Volkomen onduidelijkheid over BTW-aftrek bij verhuur vastgoed
Recente rechtspraak zet de BTW-aftrek bij de verhuur van onroerend goed op de helling. Dat veroorzaakt grote rechtsonzekerheid in de vastgoedsector.
Bedrijven investeren niet meer in bakstenen, ze houden hun geld paraat voor de ontwikkeling van producten of diensten. Daarom huren of leasen de meeste bedrijven hun gebouwen en terreinen. In principe is die activiteit BTW-plichtig, maar de Belgische wet stelt de onroerende verhuur vrij van BTW.
“Op het eerste gezicht lijkt die maatregel voordelig,” zegt Danny Stas, BTW-specialist van Tiberghien Advocaten. “Toch komt die maatregel neer op extra kosten. Aangezien de verhuurder de BTW voor de oprichting of verwerving van het pand niet mag aftrekken, rekent hij die kost door aan de huurder. Zo wordt de marktprijs kunstmatig verhoogd. In normale omstandigheden had de dienstverlener de BTW als verbruiksbelasting gerecupereerd. Je mag dus preken over een scheeftrekking van het BTW-systeem, waar de BTW pas in het stadium van het verbruik een kost mag uitmaken.”
Tot 2004 ontsnapten vele bedrijven aan deze extra kosten door contracten van terbeschikkingstelling voor beroepswerkzaamheden op te stellen. Daarvoor legt de Belgische wetgeving wel een BTW-plicht op. Sven Reynders, BTW-specialist van Tiberghien Advocaten: “In dat scenario staat de verhuurder de huurder toe werkzaamheden in zijn onroerend goed uit te oefenen. Zo kunnen ze hun BTW aftrekken. Maar die techniek bood slechts een valse zekerheid. Op 18 november 2004 oordeelde het Hof van Justitie in de zaak van Temco Europe dat zo’n terbeschikkingstelling de kwalificatie als een vrijgestelde onroerende verhuur niet uitsluit. Op basis van dat arrest zou de Belgische rechtbank nu kunnen besluiten tot een vrijgestelde onroerende verhuur. Ze zou de BTW-aftrek dus kunnen verwerpen.”
Sindsdien heerst grote rechtsonzekerheid over het fiscale regime van onroerende verhuur en terbeschikkingstelling. Danny Stas: “Het gaat wel degelijk om grote bedragen. Ondernemingen moeten een goed zicht hebben op de financiële gevolgen van hun beslissingen. Met een standaardtarief van 21 % betekent de BTW al gauw 17,5 % van de totale kostprijs. Of je dat bedrag wel of niet kunt aftrekken, scheelt een flinke slok op de borrel.”
Momenteel weet niemand hoe het moet. De oplossing ligt nochtans voor de hand. Geheel in overeenstemming met de Europese BTW-richtlijn, kan de Belgische fiscus de onroerende verhuur aan BTW onderwerpen. Danny Stas: “Dat de overheid deze maatregel nu maar eens in een wet of omzendbrief giet, zoals vele andere lidstaten uit de Europese Unie hebben gedaan, inclusief een duidelijke omschrijving van het begrip.”
E.P.
De oplossing ligt voor de hand: de onroerende verhuur aan BTW onderwerpen.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier