Voltanken aub! En een lasagne

Wie uitgebreid wil shoppen, kan voortaan ook in de tankstations van Q8 terecht. Met dank aan Delhaize ‘De Leeuw’.

De primeur is voor Louvain-la-Neuve: daar opent deze week de eerste Delhaize Shop ‘n Go, een kleine supermarkt die is ondergebracht in een Q8-tankstation. Q8 (dat na de overnames van Aral en BP de nummer twee is geworden in België) en Delhaize ‘De Leeuw’ hebben voor hun Shop ‘n Go-formule de taken netjes verdeeld: de tankmaatschappij zorgt voor de locatie, terwijl de distributeur erop let dat de winkelrekken in de zogenaamde convenience stores netjes gevuld blijven.

Nu je voortaan ook écht kan winkelen in een Q8, kan je niet meer zomaar spreken van een tankstation. Chris Hoste, directeur van Q8 Benelux, vindt dat benzinestations de afgelopen vijftig jaar een grote evolutie hebben doorgemaakt. “In de jaren vijftig stond er een benzinepomp op de stoep naast een werkplaats,” zegt hij. “Dat was toen nog doenbaar. Het aantal wagens was beperkt en je kon die makkelijk één voor één bedienen. Begin jaren zeventig nam het aantal wagens evenwel sterk toe, en dus kwam de selfservice-formule opzetten. Tankbedrijven zochten naar een manier om meer ‘doorzet’ te krijgen. En dat kon alleen als je de mensen zelf liet tanken.”

Voor de echte revolutie op tankgebied was het evenwel wachten tot de komst van Bancontact en Mr. Cash. Dankzij die betaalautomaten kon de doorstroming van klanten veel sneller verlopen. Tankstations, die tot dan nog vooral autoaccessoires (lampen, ruitenwissers…) verkochten, boden geleidelijk meer op de automobilist gerichte artikelen aan (softdrinks, snoep, sigaretten…, kortom impulsartikelen.).

En nu gaat Q8 samen met Delhaize nog een stap verder. “Als je kijkt naar de manier waarop de mensen leven, dan zie je dat er meer en meer tweeverdieners zijn die op onregelmatige uren werken,” zegt Hoste. “Daarnaast vertonen jongeren ook een veel minder stabiel aankoopgedrag en kopen meer en meer artikelen op impuls.”

Met de convenience shop – een uitgebreide buurtwinkel met 1000 tot 1500 producten, waarvan verse producten (groenten en fruit) en vacuüm bereide maaltijden een belangrijk deel uitmaken – willen Q8 en Delhaize ‘De Leeuw’ sterker inspelen op die impulsaankopen. Hoste heeft het in dat verband over een omwenteling: “De koopgewoonten zijn veranderd. Vroeger ging je naar Delhaize of GB en kocht je voor een hele week. De huidige consument leeft van dag tot dag en weet overdag nog niet wat hij ‘s avonds zal eten. En voor twee of drie artikelen wil hij niet langer naar Delhaize of GB gaan. Dus is er het concept van de convenience store: een plaats tussen wonen en werken waar ze die paar zaken kunnen kopen, omdat er een assortiment is dat tailormade is voor aankopen op het laatste ogenblik.” Bovendien zijn de openingsuren veel soepeler dan in een traditionele supermarkt.

Ook Esso heeft al een tijdje shops waar de consument terecht kan voor ‘vergeten’ aankopen. Een pak wegwerpluiers? Een fles wijn? Zes blikken bier? Het is daar te koop. Shell van zijn kant werkt in ons land samen met GB – Hoste heeft in opdracht van Shell trouwens nog die samenwerking uitgebouwd. “Maar het grote verschil tussen GB en Delhaize is dat GB veel meer gericht is op een hypermarktstructuur.” Volgens de huidige Q8-topman is GB onvoldoende uitgerust om de kleinere winkels te voorzien van goederen: ze worden bijvoorbeeld bevoorraad met grote vrachtwagens. Delhaize kent dat probleem niet: voor de Shop ‘n Go is een structuur opgezet zoals bij buurtwinkels; de keten levert de goederen niet op paletten, maar met rolwagens. Bovendien is er weinig plaats om voorraad te houden. Alles wat binnenkomt, wordt in de schappen gezet.

Q8 start met Delhaize niet van nul. Het benzinemerk had al twee testwinkels – één in Tervuren en één in het Groothertogdom Luxemburg (Bereldange). “Het project was vanaf de eerste dag succesvol: na het opstarten van de shop is de verkoop van brandstof er met 25% gestegen, en die stijging gaat nog door, zowel in de shop als in de brandstoffen.”

Q8 wil

in totaal zo’n achttal winkels openen. Voor de benzineketen moet de shop vooral dienst doen als traffic builder: een goede shop zorgt ervoor dat er meer volk over de vloer komt, waardoor ook de omzet van benzine omhooggaat. “Wie hier inkopen komt doen, zal misschien ook wel zijn auto voltanken,” aldus Chris Hoste. “Bovendien spreiden we het risico door meerdere inkomstenbronnen te hebben. Hoe meer activiteiten er op het benzineverkooppunt zijn, hoe kleiner de risico’s zijn en hoe groter de overlevingskansen.”

Ook het Plus-kaartprogramma – waartoe Q8 zich heeft aangesloten – vormt een manier om klanten te lokken. Wie spaart, wil immers zo snel mogelijk de resultaten van zijn inspanning zien. “De Plus-kaart zal in alle Q8-verkooppunten worden aanvaard,” aldus Hoste.

Toch was de invoering van zo’n puntensysteem niet zo vanzelfsprekend voor Q8. De groep stond lange tijd sceptisch tegenover het systeem. Seca kent succes, zo geeft Hoste toe, maar dat komt volgens hem alleen omdat dat programma historisch is gegroeid. Over de airmiles die onder meer Shell in Nederland geeft, zegt hij dan weer: “je moet bij wijze van spreken vijftig jaar sparen eer je een retourvlucht hebt. De beloning voor het sparen laat te lang op zich wachten.” In ons land hebben Esso en Fina een eigen spaarsysteem. “Het nadeel van die spaarprogramma’s dan weer is dat de keuze van de voordelen beperkt is: je spaart er voor producten uit een catalogus.”

Bij het Plus-programma – er zijn momenteel 1,7 miljoen actieve Plus-kaarthouders – krijgt de sparende consument een cheque waarmee hij in Delhaize die producten kan kopen die hij wenst. Door meer partners achter de kaart te krijgen, spaart de consument sneller. Voor Q8 zit daar ook een voordeel aan vast: de Delhaize-klant kan in het station zijn punten laten bijschrijven. “Voor ons is het de bedoeling zo nieuwe klanten aan te trekken en van ‘wisselvallige’ klanten ‘trouwe’ klanten te maken.

ad van poppel