Waarom friet met stoofvlees belangrijk is voor bedrijven
Met traktaten over de globalisering kan je al een immense bibliotheek vullen. Toch komt er af en toe nog een boek aanrollen met een nieuwe, boeiende opvatting. Tot die zeldzaam geworden categorie behoort zonder twijfel ‘The Kimchi Matters’.
Marvin Zonis, Dan Lefkowitz & Sam Wilkin, The Kimchi Matters – Global Business and Local Politics in a Crisis-Driven World. Agate Publishing, 300 blz.
Tijdens de zomer van 1998 kondigde softwaregigant Microsoft aan 20 miljoen dollar te willen investeren in Hangul & Computer, het bedrijf dat de softwaremarkt in Zuid-Korea domineerde. De mastodont van Bill Gates ging daarbij evenwel op iets te veel nationalistische tenen in Zuid-Korea staan en diende zich met de staart tussen de benen terug te trekken uit de deal. Er zijn wel meer gigantische missers van multinationals aan te wijzen. Het elektronicaconcern Westinghouse verbrandde zich pijnlijk aan het totaal gecorrumpeerde Filipijnse regime van Ferdinand Marcos en betaalde daar zelfs tot na de dood van de dictator een stevige prijs voor.
Motorola, Nokia en een lange rij andere westerse firma’s werden in Turkije miljoenen dollars aan activa afhandig gemaakt door lokale ondernemers en financiers op een manier die in het Westen gegarandeerd tot juridische veroordeling van de Turken zou leiden, maar die in dat land blijkbaar tot de niet-laakbare praktijken behoren. Ongewild raakte oliemaatschappij Shell zwaar verstrengeld in de vicieuze etnische conflicten in het Afrikaanse Nigeria. Die onverkwikkelijke situatie leidde op diverse niveaus tot grondige veranderingen in de structuren, de werking en de rapportering van een megaconcern dat bijna 200 miljard dollar omzet vertegenwoordigt, en met 1700 vestigingen en 91.000 werknemers aanwezig is in 135 landen.
Wat tonen deze lukrake voorbeelden van minder gelukkige ervaringen van mammoetconcerns aan? In een wereld waarin globalisering het ordewoord van de dag lijkt te zijn, blijven lokale omstandigheden een nog altijd bijzonder belangrijke factor voor ondernemingen die wereldwijd uitzwermen. Globalisering is niet de lange mars naar de gigantische eenheidskoek naar Amerikaans model, maar een vaak zeer moeilijke oefening in het absorberen van én leven met erg verschillende lokale omstandigheden. Die boodschap staat centraal in The Kimchi Matters – Global Business and Local Politics in a Crisis-Driven World.
Spreekt de ondertitel voor zichzelf, dan behoeft de hoofdtitel allicht enige toelichting. Kimchi is de nationale schotel van Zuid-Korea, zeg maar de tegenhanger van onze friet met stoofvlees. De auteurs gebruiken kimchi – een voor westerlingen nauwelijks te verorberen brij van kool, chili, look en gember – als metafoor om het al te vaak doorslaggevende belang van lokale omstandigheden voor internationale politieke en zakelijke ontwikkelingen extra in de verf te zetten. In een wereld van alsmaar voortschrijdende globalisering “waarin iedereen BigMacs eet, is de kimchi van doorslaggevender belang dan ooit.”
Gevolgen van publiek ongenoegen. De auteurs – Marvin Zonis, Dan Lefkowitz en Sam Wilkin – genieten een stevige faam. Marvin Zonis is professor Internationale Politieke Economie aan de prestigieuze Graduate School of Business van de University of Chicago en heeft als grote specialisatie het Midden-Oosten. Hij staat samen met Dan Lefkowitz aan het hoofd van Marvin Zonis and Associates, een consultancybedrijf gespecialiseerd in de analyse van landenrisico’s. Sam Wilkin werkt voor Aon Trade Credit, wereldwijd het grootste bedrijf inzake analyse van landenrisico’s en de verzekeringsmakelarij die daarmee nauw samenhangt. The Kimchi Matters is één van de eerste uitgaven van Agate Publishing (Evanston, Illinois), een jonge uitgeverij opgericht door Doug Seibold.
Het boek is dermate breed en tegelijkertijd diepgaand, dat het geen zin heeft om op een paar pagina’s op alle aspecten ervan in te gaan. Ten gronde handelt het werk over de oorzaken en de analyse van politieke instabiliteit, alsook over de gevolgen ervan. In het eerste deel van The Kimchi Matters gaan de auteurs dieper in op oorzaken van publiek ongenoegen dat leidt tot tumultueuze politieke veranderingen. Boeiende analyses volgen dan van onder meer corruptie op de Filipijnen, etnische conflicten in Nigeria, sociale omwentelingen als gevolg van economische modernisering in Egypte en de impact van economische catastrofes in Indonesië. Diepgewortelde corruptie, zo tonen de auteurs aan, leidt steevast tot aanzienlijke omwentelingen, zeker als de economische groei stilvalt.
Marxisme en politieke islam. Het tweede deel gaat in op de diverse manieren waarop de autoriteiten omgaan met publiek ongenoegen. De auteurs analyseren het ontstaan en de doorgroei van politieke oppositiebewegingen zoals in Venezuela en Sri Lanka. Ze leggen uit hoe iemand als de Zimbabwaanse president Robert Mugabe publiek ongenoegen als gevolg van het eigen beleid succesvol kanaliseerde naar diverse koppen van Jut (zoals vooral de Britten, de blanke boeren, de joden en de homo’s).
Maar ook positieve verhalen komen aan bod, zoals de onwaarschijnlijke manier waarop een extreem versnipperd land als India er toch in slaagt om via een hoe dan ook functionerend democratisch proces het continue publieke ongenoegen te kanaliseren zonder dat er echt onherstelbare brokken vallen. Of zoals modelstaat Singapore het voor elkaar brengt om in een ondemocratische omgeving het publieke ongenoegen op een positieve wijze op te vangen.
Erg boeiend is de vergelijking tussen het succes van Singapores sterke man Lee Kwan Yew en de mislukking van Iraans sterke man, de sjah. De twee ideologieën die duidelijk onbekwaam gebleken zijn in het positief kanaliseren van publiek ongenoegen, zijn volgens Zonis, Lefkowitz en Wilkin “marxisme en de politieke islam.”
Zelfmoordkandidaten voor Osama Bin Laden. In het derde deel van The Kimchi Matters gaan de auteurs dieper in op het aspect leiderschap. Ze contrasteren het Oeganda van Idi Amin met dat van Yoveri Museveni. Zoals het Joegoslavische voorbeeld in het post- Tito-tijdperk dramatisch aantoont, ontstaat er voor landen geregeerd door sterke, succesvolle persoonlijkheden nagenoeg steeds een enorm probleem naar aanleiding van de opvolging.
Structuren zijn belangrijker voor politieke stabiliteit dan personen. Dat wordt ook duidelijk geïllustreerd door het voorbeeld van Italië, waar er zich in de naoorlogse periode een waanzinnig snelle opeenvolging van regeringen voordeed, terwijl het systeem toch vrij stabiel bleef. Zonis en co stellen ook vast dat nagenoeg het enige Arabische economische succesverhaal, Tunesië, allicht in te grote mate samenhangt met één persoon en zijn visie, president Ben Ali. In dat hoofdstuk doen de auteurs ook haarfijn uit de doeken hoe in Saoedi-Arabië nu juist de vork aan de steel zit en meer bepaald waarom precies zoveel van de zelfmoordlustigen voor Osama Bin Ladens terroristennetwerk uit het olierijke koninkrijk afkomstig zijn.
In het slotgedeelte van hun analyse belanden Zonis, Lefkowitz en Wilkin bij het overheidsbeleid. Zeer intrigerend is hun analyse van de wijze waarop in landen als Pakistan en Brazilië de beperkte groep rijken en de elite erin slagen beleidsinitiatieven ter bevordering van de algemene economische groei voortdurend te fnuiken. Verhelderend in de analyse van de Pakistaanse situatie is de uitleg voor de oorsprong van de islamitische scholen, de madrasas.
Zonis en co leggen ook bloot hoe zware externe schokken een land als Argentinië compleet uit balans brachten en hoe Mexico in het verleden zwaar leed onder een destructieve politieke cyclus. Ook de manier waarop het verlangen om zo snel mogelijk bij de Europese Unie te horen, het beleid in landen als Polen, Tsjechië en Hongarije in moeilijke momenten op het goede spoor hield, komt hier aan bod.
Wat gebeurt er met China? Fascinerend is de analyse van het verschil tussen Rusland en Botswana. Beide begiftigd met aanzienlijke natuurlijke rijkdommen – in het geval van Botswana vooral diamant – presteerden die twee landen de voorbije vijftien jaar heel verschillend. Botswana vormde inzake economische groei en toename van de welvaart één van de absolute succesverhalen van de voorbije decennia, terwijl het welbekende verhaal van Rusland in het postcommunistische tijdperk er één is van crony capitalism in zijn meest destructieve vorm.
De grote oorzaak van het verschil tussen reus Rusland en dwerg Botswana? Het feit dat het Afrikaanse land over effectief functionerende structuren en instellingen beschikt en Rusland, zeker in de beginjaren na de omwenteling, die nauwelijks had. Eerbied voor de rechtstaat en voor eigendomsrechten ontbraken nagenoeg volledig in Rusland.
Met hun nadruk op het belang van instellingen en instituties om het groeipotentieel van een land tot volle ontbolstering te laten komen, sluiten Zonis, Lefkowitz en Wilkin zich aan bij de alsmaar aanzwellende stroom van onderzoek die het belang ervan beklemtoont. In hun conclusie toetsen de drie auteurs hun bevindingen aan de actuele realiteit in China. Ze besluiten dat de huidige relatieve kalmte in China niet mag verblinden. Ze voorspellen toenemende interne strubbelingen in China, tenzij de leiders erin slagen om de corruptie beter onder controle te krijgen. De auteurs sluiten niet uit dat toenemende interne strubbelingen zich zullen vertalen in externe agressie.
The Kimchi Matters behoort tot die zeldzame categorie van boeken, die tegelijk vlot lezen én een schat aan informatie bevatten. De internationale ervaring van de auteurs druipt van elke pagina af. Ze larderen hun uiteenzettingen met een onuitputtelijke schat aan humoristische, dramatische en cynische details die net aantonen hoe grondig ze de materie beheersen. Zonis, Lefkowitz en Wilkin doen nergens belerend. Ze analyseren, zetten op een rijtje en reiken lessen en conclusies aan. De presentatie is zo knap gestructureerd, dat de lezer voortdurend de neiging krijgt om zelf door te denken en bijkomende vragen te stellen. Kortom, een must voor zowel de louter intellectueel geïnteresseerden, als voor de zakenmensen en politici die dagelijks omgaan met een onzekere internationale omgeving.
Johan Van Overtveldt
In een wereld waarin globalisering centraal lijkt te staan, blijven lokale omstandigheden een bijzonder belangrijke factor voor ondernemingen die wereldwijd uitzwermen.
De auteurs voorspellen toenemende interne strubbelingen in China, tenzij de leiders erin slagen om de corruptie beter onder controle te krijgen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier