VLAAMS AFVALBELEID IS PUINHOOP
VOLGENS KBC BANK.
Volgens KBC Bank blijft het Vlaams afvalbeleid één grote puinhoop. De basisprincipes van het Mina-plan ( Milieu- en Natuurraad Vlaanderen) mogen dan al goed zijn, de uitwerking laat flink te wensen over.
Zo steeg het huishoudelijk afval tussen 1995 en 1997 met niet minder dan 25%. Veronique Haspeslagh, stafmederker van KBC: “Behalve een doorgedreven sensibilisering, vergt preventie een consistente sturing van de afvalproducten. En daarvoor gebruikt men best economische prijsprikkels. Zo vermindert de aanrekening van de kosten voor de afvalinzameling per opgehaalde vuilniszak of container beter de afvalberg dan de klassieke retributie. In werkelijkheid bestaat de bijdrage voor de huisvuilophaling – gemiddeld 3424 frank per gezin in 1996 – maar voor 55% uit een forfaitaire heffing. Burgers merken dus amper aan hun portemonnee of ze nu veel of weinig afval produceren. Ook schommelde de prijs per vuilniszak tussen de 3 en de 60 frank, met een gemiddelde van 18 frank.”
KBC verdedigt een uniforme tarifering per gewichtseenheid en per afvalsoort, zoals in Nederland het geval is. Sinds begin dit jaar past ook Wommelgem zo’n systeem toe: het restafval verminderde er met 26%. Binnenkort volgen Buggenhout, Schoten en Zoersel. Mol en twee intercommunales – IVVVA (Maasland) en Ivago (Gent) – treffen de nodige voorbereidingen ter zake. Haspeslagh: “Zo’n tarifering zet niet alleen aan tot preventie, maar stimuleert ook de scheiding van de afvalstromen aan de bron en vergemakkelijkt het hergebruik. De Nederlandse ervaring leert dat op deze manier de totale afvalstroom van de huisgezinnen met zo’n 30% kan dalen, terwijl de recyclagegraad met 8% stijgt.”
Het is ook merkwaardig, zo vindt KBC, dat de Vlaamse regering nu plots storten verkiest boven verbranden, tegen alle milieulogica in. De bankgroep meent dat de verkiezingen van volgend jaar daar voor iets tussen zitten: stortplaatsen zijn immers minder zichtbaar dan de rookpluimen van een oven. Haspeslagh: “Het wettelijk stortverbod voor huishoudelijk afval dreigt een dode letter te blijven. Onmiddellijk na de invoering op 1 juli 1998 besloot minister van Milieu Theo Kelchtermans (CVP) uitzonderingen toe te laten en een moratorium van twee jaar op de bouw van nieuwe verbrandingsinstallaties in te voeren. Nochtans is de nood aan moderne en schone ovens groot. Het gevolg is dat er nu tegen een nog hoger tempo op de al sterk verontreinigde sites wordt gestort. Dat is de wereld op zijn kop zetten.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier