Luc Huysmans

Waar blijft dat energiebeleid?

Luc Huysmans senior writer bij Trends

It takes two to tango. Die oude danswijsheid wordt al eens vergeten in de discussie over de nucleaire winsten van Electrabel.

Applaus moet de energiegroep niet dadelijk verwachten voor haar bekentenis dat ze in 2007 alleen al 652 miljoen euro winst puurde uit het langer openhouden van de afgeschreven Belgische kerncentrales. Want, draaien of keren, die winsten komen uit uw en mijn portemonnee.

‘Gelukkig’ heeft de overheid daar iets op gevonden. Drie jaar geleden werd een extra heffing ingevoerd van 250 miljoen euro, te betalen door de producenten van kernenergie. Meer dan een pyrrusoverwinning is die heffing niet. Want volgens de federale energieregulator CREG komt de winst uit op 1,8 tot 2,2 miljard euro, en zou de heffing dus veel hoger moeten liggen. En de kans dat de heffing uiteindelijk op een of andere manier toch in onze elektriciteitsfactuur te vinden is, is allesbehalve denkbeeldig.

Het is dan ook de verkeerde discussie. Want ondanks al het politieke gekibbel doet Electrabel weinig anders dan een basisbegrip uit elk economiehandboek in de praktijk brengen: winstmaximalisatie. De energiegroep heeft in ons land een dominante marktpositie en verdedigt die met hand en tand. Daarbij maakt ze gebruik van alle mogelijke wettelijke kneepjes. Dat ze bijvoorbeeld haar belastingfactuur tot een minimum beperkt, kan pijnlijk overkomen, maar is wel haar goed recht.

Het probleem is niet zozeer de dominantie van Electrabel, maar vooral de zwakte van haar tegenspeler, de overheid. Het klinkt stoer om het bedrijf te verwijten dat het zich gedraagt als een struikrover, maar dat heeft in de eerste plaats te maken met het gebrek aan een stevig bewapende sheriff. Met als toetje dat de struikrover van dienst ook nog over een lobbymachine beschikt die de regels beïnvloedt waaraan de sheriff zich moet houden.

Ondanks de stoere verklaringen van minister van Energie Paul Magnette (PS) moet de CREG het rooien met een budget dat niet eens dat van de Belgische marketingafdeling van GDF Suez benadert. Ter vergelijking: in Finland bestaat het principe dat de bevoegde overheidsdienst evenveel specialisten telt als de grootste marktspeler.

De overheid moet niet alleen de sheriff bewapenen, ze moet ook dringend het westerndorp moderniseren. Ze kan de dominantie van de GDF Suez-dochter aanpakken door bijvoorbeeld de noodzakelijke investeringen in grootschalige stroomproductiecapaciteit te stimuleren, maar daarbij spelers uit te sluiten die meer dan 25 of 30 procent van de markt te hebben. Of door het principe van de single buyer in te voeren: de overheid koopt alle stroom uit kernenergie op. De producent krijgt zijn bewezen kosten terug, plus een vergoeding van 7 of 9 procent rendement. De overheid verkoopt vervolgens die energie door aan de geïnteresseerde marktpartijen.

Zo’n systeem zou de achterafheffing op kernenergie overbodig maken. Met de wet op de sluiting van de kerncentrales, die door het vallen van de regering nog altijd van kracht is, heeft de overheid een sterke troef op tafel liggen om Electrabel te doen instemmen met deze aanpak.

Het grootste nadeel is dat het systeem de overheid voor het dilemma zou plaatsen om ofwel te kiezen voor goedkope energie, en op die manier de economie te ondersteunen, ofwel de begroting te redden door een hoge prijs te vragen. Dat betekent dat Electrabel niet meer als schietschijf kan worden gebruikt. De vraag is of de politici dat wel echt willen.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content