Vlaamse mestverwerking werkt
Mestverwerking is technisch en financieel mogelijk. In Vlaanderen passen al negentien varkensboeren en één veevoederbedrijf de Trevi-techniek toe.
Wie volgt na Map III?
In overleg met de agrarische sector en de groene beweging werkt Vlaams minister van Leefmilieu Kris Peeters (CD&V) tegen de zomer een nieuw mestactieplan uit (Map III). Iedere landbouwer krijgt een bepaald emissierecht van nutriënten. Op overschrijdingen van het quotum staan zware straffen. Wel mogen de landbouwers vrij hun methoden kiezen om hun mestoverschot aan te pakken: andere voedertechnieken, afbouw van veestapel, export, handel in certificaten of mestverwerking.
“Dit is een belangrijke doorbraak voor de mestverwerking in Vlaanderen,” vindt Stefaan Deboosere, gedelegeerd bestuurder van het Gentse milieubedrijf Trevi. “Nu zuiveren nog maar zo’n 25 Vlaamse veeteeltbedrijven op biologische wijze hun mestoverschotten. Deze techniek is niet goedkoop, maar financiert in principe zichzelf door de vrijstelling van de superheffing. Maar sinds 2002 int de Mestbank die boetes niet meer. Vele boeren wachten dus af vooraleer in mestverwerking te investeren. Wellicht komt daar nu met Map III verandering in, zodat de milieuvriendelijke landbouwers niet meer benadeeld worden. Tevens dringen wij aan op een administratieve verlichting van de mestverwerking. Voorts is het moeilijk te begrijpen dat de biologische zuivering van de stallucht wel in aanmerking komt voor subsidie (Vlif), terwijl een identieke verwerking van stikstof uit mest geen overheidssteun geniet.”
Water, lucht en bodem
Al twee jaar op rij behoort Trevi met een geconsolideerde omzet van 6 miljoen euro en 50 medewerkers tot de snelst groeiende bedrijven in Oost-Vlaanderen. Het Gentse milieubedrijf is het holistische buitenbeentje in de sector. Deboosere: “Wij bekijken de drie natuurelementen – water, lucht en bodem – als één geheel, zodat de problemen niet verplaatst worden van het ene element naar het andere, maar wel degelijk opgelost worden. Na analyse van de situatie, tekenen we de plannen voor een concrete oplossing uit. Vervolgens voeren we de ontwerpen uit met eigen personeel, inclusief de exploitatie.”
Bij Trevi staat de brongerichte aanpak voorop. Deboosere, ex-assistent van professor Willy Verstraete (Universiteit Gent): “Met audits kun je verontreiniging vermijden en grondstoffen recycleren. Bovendien hoef je achteraf niet zo veel meer te investeren in afvalverwerking. Zo hebben we bij Volvo Cars Gent in samenwerking met de verschillende afdelingen het volume bedrijfsafvalwater op 15 jaar tijd kunnen terugdringen van ongeveer 3 m3 water naar 0,5 m3 water per wagen. We bouwen ook nooit een zuiveringsinstallatie zonder eerst een simulatie op semi-industriële schaal uit te voeren. Jammer genoeg ondervinden we op dat vlak oneerlijke concurrentie van overheidsinstellingen.”
Uniek voor Trevi is ook dat de milieugroep nog altijd zonder commerciële dienst (lees: verkopers) werkt. De organische groei van het bedrijf vloeit louter voort uit mond-tot-mond-reclame. In het totaal draaien al zo’n 120 waterzuiveringsstations in België op basis van Trevi-technologie. Ook legt het Vlaamse ontkoppelingsbeleid de Gentse milieugroep geen windeieren. Sedert twee jaar mogen de sterk vervuilende bedrijven (P-bedrijven) niet meer op het netwerk van Aquafin lozen, maar moeten ze zelf hun afvalwater zuiveren. Deboosere: “Vaak bespaart een gemeenschappelijk station heel wat kosten. Als exploitant fungeren wij dan als scheidsrechter tussen de verschillende partijen. Zo beheren wij de installatie van Colruyt en Kraft Foods (het vroegere Côte d’Or) in Halle. Sinds 2004 hebben we ook de exploitatie van de stations van Danone en Kraft in Herentals overgenomen. Door de beluchting te vervangen, hebben we de energierekening op zes maanden tijd met de helft kunnen verminderen. Trevi beschikt over het patent van Messner in de Benelux en Frankrijk. Dit fijnmazige systeem laat een zeer hoge bacteriepopulatie toe in de zuivering. Daardoor blijft de slibproductie beperkt. Klassieke zuiveringsstations, zoals de installaties van Aquafin, produceren aanzienlijk meer slib dan de installaties van Trevi.”
