Wall Street wacht ongeduldig op oorlog
Als er een oorlog in Irak komt, zal een ongeziene beurshausse de overwinning van de Amerikanen begeleiden, voorspelt Emiel Van Broekhoven. Maar strijk wel op tijd de winst op, want op lange termijn verbetert er niets.
Als Europeanen zien we de berenmarkt als de nieuwe trend. Roerende waarden zijn voorbij hun piek en moeten daar nu nog een aantal jaar voor boeten. De oorlog in Irak is misschien onvermijdelijk, maar brengt niets goeds.
Amerikanen zien dat helemaal anders en ik tracht me (niet helemaal zonder moeite) in te leven in hun logica. Binnen een week of zes zijn ze in Bagdad, binnen enkele maanden zijn ze er weer weg. De prijs van olie gaat weer naar 20 dollar, de Dow Jones stijgt (+12%) en de Amerikaanse economie groeit met +3,2%, en wellicht daalt de dollar wel tegenover de euro. Eigenlijk kan de rest van 2003 niet meer stuk. De aanval moet zowel militair als politiek een verpletterend succes worden. Het uitbreken van de oorlog zal stimulerende gevolgen hebben voor de Amerikaanse en de wereldeconomie. Een korte oorlog kost ergens tussen de 100 en 150 miljard dollar, goed voor 1,5% van het bruto binnenlands product.
Haat. Het wordt geen woestijnoorlog zoals vorige keer, eerder een overweldigende aanvoer van 150.000 à 200.000 troepen naar Bagdad. Omdat Saddam zo wordt gehaat, zullen de Irakese legereenheden bijna vanzelf overlopen. Ze zullen wel moeten afrekenen met de presidentiële garde, maar het zal zelfs niet nodig zijn Saddam te elimineren om een verandering van het regime te bekomen. Het herstel van de democratie in Bagdad kan vlug gebeuren. Het enthousiasme in het Midden-Oosten voor deze ontwikkelingen zal spontaan leiden tot het installeren van nieuwe kapitalistisch gezinde democratieën, naar het voorbeeld van… Israël.
Het Amerikaanse blad Newsweek maakt zich zorgen of Amerika misschien niet langer in de regio zal moeten blijven dan gehoopt, en of serieuze complicaties dan niet onvermijdelijk zijn. Komt er niet meer anti-Amerikanisme in het explosieve Midden-Oosten? Voor The Wall Street Journal dan weer zijn dat de zorgen van mietjes.
Bij de beleggingsadviseurs speelt de oorlog een cruciale rol in het denken rond een beursherleving. De olieprijsstijgingen van de jongste jaren hebben een massa dollars uit de zakken van de Amerikaanse gezinnen gehaald. Dus als de olieprijs weer zakt naar 22 dollar, herleeft de koopkracht in de VS. De Amerikaanse consument heeft zich intussen kunnen herbevoorraden met goedkope auto’s en met een goedkope financiering voor zijn woning. De spaarquote van de Amerikaanse consumenten is nu gestegen van 0 naar 4,5%, dus ze hebben weer munitie om te spenderen. Tegen de belachelijk lage intrestvoeten van vandaag halen mensen geld uit de herfinanciering van hun woning, vooral om te consumeren.
Kickstart. We proberen verder de Amerikaanse logica te volgen. “De Verenigde Staten kent nu een hoge productiviteit, een beetje economische groei, lage intrestvoeten en lage inflatie,” stelt Barton Biggs van de Amerikaanse zakenbank Morgan Stanley. Biggs was een van de weinigen die – heel correct – vanaf 1997 en later zeer terughoudend tegenover de Amerikaanse beurs stonden. Hij is nu zeer positief. De bedrijfswinsten exploderen niet, maar groeien sneller dan het binnenlands product. Waarom zouden aandelen gemiddeld niet tegen een koers-winstverhouding van twintig verkopen? En bedrijven die groeien tegen 10% en 12% en een coupon betalen van 2% à 3%, waarom zouden die niet noteren tegen een koers-winstverhouding van dertig of veertig?
Het echte verschil wordt voor Biggs gemaakt door het feit dat de Amerikaanse centrale bank werkt aan een serieuze reflatie – een situatie waarbij de overheid de prijzen laat stijgen zodat de consumenten hun uitgaven niet langer uitstellen en de economie dus wordt aangezwengeld. Het fiscaal stimulerende pakket van president George Bush zal die situatie voor een groot stuk financieren. Dat neemt voor hem het risico uit de vergelijking. De maatregelen van Bush leggen een bodem voor de berenmarkt en de overwinning in Irak zal de kickstart voor de herneming zijn.
Biggs is geen illusionist. Met alleen een brede forse herneming is een nieuwe stierenmarkt nog niet geboren: de markt kan nog tien jaar zijwaarts bewegen. Na vorige grote inzinkingen ging de Dow Jones omhoog met 37% in 1975 en met 54% in 1933. Maar daarmee was de berenmarkt nog niet voorbij.
Dus is het uitbreken van de oorlog in Amerikaanse ogen een reden om optimistisch te zijn en te overwegen om in aandelen te beleggen. En vanwege de reflatie terughoudend te zijn voor obligaties. De toekomst van vastrentende waarden zit veeleer bij hoogrentende bedrijfsschuld en schulden van ontwikkelingslanden. De beste obligaties zijn nu geïndexeerde obligaties op tien en dertig jaar.
De opleving zal vooral aandelen uit Europa en het Verre Oosten baten. Duitse en andere Europese aandelen zijn bijzonder aantrekkelijk, evenals aandelen van Thailand, Hongkong, Maleisië, Indonesië en Singapore.
Conclusie. Voor Amerikanen wordt de Iraakse oorlog een vluggertje, al staat de wereld daarna nog wel tien jaar op stelten. Olie gaat naar 22 dollar, de economie zal herleven en de moeder van alle beurshausses zal de overwinning begeleiden. De grote heropleving zal de Dow Jones van pakweg 8000 naar 11.500 brengen. Maar de berenmarkt is niet voorbij. Het komt er dus op aan tijdig winst te nemen.
En als u dat allemaal niet gelooft, blijft u beter in een ‘2+2’-formule bij de bank om de hoek.
Emiel Van Broekhoven [{ssquf}]
De auteur is hoogleraar persoonlijke financiële planning aan de Universiteit Antwerpen en voorzitter van de Vlaamse Federatie van Beleggingsclubs en Beleggers.
De economie zal herleven, maar de berenmarkt is niet voorbij. Het komt er dus op aan tijdig winst te nemen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier