Waarom winsten toenemen, en lonen achterblijven
Niet alleen de globalisering trekt een streep door uw loonbrief. Ook interne veranderingen inspireren tot loonmatiging.
Zo zijn centrale bankiers veel geloofwaardiger geworden om de inflatie in toom te houden. De werknemers verwachten geen inflatie en eisen dus geen loonsverhogingen om hen te beschermen tegen inflatie. Daarnaast zorgen technologische verbeteringen voor een hogere arbeidsproductiviteit, wat de stijging van de loonkosten per eenheid product onder de knoet houdt.
De overheid doet ook haar duit in het zakje door de belastingen op arbeidsinkomen te verminderen en via het beleid om zoveel mogelijk mensen aan de slag te krijgen. Beide opties werken loonmatiging in de hand. “Een afbrokkelende vakbondsmacht en de trend naar meer decentrale loononderhandelingen beknotten de onderhandelingsmacht van (een deel van) de werknemers,” schrijft de Bank for International Settlements (BIS).
Bedrijven houden ook veel meer de kosten in de gaten. Caroline Ven (VBO): “De bedrijven hebben in de jaren negentig veel geïnvesteerd, maar de beloning was karig door de matige groei. Daarom willen ze nu op de eerste plaats de kosten beheersen. Loonmatiging is doorgebroken in de loop van de jaren negentig, samen met de toegenomen aandacht voor de concurrentiekracht.”
Deze nieuwe focus valt niet toevallig samen met de globalisering, toch dé drijvende kracht achter de politiek van loonmatiging. “De verdubbeling van het aanbod van werknemers in de wereldeconomie heeft de loonontwikkeling in het Westen op drie manieren onder druk gezet,” zegt de BIS.
De toegenomen arbeidsmobiliteit werkt sneller flessenhalzen op de lokale arbeidsmarkten weg. Vooral de lonen van de lagergeschoolden zijn daar het slachtoffer van. Hoe hoger de grensoverschrijdende mobiliteit, hoe hoger de competitie van immigranten. Daarom dat ook heel wat West-Europese landen aarzelen om Oost-Europese werknemers vrije doorgang te geven tot hun arbeidsmarkten.
De toename van de internationale handel verhoogt de internationale concurrentie voor westerse bedrijven. Dat inspireert die bedrijven om de kosten te verlagen, en de loonfactuur staat als eerste op het schavot. Het loonaandeel in het bruto binnenlands product is sneller gedaald in sectoren die meer invoerconcurrentie ondervinden.
Delokalisatie (en vooral de vrees voor delokalisatie) hebben de macht van de werknemers verminderd. Het productieproces raakt almaar sneller op globale schaal geïntegreerd. Onderdelen worden aangevoerd uit lagelonenlanden, en dat zet vooral de lonen en jobs in de industrie onder druk.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier