Vruchtbare grond
Het toerisme is gegroeid. De industrie is gegroeid. De export is gegroeid. De werkgelegenheid is gegroeid. De Kempen heeft de jongste jaren een forse inhaalbeweging gemaakt.
In administratieve termen is de streek beter bekend als het arrondissement Turnhout, maar elke Vlaming zegt gewoon ‘de Kempen’. En stelt zich daarbij een wijdse vlakte met heide en vennen voor.
“Onze regio heeft inderdaad een groen imago. Dat heeft vanzelfsprekend gevolgen voor het toerisme in de streek. Het landschap, de natuur en het kanalennetwerk in de Kempen roepen om verdere uitbouw van de toeristische sector. In dat opzicht gaan wij Limburg achterna.” Aan het woord is Jacques Brouwers, directeur van de Kempense Kamer voor Handel en Nijverheid. Als weinig anderen kennen hij en stafmedewerkster Lieve Nevelsteen de mogelijkheden en beperkingen van de streek. Brouwers bedoelt geenszins dat het toerisme in de Kempen nog niet tot volle wasdom is gekomen. De toeristische industrie zette enkele jaren geleden al 10 miljard frank om en dat cijfer zal sindsdien allesbehalve gedaald zijn. Verdeeld over bijna 1000 bedrijven – met Sunparks in Mol op kop – verdienen niet minder dan 6500 werknemers en zelfstandigen hun brood in deze sector.
Verzorgingssector.
Maar de Kempen bestaat uit meer dan mensen die een weekendje komen fietsen. Vooral de industriële sector is hier sterk ontwikkeld, ondanks het wegvallen van bijvoorbeeld Verlipack of Balmatt. De streek herbergt gereputeerde bedrijven zoals Janssen Pharmaceutica, Amoco, Siemens, General Biscuits, Daf Trucks, Bosal, IJsboerke en Metallo Chimique. “De industriële activiteit groeide hier tussen 1985 en 1996 met 4%, in tegenstelling tot de rest van Vlaanderen, waar de sector met 9% achteruitging,” vertelt Lieve Nevelsteen.
Alleen in de verzorgingssector valt nog een behoorlijke achterstand in te lopen. De regio heeft op dit vlak te weinig voorzieningen en kan overheidsimpulsen wel gebruiken. Veel laaggeschoolde vrouwen, de enige significante groep werklozen in de Kempen, zouden hierin een job kunnen vinden.
Het totale werkloosheidspercentage ligt in het arrondissement Turnhout nog maar licht boven het Vlaamse gemiddelde. Vijftien jaar geleden hinkte de streek nog ruim 5% achterop. De gemeente Laakdal haalt zelfs een stijging met 181%: het Nike-effect. En ruim een zesde van de actieve bevolking in de streek heeft een job buiten de regio. “Dat komt omdat wij geen grote steden hebben die een centrumfunctie uitoefenen,” legt Nevelsteen uit. “Toch is de werkgelegenheid hier de voorbije jaren sneller gegroeid dan in Vlaanderen. Bij de mannen zitten we nu zelfs onder het Vlaamse gemiddelde.”
Daar heeft Europa een handje aan meegeholpen. Het arrondissement was door de Europese Unie erkend als Doelstelling 2-gebied. Daardoor kregen de Kempenaars een financieel opstapje. Nu heeft de regio een reputatie in export hoog te houden. Jacques Brouwers: “De Cel Export Kempen heeft nu aangetoond dat onze export op het Vlaamse gemiddelde zit. Vierenveertig procent van de mensen werkt hier nu voor de export. Enkele jaren geleden was dat nog 32%.”
Mobiliteit.
De schaduwzijde van de medaille is dat het aanbod aan bedrijfsterreinen zo goed als opgedroogd is. “In het noorden is er niets meer, in het zuiden bestaan nog beperkte mogelijkheden,” zegt Nevelsteen. “Noodgedwongen zijn veel nieuwe initiatieven KMO- of dienstengericht. Natuurlijk zijn we trots op onze distributie-activiteiten, maar we mogen niet uit het oog verliezen dat die veel ruimte in beslag nemen en naar verhouding niet zoveel jobs opleveren.”
Met zoveel distributie en export in de regio mogen we ervan uitgaan dat de mobiliteit in de streek optimaal is. Of niet? “Met twee snelwegen op de oost-westas (E313 en E34) en het Albertkanaal zitten we lang niet slecht,” meent Brouwers. “Wat ontbreekt is een noord-zuidverbinding vanuit Nederland tot Aarschot.”
Gebeiteld zit de Kempen nog niet helemaal, maar de toekomst ziet men vol vertrouwen tegemoet. Een streekplatform heeft een reeks actiepunten uitgewerkt om kennis in bepaalde speerpuntsectoren in de Kempen te concentreren. Er liggen al stevige fundamenten. In de Blairon-kazerne in Turnhout wordt het Vlaams Innovatiecentrum voor Grafische Communicatie nu uitgebouwd, en er ontstaat een heuse Milieuvallei rond het Vlaams Instituut voor Technologische Ontwikkeling (Vito) en afvalverwerkers zoals Watco.
lvl
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier