Vlaanderen-België. Separatisme kan best leuk zijn

Brusselse Franstalige topondernemers marcheerden mee tegen het separatisme. Jonge ekonomen van de Franstalige Brusselse universiteit ontdekken dat het allemaal niet zo dramatisch is. Afscheidingen zijn vaak het resultaat van (ekonomisch) gezond verstand.

Wordt een Vlaming nooddruftig in een onafhankelijk Vlaanderen ? Vandaag is er geen krasvrij antwoord. Maar de jonge ekonomische teorievorming over de geboorte van landen geeft nuttige aanduidingen. Separatisme is geen ekonomische draak en evenmin een aanfluiting van de demokratie. Meer demokratie en het ontstaan van grote vrijhandelszones maken de afscheiding van bestaande staten waarschijnlijker en logischer.

De omslag van de brochure is geel met zwarte lettertjes. Op het eerste gezicht zou ze van de stencilmachine van de Vlaamse Volksbeweging de demokratische advokaat van de Vlaamse onafhankelijkheid gerold kunnen zijn. Working Paper No. 5050 van het National Bureau of Economic Research (Cambridge, Massachusetts, VS) titelt On the Number and Size of Nations. Het dokumentje van 50 bladzijden, gepubliceerd in maart jongstleden, omvat een waterval van wiskundige vergelijkingen over de ekonomische redenen van afscheidingen. De auteurs zijn twee ekonomen en hoogleraren uit Noord-Italië, het territorium van de “separatistoïde” Lega Nord. Enrico Spolaore doceert aan het European Centre for Advanced Economic Studies, kortweg Ecare, van de Brusselse ULB, Alberto Alesina aan Harvard University.

“In de jongste jaren zijn de nationale grenzen meer hertekend dan ooit tevoren, dit is zeer uitzonderlijk voor de vredesperiodes van de moderne geschiedenis. De jongste grensaanpassingen waren meermaals een gevolg van het demokratizeringsproces dat de wereld overspoelde, ” zegt Enrico Spolaore. We zitten aan de Franklin Rooseveltlaan in een ex-ambassade met zicht op het Terkamerenbos in lentebloei. Enrico Spolaore is een jonge ekonoom met een jong onderwerp in een jong instituut. Ecare (van de ULB en het Londense Centre for Economic Policy Research) bestaat vier jaar en wordt geleid door de Belg Matthias Dewatripont en de Franse Amerikaan Philippe Weill.

Verscheidene landen zijn uit mekaar gerafeld : Joegoslavië, de Sovjet-Unie, Tsjecho-Slovakije. En elders bestaan bewegingen voor regionale zelfstandigheid of onafhankelijkheid die in de volksgunst vallen. Canada, Spanje, Italië, België zijn voorbeelden. Langs de andere zijde is Duitsland herenigd en zet de Europese Unie stappen naar een grote ekonomische integratie. Enrico Spolaore : “Ik zie een trend naar meer politieke afscheidingen mogelijk gemaakt door de demokratizering en de ekonomische integratie. “

NATIESTATEN ACHTERHAALD ?

De veranderingen zijn zo markant dat wel meer ekonomen zich afvragen of de huidige natie-staten achterhaald zijn. Regionale stromingen tasten hun onderkant aan, de Europese ingratie hun bovenkant. Jacques Drèze van de Université Catholique de Louvain, en het wereldberoemde ekonometrisch centrum CORE van Louvain-La-Neuve, argumenteerde in 1993 al voor een ekonomisch volledig geïntegreerde ruimte met politiek onafhankelijke regio’s binnen het raam van de Europese Unie in Regions of Europe : a feasible status, to be discussed (Economic Policy, 17). Enrico Spolaore : “Een gelijkaardige trend zie ik in het Québecse separatisme en zijn verhouding tot de nieuwe Noordamerikaanse vrijhandelsruimte, Nafta. “

Working Paper 5050 onderzoekt vijf vragen : wat is de afmeting en het aantal van de landen die zouden resulteren uit het demokratisch proces waarbij afscheiding én de vorming van grotere politieke eenheden zouden toegestaan zijn ; wat zijn de welvaartskenmerken van de evenwichtssituatie tussen de landen ; wat is de relatie tussen afmeting en aantal landen en ekonomische integratie ; wat zijn de welvaartsgevolgen van een hogere ekonomische integratie als het aantal landen groeit van binnenuit (endogeen) ; wat is de afmeting en het aantal landen dat bepaald wordt door het optreden van diktators (Hoe verschillen zij van de demokratische uitkomst ?).

Enrico Spolaore : “De geboorte van landen en afscheidingen hangt samen met een web van aardrijkskundige, historische, kulturele, etnische, ideologische, militaire, politieke en ekonomische krachten. Geen enkel model ook het onze niet kan zelfs maar in de buurt komen van een uitputtende behandeling van alle steekhoudende variabelen. Toch sluit dit niet uit dat je de voordelen van grotere politieke gehelen en de kosten van de heterogeniteit van bevolkingen kan afwegen. “

LANDSGROOTTE EN GROEI.

Weinig ekonomen hebben de natievorming bestudeerd. Buchanan en Faith (1977) bekeken hoe de mogelijkheid van afscheiding een bovengrens stelt aan de belastingdruk die een heersende meerderheid oplegt aan een minderheid. Bolton en Roland (1993) (zie kader) vinden dat afscheidingen duur kunnen zijn, maar een meerderheid zou kunnen stemmen voor secessie, omdat de doorsnee-stemgerechtigde verhoopt dat de nieuwe welvaart na een afscheiding, opweegt tegen het verlies aan doelmatigheid. Uit hun model konkluderen Spolaore en Alesina :

– demokratizering leidt naar afscheidingen ; in een niet-demokratische wereld zijn er minder landen dan in een demokratische ;

– zonder een passend systeem van herverdeling binnenin elk land leidt het demokratische proces naar een ondoelmatig groot aantal landen ;

– de ekonomische integratie verhoogt het aantal landen.

Enrico Spolaore : “Politieke afscheiding moet hand in hand gaan met ekonomische integratie. Het voordeel van de grootte van een land vermindert als de handelsbarrières worden geslecht. In de negentiende eeuw waren grote landen de logika zelve : binnen die grote landen ontstonden immers grote markten. Maar een groot land zijn, hoeft vandaag ekonomisch en handelstechnisch niet meer. Kleine landen die vrij met mekaar handel drijven, slaan zich er evengoed doorheen. Anderzijds, als landen te klein zijn, kan het doorsneeverlies aan welvaart door de inkrimpende afmetingen het voordeel van de hogere opbrengsten door ekonomische integratie doen afnemen. “

“De klassieke ekonomische literatuur legt een rechtstreeks verband tussen de landsgrootte en de ekonomische groei, met de Europese Ruimte en Nafta veranderen dergelijke uitgangspunten, ” zegt Enrico Spolaore. “De natie-staten hadden een kwasi mytische stabiliteit en levensduur. De Duitse filozoof Hegel idealizeerde de staat en dichtte hem een absolute waarde toe. Die verafgoding valt nu weg. Een land kan veranderen, zijn begrenzing hoeft niet eeuwig te zijn. Daar is noch ekonomisch, noch politiek iets tegen in te brengen. Het demokratische proces kan wel leiden tot een overdreven zucht naar secessionisme. “

Grote landen beginnen te scheuren aan hun grenzen. Enrico Spolaore : “Kijk naar Zuid-Tirol, het Duitstalige gebied in Italië. Je kan je inbeelden dat er naar die regio transfers van nationaal geld gebeuren om de trouw van de bewoners te kopen. Dat is de teorie. In de praktijk zullen hun Italiaanse buren daarvoor de neus optrekken, zij zullen zich benadeeld weten en dus zijn er nieuwe spanningen. Trouwens wie is een Duitstalige en wie een niet-Duitstalige ? Teken maar eens een zindelijke balans op. “

De studie van Alesina en Spolaore is niet toegespitst op Europa. “Onze bedenkingen hebben een meer universele betekenis, ” zegt Enrico Spolaore. “Kijk naar India, met de stijgende demokratizering en de privatizering is het voorspelbaar dat afscheidingsbewegingen ook daar leiden tot autonome of semi-autonome staten. De kulturele homogeniteit van India is zwak. In China kan na het einde van de diktatuur let op de ex-Sovjet-Unie eveneens een separatistische ontwikkeling inzetten. “

FRANS CROLS

TEGEN HET SEPARATISME. GEORGES JACOBS (VBO, UCB), JOHN GOOSSENS (BELGACOM), BAUDOUIN MICHIELS (COTE D’OR) MARCHEERDEN MEE.Aan de ULB wordt het verschijnsel separatisme sedert kort wetenschappelijk bestudeerd.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content