Geen alternatieven
Daarnaast specialiseert Trevi zich in de strijd tegen legionella. Maar het paradepaardje van het milieubedrijf is de mestverwerking. In dit segment is Trevi dé Vlaamse koploper. Haar biologische zuiveringstechniek slaagt erin de mestproblematiek op economisch verantwoorde wijze op te lossen. Praktisch alle andere projecten mislukten.
Vandaag draaien zo’n twintig installaties van Trevi op volle toeren. De totale capaciteit bedraagt 340.000 ton per jaar. Afhankelijk van de toegepaste techniek en de bestemming van de restfractie, schommelt de kostprijs tussen de 10 en 25 euro per m3 varkensmest, gemiddeld 15 euro per m3, afschrijvingen inbegrepen. Deboosere: “Dit betekent gemiddeld 6 euro per mestvarken. Zo hoeft de varkensboer zijn mestoverschot niet meer aan akkerbouwers te slijten tegen 10 euro per m3. Bovendien bespaart hij een superheffing van 15 euro per m3. In de kering maakt hij dus een winst van 10 euro. Toch kijken nog veel landbouwers de kat uit de boom. De Vlaamse regering bereidt immers Map III voor, dat begin 2006 van kracht wordt.
Verbeterde voedingstechnieken kunnen het afvalprobleem ook niet oplossen. Deboosere: “De beperking van fosfor in het veevoeder reduceert het mestprobleem hoofdzakelijk tot een overlast van stikstof. Hiervoor bestaan slechts twee verwerkingstechnieken: verbranding en biologische zuivering. Beide systemen zorgen voor een omzetting tot onschadelijke luchtstikstof (N2). Alternatieven, zoals de membraantechnologie, resulteren in een concentratie van stikstof en fosfor, maar lossen het probleem niet op. Gezien de strenge emissiegrenswaarden bij verbranding en de weerstand bij de publieke opinie, is thermische verwerking enkel verantwoord in grootschalige projecten. Zo blijft biologische stikstofverwijdering de meest aangewezen en haalbare techniek om stikstof uit mest om te zetten in onschadelijke luchtstikstof. Toch stellen we vast dat niet alle beleidsmensen begrijpen dat in een biologische zuivering stikstof wordt afgebroken tot een onschadelijke stikstofvorm en dus niet dient geëxporteerd te worden.”
Alle andere technieken werken niet of zijn veel te duur, vindt Deboosere. “Zelfs de ophefmakende export van mest naar Rusland is een maat voor niets geworden. Vandaag krijgen wij uit het voormalige Oostblok vragen om ons systeem te proberen. In sommige dorpen leidt een overconcentratie van varkens – 280.000 stuks – tot serieuze problemen van bodemverontreiniging. Zelfs anaërobe vergisting is geen alternatief. Sommige bedrijven propageren deze techniek, omdat er groene stroom uitkomt. Maar ze zetten organische stoffen om tot methaangas, waarbij het probleem met stikstof en fosfaat blijft bestaan.”
Om aan de Europese nitraatrichtlijn te voldoen, moet de Vlaamse regering volgens Trevi een voldoende hoge verwerkingsplicht van stikstof in Map III opleggen. Deboosere: “In ieder geval hopen we dat het nieuwe Map duidelijk is en een stimulans vormt om de twijfelaars over de brug te krijgen. Het resoluut kiezen voor mestverwerking is vermoedelijk ook de enige manier om de sector in Vlaanderen op niveau te houden, aangezien Europa ons binnen enkele weken opnieuw op de vingers zal tikken voor het niet halen van de doelstellingen. Het voornemen in Map III om bedrijven toe te laten om uit te breiden mits de extra geproduceerde mest verwerkt wordt, zal de bedrijven stimuleren om voor mestverwerking te kiezen.”
TREVI
In euro200420032002
Omzet5.512.5385.245.4163.500.266
Bedrijfsresultaat785.199179.229286.177
Resultaat boekjaar671.21497.641159.619
Nettobedrijfskapitaal-394.369-449.341461.587
Eigen vermogen1.398.682727.468629.827
Cashflow1.147.030432.063358.084
Investeringen1.691.9291.628.762169.302
Bron: Graydon.
Eric Pompen
Begin 2006 wordt een nieuw mestactieplan van kracht.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier