“Vlaamse steden moeten radicaal switchen van industriële naar kennisjobs”
Willen we nog meetellen op Europees of wereldniveau, dan moeten onze steden definitief de oude industriële economie achter zich laten, zo stelt een studie van Flanders District of Creativity en de Vlerick-school. Of onze welvaart komt onder druk.
eXtra informatie op www.trends.be
Op de Trends-website vindt u de stedelijke creativiteitsbarometers die een beeld geven van de sterktes en zwaktes van elke Vlaamse centrumstad in het kader van de creatieve economie.
VERTROUWELIJK
Hoeveel pk leveren onze Vlaamse centrumsteden en Brussel als motor van economische groei? En in welke mate is bedrijfscreativiteit daarbij de diesel of benzine? Dat is – in een notendop – de problematiek die Flanders District of Creativity en de Vlerick Leuven Gent Management School in een pas afgewerkte studie onder de loep namen.
Onze steden schudden economisch gezien op hun grondvesten, zo blijkt. Tien jaar geleden waren de veertien centrumsteden in de Vlaamse en hoofdstedelijke regio (steden zoals Brugge, Gent, Antwerpen, Brussel, Mechelen, Kortrijk, Genk of Hasselt) nog goed voor 41,2 % van de werkgelegenheid. In 2002 zakte dit percentage lichtjes tot 39,8 %. Ook op het vlak van bedrijfsomzet, toegevoegde waarde en investeringen zagen zij hun aandeel slinken over de periode 19972002.
65.000 nieuwe kennisjobs
De studie van Flanders DC en de Vlerick School toont aan dat er een opmerkelijke omwenteling plaatsvond in de sectorale verdeling van arbeidsplaatsen binnen deze steden. “Terwijl er in de 13 centrumsteden en Brussel netto meer dan 4500 jobs in de niet-kennisintensieve sectoren verloren gingen, werden over dezelfde periode bijna 65.000 jobs in de kennisintensieve sectoren gewonnen,” zo luidt het. “De steden zijn zich dus duidelijk aan het heroriënteren in de richting van de creatieve economie” (zie kader).
Werkkracht en arbeidsparticipatie blijven cruciaal. In 2002 nam in de 13 centrumsteden gemiddeld 45,08 % van de bevolking deel aan het arbeidscircuit of had de intentie daartoe. Dit is iets hoger dan het Vlaamse gemiddelde (44,83 %). Ook de opleidingsgraad is een belangrijke factor: in 8 van de 13 centrumsteden ging een hoger percentage achttienjarigen met een hogere opleiding aan de slag dan op Vlaams niveau.
De belastingdruk in de steden is geen bezwarend element om de stad als vestigingsplaats te mijden. Wat wel meespeelt, is het aantal beschikbare vrije bedrijventerreinen in de rand of kantoren en goedkope panden in het stadscentrum, meer specifiek voor starters.
In welke mate slagen deze centrumsteden erin om hun creatief potentieel ook daadwerkelijk om te zetten in marktresultaat? Daarvoor spitste de studie zich toe op innovatie en ondernemerschap. Door het gebrek aan geschikte data kon alleen technologische innovatie via patentaanvragen worden nagecheckt, en dat is een lacune. Steden spelen geen grote rol in de patentaanvragen in Vlaanderen, zo blijkt, tenzij er een universiteit, hogeschool of grote onderneming gehuisvest is.
Wat wel meespeelt, is de toename van bedrijven op stedelijk niveau, en in het bijzonder de snelgroeiers die door hun dynamiek een belangrijke bijdrage leveren aan de lokale economie. Daarvoor relateerden Flanders DC en Vlerick de ‘Trends Gazellen’ die door deze redactie elk jaar op provinciaal vlak worden geselecteerd met het percentage ondernemingen dat per provincie in de stad is gevestigd. Uit die koppeling blijkt dat er vooral in Antwerpen, Brussel, Gent en Hasselt relatief meer snelgroeiende bedrijven voorkomen dan je op basis van het aantal per provincie zou verwachten.
Als we dan specifiek kijken naar de groep van starters, dan blijkt dat in 9 van de 14 onderzochte steden starters een groter percentage van de totale groep van actieve bedrijven uitmaken dan in de gewesten. Belangrijk is wel dat de studie, met haar nadruk op kennisjobs, de klassieke industrie niet uitsluit. Het gaat daarbij vooral om technologisch gedreven en hooggekwalificeerde jobs.
Welvaart onder druk
Een interessante afsluiter in het onderzoek zijn de ‘stedelijke creativiteitsbarometers’, die per stad een overzicht geven van de sterktes en zwaktes in het kader van de creatieve economie. Exacte wetenschap zijn ze niet, maar ze geven wel een beeld van hoe elke stad scoort op het vlak van factoren zoals inkomen, werkgelegenheid, (pendel)arbeid, menselijk kapitaal, bedrijfsterreinen, belastingen, mobiliteit en cultuurbudgetten.
En wat valt hierin op? Vooral op het vlak van kennisjobs of tewerkstelling in creatieve sectoren (kunst, media, entertainment) blijken de 13 Vlaamse centrumsteden sterker te scoren dan op gewestelijk niveau.
Besluit van de studie: willen onze steden hun stek verdedigen of verdienen op Europese schaal – en Brussel en Antwerpen mogen zelfs enige wereldambitie koesteren – dan zullen ze op succesvolle wijze moeten overschakelen van een industriële naar een kenniseconomie. Anders komt onze welvaart onder druk. Want mede door ruimtegebrek en hoge vastgoedprijzen, zijn steden voor bepaalde categorieën van activiteiten – zoals industrie – hoe langer hoe minder aantrekkelijk geworden.
Piet Depuydt
Onze Vlaamse steden zijn door ruimtegebrek en hoge vastgoedprijzen hoe langer hoe minder aantrekkelijk voor industrie.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier