Vluchtige architectuur
Het bouwen van huizen is niet bepaald een bezigheid die inspireert tot relativerende gedachten over de vergankelijkheid van de dingen. Architect Alberto Zaccaï richtte daarom Traces op, een Belgisch bedrijf dat zich toespitst op de architectuur van het kortstondige en het vergankelijke: communicatie-design. Met optimale mogelijkheden tot voortdurende verbetering en vernieuwing.
Tot de realisaties van Traces behoren onder meer het nieuwe logo van de Barclay-sigaretten, het opzetten van een tentoonstelling over de oorsprong van het schrift ter gelegenheid van de 175ste verjaardag van de Generale Bankmaatschappij, de interne bewegwijzering bij Telenet Vlaanderen en de Franse Gemeenschap, de openbare aanplakzuilen in Charleroi,…
Alberto Zaccaï is een Franstalige van Italiaanse afkomst, maar geboren in Egypte in 1945; sinds 1957 woont hij in België. In de jaren zeventig werd hij als stagiair in dienst genomen door de Belgische architect André Jacqmain (een van de ontwerpers van het Glaverbel-gebouw in Watermaal-Bosvoorde), die hem aldus de kans bood om zijn eerste stappen te zetten in de wereld van de architectuur.
Zaccaï wordt wel eens een ‘kunstenaar’ genoemd, maar zelf verwerpt hij dit predikaat. “Ik creëer niet uit het niets,” zegt hij, “maar ik beantwoord altijd specifieke vragen of behoeften. Ik ben dus geen artiest.”
Hij is op de hoogte van alle recente ontwikkelingen op het vlak van technologie en informatica. Van opleiding is hij architect – “autodidact,” preciseert hij: “ik heb het diploma gehaald via de centrale examencommissie” – maar ook design en grafische vormgeving (in joint venture met Olivier Dupuis) behoren tot de diensten die hij aanbiedt.
Zodra hij zelfstandig was, werkte Zaccaï eerst zowat vijftien jaar alleen; hij ontwierp particuliere woningen, kantoorgebouwen en dies meer. Zijn laatste verwezenlijking in dit domein, voor hij in 1981 Traces oprichtte, was het Théâtre Varia in Brussel.
In de geest
van Alberto Zaccaï moet Traces verschillende disciplines samenbrengen: grafische vormgeving, design, meubilair en architectuur. Dat heeft geleid tot een nieuwe arbeidsfilosofie: de communicatie-architectuur. Hoewel Italië en de Angelsaksische landen reeds vertrouwd waren met dit verschijnsel, was de formule hier volledig nieuw.
De mogelijke toepassingen van het principe van de communicatie-architectuur wezen Zaccaï onmiddellijk een precieze weg: de architectuur van het kortstondige, van het voorbijgaande. De basisactiviteit van Traces is het zogeheten ‘custom design’, wat betekent dat geen enkel ontwerp op grote schaal gereproduceerd wordt.
Als architect werd hij duidelijk beïnvloed door de bedoeïenententen uit zijn kindertijd in Egypte en door de rest van zijn leven dat hij grotendeels doorbracht met de reiskoffers bij de hand. Hij droomde ervan stands te bouwen voor beurzen en tentoonstellingen: “Vroeger had ik altijd zin om opnieuw te bouwen wat ik al gemaakt had, maar dan zonder de fouten. Voortaan kan ik dat doen.”
De verschillende disciplines waarvoor men een beroep op hem doet, zijn hoofdzakelijk bedoeld om op een beeldende en ruimtelijke manier de identiteit van een bedrijf of een product uit te drukken. Aldus krijgt het geheel een zekere samenhang, een ‘taal’ volgens Traces.
Het werken met vergankelijke projecten bracht voor Alberto Zaccaï een vorm van bevrijding, met name de mogelijkheid om materialen uit te testen, om de termijnen voor ontwerp en realisatie in te korten, om de levensduur van het project zelf te beperken.
Zaccaï heeft een nomadenziel. Hoewel hij een vast adres heeft, is hij voortdurend onderweg; hij heeft zijn huis ook niet zelf ontworpen. “Ik zou niet kunnen leven in een huis dat ik zelf getekend heb,” zegt hij. “Ik zou alleen maar de gebreken ervan zien. Bovendien verhuis ik te vaak: ik zou gewoon niet kunnen volgen met ontwerpen.”
De activiteit
van Traces is kort en goed toegespitst op communicatie; formalisme en esthetiek komen pas op de tweede plaats. Terwijl traditioneel werk gemakkelijk beschreven en zelfs beoordeeld kan worden (men kan immers de doeltreffendheid en het rendement meten), is de activiteit van Traces moeilijker te formuleren; de geest die erachter zit, valt zelfs vrijwel niet te omschrijven.
“Ik ben meer een doener dan een denker,” zegt Alberto Zaccaï. “Ik kan mijn bezigheden niet thuisbrengen in een bepaalde filosofie, zelfs al heb ik over alles een mening. Ik ben geen voorloper, maar ook geen navolger. Ik heb gewoon een plaats gevonden waar ik mezelf kan ontplooien, met mijn kwaliteiten en mijn gebreken, terwijl ik de communicatie rond een bepaald product probeer te stimuleren.”
Traces is een commercieel bedrijf; het kan dus zijn marketing voeren naar eigen goeddunken. Dit in tegenstelling tot de architecten, die vanwege hun Orde een totaal verbod opgelegd krijgen om aan gelijk welke vorm van marketing te doen. Zaccaï: “Door dat verbod moeten deze mensen hun toevlucht nemen tot allerlei kronkelige en duistere omwegen, bijvoorbeeld via de politieke wandelgangen. Architecten worden dan ook vaak in een onmogelijke situatie gedrongen. Bij Traces hebben we geen enkele moeite met de term ‘commerciële’ architectuur.”
Naar eigen zeggen
behoort Zaccaï tot de minimalistische strekking; hij wil een zo intens mogelijk effect in de ruimte bereiken met een minimum aan middelen. “Dat heeft ook heel wat te maken met ecologische bekommernissen,” zegt hij.
De taal van het minimale heeft een functie op zichzelf. Een project is altijd gebaseerd op een concept. Volgens Zaccaï heeft zijn onderzoek hem gebracht tot de overtuiging dat het essentiële (en dus het minimale) in de communicatie bestaat in het dragen en overbrengen van de boodschap. “Voor de rest zijn wij alleen maar ‘vertalers’ van die minimale taal,” verklaart hij. “Ons alfabet bestaat uit licht, materialen, vormen en kleuren.”
De relevantie en de functionaliteit van de Traces-creaties (bijvoorbeeld wat de verankering in het geheugen betreft) ligt dus uitsluitend in het opwekken van een reactie ten opzichte van het product dat het bedrijf in kwestie probeert te valoriseren. Met andere woorden: de creatie die Traces met dat doel ontworpen heeft, moet vrijwel onopgemerkt blijven en mag zeker niet de aandacht trekken. Alberto Zaccaï: “Het ideale resultaat is dat mijn ontwerp totaal verdwijnt in de schaduw van wat erdoor in het licht moet worden geplaatst.”
Voor Zaccaï draagt alles bij tot alles. “Ook al ben ik verplicht mijn gedachtengang te structureren en met argumenten te onderbouwen, toch blijf ik een instinctief wezen. Alles in het leven kan mij inspireren. Ik neem constant alles in mij op en alles komt ook weer terug naar boven, altijd even onbewust.”
Als bewonderaar van Charreau en Starck is Zaccaï in feite een soort ‘dirigent’ van zijn bedrijf, waar vijftien mensen werken. Bescheiden is hij ook: “Mijn enige talent is waarschijnlijk dat ik mijn creatief orkest goed weet te leiden.”
SERGE VANMAERCKE
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier