ik voorzitter van de UWE werd, wou ik de werkgeversorganisatie omvormen van een eisend syndicaat in een centrum voor positieve voorstellen. Dat is gelukt. We hebben het plan ‘Ambition 2020: Wallonië moet slagen, daarvoor engageer ik mij’ uitgebracht.
“Voor mij was het belangrijk dat de werkgevers ook voor hun eigen deur zouden vegen en maatregelen zouden nemen om de groei van de ondernemingen te verzekeren. We hebben de Académie de la Croissance opgericht, die ondernemingen met groeipotentieel moet opsporen. Ze wordt gefinancierd door de ondernemingen. Studies wijzen uit dat Wallonië 500 tot 600 ondernemingen telt die hun groeipotentieel niet ten volle benutten. Die academie zal de ondernemers ook helpen hun onderneming te doen groeien”
U pakte in juni uit met Ambition 2020. Nu komt de Waalse minister-president Rudy Demotte met zijn Horizon 2022. Waarom twee plannen?
DELWART. “Het onze is een actieprogramma voor de komende jaren. We hebben het in het begin van de zomer voorgelegd aan de politieke wereld. Het gaat uit van de vaststelling dat dringend actie nodig is. Ambition 2020 en Horizon 2022 maken deel uit van één strijd. Ze moeten allebei het marshallplan aanvullen omdat de omstandigheden veranderd zijn: er is de wereldwijde economische crisis sinds 2008, de staatshervorming versast bevoegdheden naar de gewesten zonder de daarmee verbonden financiële middelen, de financieringswet zal wegen op de Waalse financiën, en dan is er ook nog de uitdaging van het begrotingsevenwicht. Het is genoeg geweest met de cosmetische ingrepen. We moeten een breekpunt creëren om Wallonië te laten evolueren.”
Gaat Demottes Horizon 2022 in de goede richting?
DELWART. “Wat ik tot nu toe gezien en gelezen heb, heeft geen indruk op mij gemaakt. Ik vrees dat we nog veel op dezelfde nagel moeten blijven kloppen. Er zijn raakpunten met Ambition 2020, maar niet genoeg. Het is allemaal te weinig pragmatisch: men probeert niemand tegen de schenen te stampen en een brede consensus te bereiken. Zo help je de zaken niet vooruit. We moeten gewoon de ideologieën aan onze laars lappen.
“Als we onze ontwikkeling niet versnellen, zal de toestand in Wallonië verslechteren zodra de herziening van de financieringswet van kracht wordt. Er is 25 jaar weinig of niets gedaan om onze aftakelende zware industrie te vervangen. Sinds 1999 hebben de opeenvolgende plannen wel vruchten afgeworpen, maar we scheppen nog altijd maar 10.000 arbeidsplaatsen per jaar. Om ons productieniveau naar het Europese gemiddelde te brengen, moeten dat er elk jaar 30.000 zijn. De breuk moet er dus echt komen.”
Heeft Wallonië een herindustrialisering nodig? En hoe moet dat dan wel gebeuren?
DELWART. “Ja, het marshallplan draagt daartoe bij en Ambition 2020 volgt eveneens die doelstelling. Een van de zaken die we daarbij naar voren schuiven is de strijd tegen het te kleine verschil tussen de werkloosheidsuitkeringen en de lage lonen. Een oplossing kan zijn de drempel van de beroepsinkomsten op te trekken of de bijdrage van de lage lonen te verminderen.”
Wat is volgens u de belangrijkste hinderpaal om Wallonië weer op de sporen te zetten?
DELWART. “Het gebrek aan geschoold personeel in sommige sectoren. Ondernemers vertellen mij dat ze contracten moeten weigeren omdat ze geen geschikt personeel vinden. Om in het Waalse Gewest een elektricien of lasser te vinden, moet je hemel en aarde bewegen. We moeten een aanzienlijke inspanning leveren om de technische beroepen op te waarderen.
“Ook administratieve logheid zet een rem op de concurrentiekracht van onze ondernemingen. En dan hebben we het nog niet gehad over een ander kolossaal probleem: de politisering van de administratie. Door de koehandel tussen partijen zit een hele reeks benoemingen geblokkeerd. Dat staat de administratieve vereenvoudiging in de weg. Want zodra je iets in beweging wil zetten, raak je aan het heilige huisje van het politieke evenwicht.”
Luc De Bruyckere, de afscheidnemende voorzitter van Voka, vindt dat de regering-Di Rupo de Vlaamse werkgevers ontgoocheld heeft door onder meer nieuwe belastingen in te voeren. Merkt u hetzelfde gevoel in het zuiden van het land?
DELWART. “Wij uiten dezelfde kritiek als Voka: er moet federaal nog heel wat gebeuren. Ik roep de regering-Di Rupo ook op vóór 2014 een echt relanceplan op te stellen. Het is uit den boze de ondernemingen en de ondernemers die voor die relance kunnen zorgen hard aan te pakken.”
U uit dezelfde kritiek. Vanwaar dan dat contrast tussen de Vlaamse werkgevers, die via Voka niet aarzelen om op tafel te kloppen, en de Waalse patroons die zich gematigder opstellen?
DELWART. “Alle aanvallen van Voka zijn gericht tegen de federale regering en niet tegen de Vlaamse. Voka heeft een duidelijke strategie, die gericht is op confederalisme. Voor de UWE komt de economische heropstanding van Wallonië op de eerste plaats.”
Toch ontstaat de indruk dat de Vlaamse werkgevers meer op de politieke besluitvorming wegen.
DELWART. “In Vlaanderen staan de dominante partijen meer aan de rechterzijde. Dat wil zeggen dat de dialoog tussen politiek en werkgevers er gemakkelijker verloopt dan in het zuiden van het land. Toen de drie partijen van de Waalse regering de ministerportefeuilles verdeelden, hebben ze ervoor gezorgd dat iedereen tevreden kon zijn, zonder daarbij te denken aan de noodzakelijke samenhang. Nu zit technologie aan de ene kant, onderzoek aan de andere. De regering is dus op een moeilijke basis van start gegaan en ze gaat niet erg vlug vooruit: halfweg de legislatuur is slechts 23 procent van de fondsen voor het Plan Marshall 2.vert toegewezen. Ik verwacht nog wel een en ander van Horizon 2022. Het mag niet dat de volgende meerderheid over twee jaar verplicht is een rampenplan uit te werken.”
Krijgt de bedrijfswereld in Wallonië wel voldoende steun van de politiek?
DELWART. “Bij geen enkele partij in de Waalse regering heerst dezelfde gedrevenheid om het ondernemerschap te verdedigen als in het noorden van het land. Wat mij in deze verkiezingsperiode dwarszit, zijn al die provocerende aantijgingen tegen de bedrijfswereld. Zaken in de aard van: ‘Ga het geld zoeken bij de ondernemingen door ze meer te belasten’. Ik vind dat men daarmee de bevolking om de tuin leidt, want een onderneming draagt enorm bij tot de werking van de staat.
“Voor sommige multinationals, die in België weinig of geen winst genereren, is de vennootschapsbelasting misschien erg laag of onbestaande, maar de andere ondernemingen staan 50 procent van hun inkomsten af aan de staat in de vorm van belastingen en allerlei bijdragen. Vandaar de noodzaak om de groei van de ondernemingen aan te moedigen, want zij houden de economie draaiende.”
Wat stelt u voor om het probleem van de talrijke wilde stakingen op te lossen die het imago van Wallonië in de ogen van de investeerders aantasten?
DELWART. “Die stakingscultuur is een probleem. Het probleem is dat men te pas en te onpas stakingen organiseert. Als je de start van de Ronde van Frankrijk in Luik blokkeert, welk beeld geef je de buitenwereld dan? Om de sociale dialoog te verbeteren, moeten we de burger de weldaden van de onderneming leren te zien. In de ogen van het publiek zijn de werkgevers in Wallonië allemaal dieven of – als ze mislukken – stommeriken.”
Met Bernard Arnault komt het grootste fortuin van Frankrijk naar België. Dat heeft de discussie over de vermogensbelasting voor de allerrijksten weer aangewakkerd. Wat vindt u?
DELWART. “We moeten pragmatisch blijven. Als je de meerwaarde van het kapitaal belast, moet je ook de minderwaarden vrijstellen van belasting. In de huidige omstandigheden weet ik niet of de staat veel te winnen heeft bij een vermogensbelasting. Ook heeft men nog nooit berekend hoeveel zo’n belasting in werkelijkheid zal opbrengen. Bovendien is te veel belasting dodelijk voor de belasting. Ik denk niet dat we de oplossing daar moeten zoeken. Als we de grote fortuinen op het Belgische grondgebied kunnen houden, dan doet dat de economie draaien.”
Hebt u nog ergens spijt van?
DELWART. “Ik betreur dat het zo veel tijd gekost heeft om het programma Ambition 2020 af te ronden. Ik had het graag zelf nog in gang gezet. Ik betreur ook dat mijn voorzitterschap in een zeer moeilijke periode viel wegens de politieke instabiliteit op federaal niveau en de meningsverschillen met Voka over het confederalisme. Het was niet het moment om hard op tafel te kloppen. Vandaag bestaat er echter consensus en unanimiteit onder alle werkgeversorganisaties dat het dringend tijd is om in de diepte te werken.”
SANDRINE VANDENDOOREN
“Bij geen enkele partij in de Waalse regering heerst dezelfde gedrevenheid om het ondernemerschap te verdedigen als in het noorden van het land”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier