Vlamingen en Walen, ze zijn zo verschillend, mijnheer!
Nee, ik moet de lezer teleurstellen. Deze column gaat niet over de verschillen tussen Vlamingen en Walen en hoe dit noodzakelijk moet leiden tot een ver doorgedreven regionalisatie of zelfs een splitsing van een land dat beide volkeren herbergt. De politici hebben al genoeg plaats in de media ingenomen zodat men haast zou vergeten dat niet zij welvaart en groei creëren, maar wel de ondernemingen.
De overheid is weliswaar een grote werkgever. Met 820.000 ambtenaren telt België meer ambtenaren dan Libië. Maar dit hele huishouden moet worden onderhouden door de welvaart die wordt voortgebracht door de ondernemingen. Om dat te doen moeten zij produceren aan de laagst mogelijke kost en zo veel mogelijk producten en diensten aan de man of vrouw brengen. Het is vanuit dat standpunt dat wij even Walen en Vlamingen met elkaar willen vergelijken. Kopen zij hetzelfde, drinken zij hetzelfde en moeten ondernemers ze op dezelfde manier benaderen?
Vele antwoorden op die vragen vinden we in de recente studie van McCann-Erickson. Walen zoeken atmosfeer, drukken zich uit in metaforen, spelen met de taal en richten zich naar de wereld. Een product lanceren of aan de man brengen, kan gerust met een internationale vedette die aan een feeëriek strand woont en baadt in een weelde die voor weinig Walen (en Vlamingen) binnen handbereik ligt. Maar het doet dromen en evoceert een sfeer die, indien ze wordt geassocieerd met het bijhorende product, veel kan opleveren.
Vlamingen doen het liever met iemand van hier. Ze verkiezen feuilletons van eigen bodem. Denk maar aan het succes van De Kampioenen. Een product kan dan ook beter aan de man of vrouw worden gebracht via een lokale miss, dan via een wereldster. Vlamingen willen facts en figures. Ze zoeken naar objectieve informatie en haten reclame die sfeer brengt zonder inhoud.
Vlamingen moet je overtuigen, Walen verleiden, klinkt de conclusie van bovenvermelde studie.
Ook de politiek moet daar rekening mee houden. Een gezinspartij in Wallonië doet er best aan sfeer te creëren. De partijvoorzitter laat zich best aan de Belgische kust – sorry, Vlaamse kust zoals Geert Bourgeois zijn ambtenaren via rondzendbrief verplicht die te noemen – filmen spelend met kinderen. De Vlaamse politicus van een gezinspartij doet er beter aan de Vlamingen te beloven dat de kinderbijslag zal verdubbelen als hij of zij aan het beleid komt.
De Vlaming wil duidelijke boodschappen over partijprogramma’s. Hij neemt daarbij zijn rekenmachine bij de hand om te weten welke partij het meest impact zal hebben op zijn portemonnee. Geloofwaardigheid is belangrijk. De Waal zal zich laten verleiden door politici die het goed menen en die dicht staan bij de bevolking.
De kloof tussen Vlamingen en Walen heb ik aan den lijve ondervonden. Op Waalse kabinetten gaat het er conviviaal aan toe. Ja, er wordt al eens iets gegeten en gedronken. Er wordt ook wel eens wat verbaal gegesticuleerd. De culinaire gewoontes op Vlaamse kabinetten zijn veelal samen te vatten in een “broodjescultuur”. In de krabsla is nauwelijks krab te vinden en de mayonaise laat sporen na op de omvangrijke dossiers.
De discussies bij Vlamingen zijn iets meer onderhuids. Scheldpartijen gebeuren meestal in afwezigheid van de betrokkene. De Franse taal laat ook toe wat meer omfloerst met de boodschap om te gaan. Vlamingen denken nog steeds dat de kortste weg tussen twee punten een rechte lijn is. Verleid de Waal en overtuig de Vlaming. Als de regeringsonderhandelaars die wijsheid zouden integreren in hun strategie, hadden we misschien al lang een verantwoorde staatshervorming. Kennis (van de ander) is de moeder van alle wijsheid.
Wat te denken van die verschillen? Wel, hoe meer verschil hoe liever. Er is al genoeg eenheidsworst in Europa. Trouwens, als we allen hetzelfde denken zijn er geen gedachten meer. En als we allemaal dezelfde gewoontes en taaluitdrukkingen hebben, is het leven monotoner. Diversiteit is bron van competitiviteit en innovatie. Bovendien, de kloof bij jongeren tussen de ‘kinderen van de globalisatie’ en de ‘kinderen van onder de kerktoren’ is groter dan die tussen Walen en Vlamingen.
Kinderen van de globalisatie zijn meertalig, reizen dagelijks virtueel naar andere lidstaten, chatten en gamen met ‘buitenlanders’ zonder zich daar vragen bij te stellen. De taal is voor hen een communicatiemiddel. Kinderen van onder de kerktoren zullen zich blijven vastklampen aan een vergeten en vergeelde taalstrijd die geen plaats meer heeft in een wereldgebeuren.
Zowel Frans als Nederlands zijn minderheidstalen in Europa, en zelfs in Brussel. Als wij onze welvaart, culturele openheid en perspectieven op lange termijn willen veiligstellen, dan moeten wij onze komende generaties zoveel mogelijk laten deelnemen aan een grenzeloze, meertalige en polyglotte wereld. Onderscheid tussen Walen en Vlamingen is totaal irrelevant in die context, wat niet betekent dat de marketingbenadering niet anders zou kunnen zijn. (T)
De auteur is professor economie aan Ehsal, Hogeschool Gent en
universiteit van Nancy.
Rudy Aernoudt
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier