Waar Schumpeter de mosterd haalde
Het Wenen van rond 1900 blijft een onuitputtelijke inspiratiebron voor een jaarlijkse stroom aan nieuwe publicaties. De Nederlander Arnout Weeda is de volgende in de rij met Het mysterie van Wenen. Het werk krijgt een extra dimensie door de koppeling van de brede culturele, politieke, filosofische, maatschappelijke vernieuwing aan enkele van de belangrijkste economische gangmakers van de twintigste eeuw. Want Arnout Weeda, een econoom van opleiding, besteedt in zijn werk ook aandacht aan Ludwig von Mises en Joseph Schumpeter.
De blijvende aandacht mag niet verbazen. “In alle opzichten, zowel in de politiek als in de kunst, was Wenen zwanger van de twintigste eeuw. De spanningen die daar toen ontstonden, zouden wereldwijd de hele volgende eeuw beheersen… En dat uitgerekend in een stad die het middelpunt was van een keizerrijk dat in veel opzichten was blijven steken in de achttiende eeuw.” De Oostenrijks-Amerikaanse historicus Robert A. Kann heeft het Wenen van 1900 wel eens vergeleken met een schitterende, bloeiende nazomer. In vergelijking dan met de hoogzomer van het klassieke en preromantische Wenen van 1800. Als in een laatste krachtinspanning werd een vermolmd en ten dode opgeschreven systeem begraven.
Bijzonder summier samengevat schuilen de belangrijkste kenmerken van die “creatieve zelfvernietiging van een vermolmd keizerrijk” (zo luidt de ondertitel van Weeda’s werk) in twee vragen. Wat kunnen we weten? Wat is de werkelijkheid? Alleen gebeurde die zoektocht disciplineoverschrijdend. Bovendien non-conformistisch en sceptisch. Het resulteerde bij wijze van spreken zowel in de twaalftonenmuziek van Arnold Schönberg, als in het felle antisocialisme van de vermaarde econoom Joseph Schumpeter.
Die laatste krijgt ruime aandacht in het werk. De bekendste thesis van Schumpeter is wellicht de ‘creatieve destructie’. Een economie vernieuwt zich voortdurend omdat steeds nieuwe, innovatieve ideeën van briljante geesten oudere formules uit de markt prijzen. Arnout Weeda gaat soms wat te kort door de bocht. Joseph Schumpeter mag mee in het lijstje van culturele grootheden zoals Sigmund Freud, Gustav Mahler en Ludwig Wittgenstein omdat hij net als zij een aangeboren neiging tot scepsis toonde. Met als gevolg dat zijn steeds wisselende opinies hem tot een ongrijpbaar personage maakten. Weeda laat ook nog een steek vallen wanneer hij de huidige bankencrisis wil verklaren vanuit Schumpeters hypothesen over de vorming van grote conglomeraties binnen het kapitalisme. Dat type van multinationals wordt niet langer geleid door creatieve entrepreneurs, maar door ambtelijke managers. En dat zou geleid hebben tot de uitwassen van de kredietcrisis.
Het doet niets af aan de boeiende inlassing van een hoofdstuk over de Weense economen tussen het culturele en filosofische geweld. Die invloed uit het Wenen van 1900 blijft nog steeds een mager beestje in de diverse, vaak te Angelsaksisch geïnspireerde, biografieën over Von Mises, Schumpeter, of ook Friedrich von Hayek. Die laatste is een van de grote afwezigen in dit boek.
Arnout Weeda. Het mysterie van Wenen. De creatieve zelfvernietiging van een vermolmd keizerrijk. De Bezige Bij, 2011, 400 blz. , 29,90 euro
WOLFGANG RIEPL
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier