VREDESMISSIES

Wrange tragikomedie

Eind april 1995 werd de Australiër David Morris ontvoerd en vermoord door Somalische schuldeisers. Hij was de handelaren 2 miljoen dollar schuldig. Morris leidde een cateringbedrijf dat meereisde in het kielzog van de vredesmissies van de Verenigde Naties. Hij kon zijn schuldeisers niet meteen betalen omdat de VN voor 20 miljoen dollar in het krijt stond bij hem. Het bont allegaartje van avontuurlijke handelaars, toeleveranciers en ritselaars rond de VN-missies komt kleurrijk in beeld in ‘k Zag twee beren. Daarin brengt de Nederlandse journaliste Linda Polman verslag uit van haar verblijven in de brandhaarden Haïti, Rwanda en Somalië. Steeds weer beschrijft ze op de eerste plaats wat de VN-troepen er uitrichten. Het aankomen, tentenkamp opzetten en weer inkramen heeft iets van een gigantisch circus, waar almaar dezelfde figuren opdoemen. Zelfs de begrafenisondernemer ontbreekt niet.

Drama’s als Morris’ dood lijken het belabberde imago van de VN nog extra in de verf te zetten. Ook de titel gaat in die richting. Wie het versje ‘k Zag twee beren broodjes smeren neuriet, komt terecht bij de frase Ik stond erbij en keek ernaar. Dat overkomt de VN-missies niet zelden. In Rwanda leidde dat naar een hallucinant dieptepunt. Polman bevond zich als enige journaliste tussen een kleine groep Zambiaanse blauwhelmen, die op hun beurt ingesloten waren door 1000 Tutsi-regeringssoldaten en 150.000 Hutu-vluchtelingen in Kibeho. Wie dat hoofdstuk integraal wil lezen, moet tegen een stoot kunnen. De Tutsi-soldaten schoten, hakten en bestookten de uitgemergelde, zieke en gewonde massa. De blauwhelmen zijn er getuige van en… verroeren geen vin. Het mandaat van de vredesmacht in Rwanda staat immers geen geweld toe. De regeringssoldaten zijn overigens veel talrijker en zwaarder bewapend, voegt de Zambiaanse commandant eraan toe.

Ondanks die verbijsterende getuigenissen, zingt Polman niet mee in het populaire lied dat de blauwhelmen veroordeelt. Ze komen immers in een situatie terecht, waarin ze (soms ook letterlijk) geen manoeuvreerruimte meer hebben. Temidden van de waanzin in Kibeho verschijnt dan wel een hautaine horde Artsen Zonder Grenzen, die welgeteld driekwartier komt helpen en dan, keurig gepland, de aftocht blaast. Polman beschrijft het als een wrange tragikomedie. Achteraf was Artsen Zonder Grenzen wel de eerste om de VN-macht in Rwanda met de vinger te wijzen. Niet de blauwhelmen treft schuld, maar de leden (niet op de laatste plaats de VS) die de VN als politiek instrument hanteren.

LDD

Linda Polman, ‘k Zag twee beren. Atlas, 254 blz., 800 fr.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content